polariteit en waterstofbruggen

Programma vandaag 

eerste uur:
paragraaf 5.1

tweede uur:
toets inkijken/bespreken
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Programma vandaag 

eerste uur:
paragraaf 5.1

tweede uur:
toets inkijken/bespreken

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Polaire moleculen
  • Als bepaalde atomen binnen een molecuul elektronen sterker aantrekken dan ander, ontstaat er een ladingsverschil binnen het molecuul (polair molecuul);
  • Het atoom/ de atomen die het sterkst aan de elektronen trekken krijgen een lichte - lading (δ- )
  • Het atoom/ de atomen die minder sterk aan de elektronen trekken, krijgen een lichte + lading (δ+)
  •  δ- vaak op het zwaarste atoom in de binding  

Slide 6 - Tekstslide

  • Polaire moleculen vormen waterstofbruggen (H-bruggen)
  • Aantrekkingskracht tussen δ+ van ene molecuul en δ- van het andere molecuul
  • Bindingen die H-bruggen vormen (en die jullie moeten weten)
  • -OH
  • -NH
  • -FH
  • δ+ zit op de H
  • δ- zit op het andere atoom in de binding   
Waterstofbruggen

Slide 7 - Tekstslide

Waterstofbruggen tekenen 
  1. Teken de structuurformule van ammoniak.
  2. Zet δ+ en δ- bij de juiste atomen.
  3. Doe hetzelfde voor water
  4. Geef met een stippellijn de waterstofbrug aan tussen het atoom met de δ+ van het ene molecuul en het atoom met de δ- van het andere molecuul. 
Teken waterstofbruggen tussen een molecuul ammoniak en een molecuul water

Slide 8 - Tekstslide

Waterstofbruggen tekenen 
  1. Teken de structuurformule van ammoniak.
  2. Zet δ+ en δ- bij de juiste atomen.
  3. Doe hetzelfde voor water
  4. Geef met een stippellijn de waterstofbrug aan tussen het atoom met de δ+ van het ene molecuul en het atoom met de δ- van het andere molecuul. 
Teken waterstofbruggen tussen een molecuul ammoniak en een molecuul water

Slide 9 - Tekstslide

Waterstofbruggen tekenen 
  1. Teken de structuurformule van ammoniak.
  2. Zet δ+ en δ- bij de juiste atomen.
  3. Doe hetzelfde voor water
  4. Geef met een stippellijn de waterstofbrug aan tussen het atoom met de δ+ van het ene molecuul en het atoom met de δ- van het andere molecuul. 
Teken waterstofbruggen tussen een molecuul ammoniak en een molecuul water

Slide 10 - Tekstslide

Waterstofbruggen tekenen 
  1. Teken de structuurformule van ammoniak.
  2. Zet δ+ en δ- bij de juiste atomen.
  3. Doe hetzelfde voor water
  4. Geef met een stippellijn de waterstofbrug aan tussen het atoom met de δ+ van het ene molecuul en het atoom met de δ- van het andere molecuul. 
Teken waterstofbruggen tussen een molecuul ammoniak en een molecuul water

Slide 11 - Tekstslide

Nog eentje?
  1. Teken de structuurformule van propaan-1-ol (3x)
  2. Zet δ+ en δ- bij de juiste atomen.
  3. Doe dit voor alle moleculen propaan1-ol
  4. Geef met een stippellijn de waterstofbrug aan tussen het atoom met de δ+ van het ene molecuul en het atoom met de δ- van het andere molecuul.
Teken waterstofbruggen tussen drie moleculen propaan-1-ol

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Effecten van polariteit/waterstofbruggen
Mengbaarheid

Olie en water mengen niet, omdat olie bestaat uit apolaire moleculen en water uit polaire. 

Slide 17 - Tekstslide

Huiswerk voor 10-2


◦Paragraaf 5.1: 10 t/m 14 en 16
◦Paragraaf 5.2: 19, 20, 22, 24

Slide 18 - Tekstslide

Toets bespreken 

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Zijn hier waterstofbruggen mogelijk ?
A
Ja, tussen de N-H groep en de C-H groep
B
Ja, tussen de N-H groep van metaanamine en methaan
C
Ja, tussen alle H-atomen zijn waterstofbruggen mogelijk.
D
nee, er zijn geen twee N-H of O-H groepen

Slide 21 - Quizvraag


Wat zijn in dit plaatje waterstofbruggen?
A
A en B
B
A en C
C
B en C
D
Zowel in A, B als C

Slide 22 - Quizvraag

Feit: Als ijs smelt in de zon, dan worden er waterstofbruggen verbroken.
Het verbreken van waterstofbruggen in ijs is een eigenschap op ...
A
micro niveau
B
macro niveau

Slide 23 - Quizvraag

Kan alcohol waterstofbruggen vormen?
A
Ja
B
Nee

Slide 24 - Quizvraag

Kan cocaïne waterstofbruggen vormen?
A
Ja, want het molecuul is polair
B
Ja, want het molecuul is apolair
C
Nee, want het molecuul is polair
D
Nee, want het molecuul is apolair

Slide 25 - Quizvraag

teken de waterstofbruggen tussen drie ethanolmoleculen

Slide 26 - Open vraag