Thema 2, week 2, les 5 intructie en flitsen

tropisch
1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpellingBasisschoolGroep 7,8

In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

tropisch

Slide 1 - Tekstslide

directeur

Slide 2 - Tekstslide

medisch

Slide 3 - Tekstslide

centiliter

Slide 4 - Tekstslide

telefonisch

Slide 5 - Tekstslide

rechtszaak

Slide 6 - Tekstslide

radeloos

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

bijenkorf

Slide 9 - Tekstslide

pikkedonker

Slide 10 - Tekstslide

verwijderen


Het ............. verkeersbord
Bijvoeglijk gebruikt VD


Slide 11 - Tekstslide

inlichten


De ............. bewoners
Bijvoeglijk gebruikt VD


Slide 12 - Tekstslide

bouwen


De ............. stationshal
Bijvoeglijk gebruikt VD


Slide 13 - Tekstslide

haasten


De ............. mensen
Bijvoeglijk gebruikt VD


Slide 14 - Tekstslide

smoezen


Ik ............. met mijn vriendinnetje.
VERLEDEN TIJD


Slide 15 - Tekstslide

wenden


Ik ............. mij tot juf.
VERLEDEN TIJD


Slide 16 - Tekstslide

vouwen


Ik ............. mijn handen.
VERLEDEN TIJD


Slide 17 - Tekstslide

gooien


Ik ............. geld in de automaat.
VERLEDEN TIJD


Slide 18 - Tekstslide

vullen


Ik ............. mijn waterfles.
VERLEDEN TIJD


Slide 19 - Tekstslide

melden


Ik ............. mij bij de meester.
VERLEDEN TIJD


Slide 20 - Tekstslide

GROEP 7
THEMA 2
WEEK 2
DICTEE 7
GROEP 8
THEMA 2
WEEK 2
DICTEE 7


Slide 21 - Tekstslide

Hagedis
Goed of fout?
Goed
Fout

Slide 22 - Poll

Manenschijn
Goed of fout?
goed
fout

Slide 23 - Poll

Nachtegaal
Goed of fout?
Goed
Fout

Slide 24 - Poll

Slide 25 - Video

Let op: welk woord is fout gespeld?
A
leeuwenkooi
B
kippenei
C
manenschijn
D
beresterk

Slide 26 - Quizvraag

Wat is de goede samenstelling van "aap" en "trots"
A
apentrots
B
aaptrots
C
apetrots
D
aapetrots

Slide 27 - Quizvraag

Welk woord is goed gespeld?
A
rijstepap
B
rijstenpap
C
reistepap
D
rijstpap

Slide 28 - Quizvraag

Maak een goede samenstelling van de woorden "plat" en "land"


Slide 29 - Open vraag

hond+hok = ..........

Slide 30 - Open vraag

Wat is de juiste schrijfwijze van
TULP EN BOL
A
tulpenbol
B
tulpebol

Slide 31 - Quizvraag

Wat is de juiste schrijfwijze van
WESP EN STEEK
A
wespesteek
B
wespensteek

Slide 32 - Quizvraag


paard + bloem = ...........

Slide 33 - Open vraag


pan + koek = ...........

Slide 34 - Open vraag


zon + wijzer = ...

Slide 35 - Open vraag

Wat is juist?
A
rode kool
B
rodenkool
C
rodekool

Slide 36 - Quizvraag

Wat is juist?
A
katbak
B
kattebak
C
kattenbak

Slide 37 - Quizvraag

Wat is juist?
A
zonnenbloem
B
zonnebloem
C
zonbloem

Slide 38 - Quizvraag

Wat is juist?
A
Reuzenleuk
B
Reuzeleuk

Slide 39 - Quizvraag

Wat is juist?
A
reuzesprong
B
reuzensprong

Slide 40 - Quizvraag



De man is zo sterk als een beer!
De man is b................

Slide 41 - Open vraag


peer + boom = ?

Slide 42 - Open vraag


reus + honger = ?

Slide 43 - Open vraag


zon + brand = ?

Slide 44 - Open vraag

SPELLING
LES 5 INSTRUCTIE
20 X PLUSSEN

LES 5 FLITSLES
alle opgave n

Slide 45 - Tekstslide