Schrijven HAVO 4

Nederlands
HAVO 4


Oordopjes + telefoon uit/onzichtbaar ;-)
Starten met 10 min. lezen!
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 27 slides, met tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Nederlands
HAVO 4


Oordopjes + telefoon uit/onzichtbaar ;-)
Starten met 10 min. lezen!

Slide 1 - Tekstslide

Periode 2
Literatuur: 
Zakelijke gegevens + verwerkingsopdracht boek 3 
(Voor 20 januari) 

SE: argumenteren (toetsweek)
Voortgangstoets: schrijfvaardigheid 


Slide 2 - Tekstslide

SCHRIJFVAARDIGHEID
HAVO 4

Slide 3 - Tekstslide

Punten verdienen...
- THEORIE schrijfvaardigheid:  9.1.1, 9.1.2, 9.1.3 en 9.1.4 maken
 (0,5 punt)!
- 9.1.5 ) Schrijven in tweetallen, op papier maken! + checklist feedbackformulier (0,5 punt)!



-  

Slide 4 - Tekstslide

SCHRIJFVAARDIGHEID
BETOOG/BESCHOUWING/UITEENZETTING

Slide 5 - Tekstslide

De opbouw van een tekst
  • Een goede tekst bestaat uit een inleiding, middenstuk en slot;

  • Alinea's worden met elkaar verbonden door overgangszinnen, signaalwoorden, verwijswoorden;

Slide 6 - Tekstslide

Voordat je gaat schrijven...
  • Je hebt een onderwerp;
  • Je bepaalt de hoofdgedachte van je tekst;
  • Dit is het belangrijkste wat je wilt vertellen in één zin;
  • Je hebt de deelonderwerpen bepaald;
  • Je weet dat een goede tekst bestaat uit een inleiding, een middenstuk en een slot;
  • Die gaan we nu bespreken:

Slide 7 - Tekstslide

inleiding

Doel van de inleiding:

De lezer nieuwsgierig maken én je onderwerp introduceren


Voorbeelden:


  • Stel een vraag (die je in het middenstuk gaat beantwoorden);
  • Introduceer een verschijnsel (dat je in het middenstuk gaat verklaren);
  • Introduceer een probleem (en geef in het middenstuk oplossingen);

Slide 8 - Tekstslide

Het middenstuk
  • In het middenstuk geef je de informatie over je onderwerp;
  • Elke alinea behandelt een deelonderwerp;
  • Zorg dat de alinea's met elkaar verbonden worden;

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

De alinea's van het middenstuk
  • Elke alinea heeft een deelonderwerp;
  • Elke alinea heeft een kernzin;
  • In de rest van de alinea geef je toelichting bij de kernzin;



Slide 11 - Tekstslide

LET OP! In een alinea schrijf je de zinnen achter elkaar door!

WELKE ALINEA IS OP DE JUISTE MANIER GESCHREVEN?


Klimaatverandering is een van de grootste bedreigingen voor de natuur.

IJskappen smelten en woestijnen rukken op.

Het zeeniveau is de afgelopen honderd jaar vijfentwintig centimeter gestegen.

In sommige gebieden hebben planten en dieren niet genieg tijd zich aan te passen.

_________________________________________________________________________

Klimaatverandering is een van de grootste bedreigingen voor de natuur. IJskappen smelten en woestijnen rukken op. Het zeeniveau is de afgelopen honderd jaar vijfentwintig centimeter gestegen.  In sommige gebieden hebben planten en dieren niet genoeg tijd zich aan te passen.


Slide 12 - Tekstslide

Het slot

Voorbeelden:

  • samenvatting
  • conclusie
  • antwoord op vraag


  • gebruik signaalwoorden als  kortom / daarom / al met al / dus



Slide 13 - Tekstslide

Vandaag:
16 december: 9.1.1 opdracht 1 t/m 5 maken. Niet af = huiswerk voor dinsdag 17 december. 

Slide 14 - Tekstslide

Uiteenzetting
Een uiteenzetting is een objectieve uitwerking van een onderwerp .

Een uiteenzetting introduceert een verschijnsel en geeft uitleg en achtergrondinformatie over dit verschijnsel. 

Slide 15 - Tekstslide

Betoog
De schrijver neemt een duidelijk standpunt in en onderbouwt dit met argumenten. 
Kenmerken:
1. De tekst is subjectief (mening van de schrijver);
2. is bedoeld om de lezer te overtuigen.
Beschouwing
De schrijver biedt meerdere meningen aan in zijn tekst.

Kenmerken:
1. Is bedoeld om de lezer te laten nadenken over een kwestie;
2. gedeeltelijk subjectief, gedeeltelijk objectief.

Slide 16 - Tekstslide

Filmpje
uiteenzetting, betoog of beschouwing?

Slide 17 - Tekstslide

Het bouwplan


  • Voor je de oefentekst gaat schrijven, maak je een BOUWPLAN;
  • Dit is letterlijk een plan over hoe je de oefentekst gaat schrijven;

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Wat is een uiteenzetting?
Een uiteenzetting is een tekst waarmee je iemand anders over iets informeert. Het is een objectieve tekst waarmee je feiten en uitleg geeft over een onderwerp. In een uiteenzetting geef je niet je mening. Je geeft feiten die waar en controleerbaar zijn.

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

De uiteenzetting

“Informerende teksten worden bijvoorbeeld geschreven om iets uit te leggen, om verslag te doen over wat er gebeurd is of om instructies te geven.” 


Slide 22 - Tekstslide

De uiteenzetting


- Objectief

- Veel feiten

- Uitleggen

Slide 23 - Tekstslide

De uiteenzetting


Hoofdgedachte:

Formuleer je hoofdgedachte in een constatering.

Tekststructuren:

Kies een geschikte tekststructuur:

Vraag/antwoordstructuur

Verklaringsstructuur

Aspectenstructuur

Verleden/ heden/ toekomststructuur



Slide 24 - Tekstslide

Mogelijke tekststructuren: 
- vraag/antwoordstructuur 
- voor- en nadelenstructuur 
- verklaringsstructuur 
- aspectenstructuur 
- verleden/heden/toekomststructuur 

Slide 25 - Tekstslide

Zelfstandig werken 
UITEENZETTING OPDRACHT 2 (zelfstandig) MAKEN! (INCULSIEF BOUWPLAN EN FEEDBACK

Niet af = huiswerk voor maandag 30/1!

Klaar? is elkaar feedback geven d.m.v. de rubrics. Uitleg volgt! 

Slide 26 - Tekstslide

feedback
  • Jullie gaan elkaar feedback geven op het geschreven stuk;
  • Van de docent krijgen jullie een beoordelingsformulier;
  • Lees de tekst van je klasgenoten goed door, vul het beoordelingsformulier in;
  • Geef de beoordeling terug;
  • Ga je eigen oefentekst verbeteren aan de hand van de feedback die je hebt gekregen. 

Slide 27 - Tekstslide