Je kunt zelfstandig een bouwplan maken en daarbij gebruikmaken van een vaste tekststructuur.
Je kunt een bouwplan maken waarin je onderscheid maakt tussen inleiding, middenstuk en slot en de verschillende deelonderwerpen.
Je kunt een uiteenzetting schrijven op basis van documentatie.
Je weet welke tekststructuren geschikt zijn voor de uiteenzetting.
Je kunt een tekst herschrijven op basis van feedback.