Going pro - C + grammar

Planning


Finish ex. 1 till 6 starting on p. 53 by yourself 
Done? Do ex. 7 and 8 as well 
- Grammar: adjectives and adverbs
- Writing activity: I am unique
timer
10:00
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Planning


Finish ex. 1 till 6 starting on p. 53 by yourself 
Done? Do ex. 7 and 8 as well 
- Grammar: adjectives and adverbs
- Writing activity: I am unique
timer
10:00

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Adjectives 
  • Je gebruikte een bijvoeglijk naamwoord (adjective) om iets te zeggen over een zelfstandig naamwoord

  • Press the red button on the right. 
  • Collect fifty silver coins

Slide 3 - Tekstslide

Adverbs
  • Je gebruikt een bijwoord om iets te zeggen over een werkwoord (hoe iets gebeurt)

  • Quickly press the space bar. 
  • This is an incredibly difficult level. 

Slide 4 - Tekstslide

Adverb (bijwoord)
  • Je maakt een bijwoord door -ly achter het bijvoeglijk naamwoord te zetten. 

  • beautiful - beautifully
  • careful - carefully 

Slide 5 - Tekstslide

EXCEPTIONS: adverbs 
  • De spelling verandert wanneer het bijvoeglijk naamwoord eindigt op:
  1.      -LE dan verandert -LE in -LY
  • terrible - terribly                                         unbearable - unbearibly


  2.       medeklinker + y. Dan verandert -y in -ily. 
  • angry - angrily                                            merry - merrily

Slide 6 - Tekstslide

EXCEPTIONS: adverbs 
  • De spelling verandert wanneer het bijvoeglijk naamwoord eindigt op:

 3.     -ic. Dan komt er -ally achter. 
  • fantastic - fantastically                                       epic - epically 

 4.      Sterke bijwoorden 
  • He's a good artist. - He plays well.
  • She's a fast runner. - She runs fast.

Slide 7 - Tekstslide

Adjectives and adverbs
  • LET OP:
  • Na de werkwoorden to be, to seem, to feel, to look, to smell, to sound en to taste gebruik je een bijvoeglijk naamwoord in plaats van een bijwoord. 

  • This game looks cool
  • The bread tastes awful
  • The band sounds amazing
  • This gadget is great. 

Slide 8 - Tekstslide

Max is a ... singer.
A
good
B
well

Slide 9 - Quizvraag

This hamburger tastes ...
A
awful
B
awfully

Slide 10 - Quizvraag

You can ... open the box.
A
easy
B
easily
C
easyly

Slide 11 - Quizvraag

He drives the car ...
A
carefully
B
careful

Slide 12 - Quizvraag

Jamie Oliver cooks ...
A
fantastic
B
fantasticly
C
fantastically

Slide 13 - Quizvraag

Madonna is a ... singer.
A
terribly
B
terrible

Slide 14 - Quizvraag

That pizza smells ...
A
nicely
B
nice

Slide 15 - Quizvraag

I think a Friesian horse is ...
A
beautiful
B
beautifully

Slide 16 - Quizvraag

Planning

-
- Finish ex. 1 till 6 starting on p. 53 by yourself 
Done? Do ex. 7 and 8 as well 
- Grammar: adjectives and adverbs
- Questions about the presentation?
timer
15:00

Slide 17 - Tekstslide

LEARN 
+
MAKE


p. 35 grammar (tb)
p. 40 vocabulary
Finish ex. 12+13 (page 59-60) 

Slide 18 - Tekstslide

Presentatie rooster
Floor
Sarah

Evy
Anna W
Nova

Famke
Cecilia
Anna v Z
3 februari



8 februari



9 februari
July
Yenna
Marit

Romy
Nina
Denise

Janette
Ivka
Manou
10 februari



15 februari



17 februari


Slide 19 - Tekstslide