Formuleren 4.4 Incongruentie

Formuleren 4.4
p.314

Leerdoel:

Je gebruikt het juiste getal (enkelvoud of meervoud) voor de persoonsvorm.
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Formuleren 4.4
p.314

Leerdoel:

Je gebruikt het juiste getal (enkelvoud of meervoud) voor de persoonsvorm.

Slide 1 - Tekstslide

Uitleg
Onderwerp en persoonsvorm staan beide in het enkelvoud of beide in het meervoud.
Een fout hiermee heet incongruentie. Dit komt doordat het onderwerp meervoud lijkt, maar het niet is.

Slide 2 - Tekstslide

De stapel tasjes is of zijn van de tafel gegleden.
A
enkelvoud
B
meervoud

Slide 3 - Quizvraag

De musea
A
enkelvoud
B
meervoud

Slide 4 - Quizvraag

De schoolklas
A
enkelvoud
B
meervoud

Slide 5 - Quizvraag

Om dit goed te begrijpen moet je weten wat een persoonsvorm is. 


De persoonsvorm (pv) laat zien wat er gebeurt in de zin, wat iemand doet. 

Het is het belangrijkste werkwoord in de zin. 

GEEN PERSOON!!!

Slide 6 - Tekstslide

Onderwerp
Wie doet iets of wat doet iets in de zin? 

Wie of wat plus pv.. 

Slide 7 - Tekstslide

Waarom moet je dat weten? 
Omdat de persoonsvorm en het onderwerp beiden in enkelvoud of meervoud moeten staan! 



Slide 8 - Tekstslide

Het gaat wel eens mis in zinnen.

Pv en onderwerp staan niet gelijk qua enkelvoud of meervoud. 

De kudde schapen gaan naar de stal.
De kudde schapen gaat naar de stal.

kudde: enkelvoud
pv moet dan ook enkelvoud zijn! 

Hier zie je het direct.. maar dat is soms lastig. 

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Het onderwerp lijkt hier meervoud
Een kudde schapen gaan naar de stal. 

Fout! 

kudde is 1 groep: enkelvoud

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

In 2021 had / hadden 3 procent van de studenten een X-BOX.
A
had
B
hadden

Slide 15 - Quizvraag

De mogelijke data voor het weekendje weg is in een datumprikker gezet.
A
goed
B
fout

Slide 16 - Quizvraag

Een zwerm vogels vlogen langs school.
A
goed
B
fout

Slide 17 - Quizvraag

Het aantal mensen dat hier voetbal kijkt/kijken, is ....
A
kijkt
B
kijken

Slide 18 - Quizvraag

De helft van de aanwezigen verlaten de wedstrijd vanwege de teleurstellende resultaten.
A
goed
B
fout

Slide 19 - Quizvraag

Dit jaar zijn het aantal veranderingen op school wel erg groot.
A
goed
B
fout

Slide 20 - Quizvraag

De media besteedt veel tijd aan het EK.
A
goed
B
fout

Slide 21 - Quizvraag

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Hoe goed snap je dit nu?
cijfer 1 - 10

Slide 24 - Woordweb

Verder werken

Slide 25 - Tekstslide