In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 20 min
Onderdelen in deze les
Debatteren
Slide 1 - Tekstslide
Wat wordt er bedoeld met deze uitspraak?
A
In Nederland kunnen we niet discussiëren en dat is ons probleem.
B
Als we meer zouden debatteren dan zou er minder uiteendrijving zijn in de maatschappij.
C
Deze man zegt maar wat joh.
D
Er is polarisatie gaande en dat wordt veroorzaakt door alle debatten.
Slide 2 - Quizvraag
De basis
Debatteren is discussiëren met regels.
Gaat over specifiek onderwerp.
Sprekers weten van tevoren of ze eens of oneens zijn: voorstanders en tegenstanders.
Je probeert een derde partij te overtuigen.
Slide 3 - Tekstslide
Voorbeelden
Verkiezingsdebat: verschillende politieke partijen nemen het tegen elkaar op over actuele onderwerpen met als doel de kiezer ervan te overtuigen op hen te stemmen.
Rechtszaak: twee advocaten pleiten tegen elkaar met als doel de rechter ervan te overtuigen dat hun cliënt gelijk heeft. De rechter neemt uiteindelijk een beslissing.
Meerwaarde? Door te debatteren komen argumenten voor en tegen op tafel, op basis waarvan nieuwe inzichten kunnen ontstaan en eventueel beslissingen genomen kunnen worden. Je kan je voorstellen dat dit in het politieke landschap van belang is en weerslag heeft op ons burgers.
Slide 4 - Tekstslide
Ik vind het leuk en informatief om debatten te volgen.
Ja, leuk! Ik vind het altijd wel interessant.
Nee, het boeit me eigenlijk vrij weinig.
Soms wel, soms niet.
Slide 5 - Poll
Ik vind het leuk om zelf discussies te voeren, bijvoorbeeld thuis.
Ja!
Nee!
Ligt eraan of het onderwerp me boeit.
Slide 6 - Poll
wie vinden jullie een goede debater?
Slide 7 - Woordweb
Slide 8 - Video
Welke winst valt er voor jullie te behalen?
"Door te debatteren ontwikkel je in korte tijd de competenties om in meetings jouw collega’s te overtuigen."
Presenteren: je staat voor een groep.
Kritisch luisteren en kritische vragen stellen: je moet een reactie geven op het andere team.
Argumenteren: je leert om goede redenen te geven voor je mening en dat is belangrijk om andere mensen te kunnen overtuigen.
Helder verhaal: je leert kort en bondig te formuleren.
Slide 9 - Tekstslide
Aan de slag: mini debat
"Gelijk hebben is niet voldoende, je moet het ook krijgen.” Aristoteles
- 1 stelling
- 2 teams en een jury
- Voorbereidingstijd & uitvoering
Slide 10 - Tekstslide
Welke stelling gaan we bespreken?
A
De overheid moet alleen studies financieren die van nut zijn voor de arbeidsmarkt.
B
Sociale media hebben jongeren meer kwaad dan goed gedaan.
Slide 11 - Quizvraag
Verdeling en proces
Team A is voor en team B is tegen.
Er is een jury.
Zoek als je voor of tegen bent, 3 argumenten die je standpunt ondersteunen. Deze moet je kunnen onderbouwen.
Daarna start debat: aanvoerders krijgen 2 minuten om de stelling te verdedigen of aan te vallen.
Slide 12 - Tekstslide
Debat (5 minuten)
Slide 13 - Tekstslide
Geef je feedback: deze les vond ik leuk en/of sluit bij me aan.