Les 1 ontstaan van Rotterdam

1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisBasisschoolGroep 5,6

In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Ik begin met de motiverende opening.
Hierbij vraag ik aan de kinderen of ze weten wat er op de afbeeldingen staat en bij welke stad de afbeeldingen horen.
Voorkennis
  • Op A3 papier.
  • Groepje van drie kinderen.
  • Schrijf op waarom jullie denken, dat Rotterdam op die plek is gevestigd + wat is het verschil met Amsterdam?

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het ontstaan van Rotterdam

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De lesdoelen
Aan het einde van de les kunnen jullie vertellen:
  1.  Hoe Rotterdam ontstaan is en waarom die plaats.
  2.  Wie Desiderius Erasmus en waarom hij een belangrijke rol in Rotterdam heeft gespeeld.
  3. Het verschil tussen Amsterdam en Rotterdam vertellen.

Slide 4 - Tekstslide

De leerkracht benoemt waar de kinderen kennis mee gaan maken. 

Lesverloop

  1. Hoe is Rotterdam ontstaan?
  2. Wat is het verschil tussen Rotterdam en Amsterdam?
  3. Opdracht wandel en wissel uit
  4. Wie is Desiderius Erasmus?
  5. Opdracht interview
  6. Evalueren

Slide 5 - Tekstslide

De leerlingen bekijken het filmpje van het Klokhuis “de haven van Rotterdam’. Aan de hand van het filmpje vraag je de leerlingen wat hun opviel in het filmpje en welk probleem er hier wordt besproken. Als leerkracht steun je de kinderen hierbij in het verbeelden en verwoorden van wat ze gezien hebben.

Kaart vroeger (stap 1 waarnemen)

Slide 6 - Tekstslide

Hierbij vraag ik aan de kinderen wat ze zien, wanneer dit zal zijn, hoe zal het er in het echt uitzien?

Kaart nu (stap 2: herkennen)
Kaart nu

Slide 7 - Tekstslide

Hier laat ik een foto zien van een kaart. Ik vraag aan de kinderen of ze dit wel eens eerder hebben gezien, hebben ze dit vaker gezien, welke plaats zal dit zijn enz.
Stap 3 verklaren en stap 4 waarderen

Slide 8 - Tekstslide

Hierbij laat je een foto zien van de Rotte.
Ik vraag aan de kinderen waarom ze denken dat het daar is ontstaan.
Ze gaan met hun buurman/buurvrouw in overleg.
Ook overleggen ze over wat ze van het idee vinden die ze hebben bedacht. Zal het effect hebben gehad? Kan het nog beter?

Slide 9 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Rotta, dorpje voordat de stad Rotterdam ontstond
(900-1150)

  • Rotta (dorpje): Nederzetting van boerderijen aan het riviertje de Rotte.
  • Nederzetting, waarbij mensen leefde van visserij.
    • Later het ontstaan van handel in de visserij.
  • Zie afbeelding op de achtergrond.

Slide 10 - Tekstslide

Rotta was vroeger een dopje. Dit dorpje was
een nederzetting van boerderijen aan het
riviertje van de Rotte. Dit is een plek, waarbij
mensen leefde van visserij. Hierbij ontstaat
later de handel over de visserij.
Op de achtergrond zie je rivier de Rotte.

Ontstaan dam de Rotte
  • Verschillende grote overstromingen
  • Er kwam een dam bij de monding van veenrivier de Rotte.
  • Rond 1250 Rotterdam begin van de stad Rotterdam

Slide 11 - Tekstslide

Vertel hier namens de leerkracht het volgende:
Het ontstaan van dam de Rotte heeft als aanleiding,
dat er vroeger op die locatie veel overstromingen waren.
Daarom hebben ze bij de monding van veenrivier de Rotte een dam gelegd.
Rotterdam ontstond rond het jaar 1250.

In welk tijdvak ontstond de dam in rivier de Rotte?
Het jaar 1250
Over dit tijdvak gaan we nu leren.

Slide 12 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom denken jullie, dat veenrivier de Rotte een handige plek was om een dam aan te leggen?

Slide 13 - Open vraag

Antwoord: Er waren veel overstromingen in die tijd. De dam zit vol met sluizen. Dit waren grote houten constructies waar de bootjes onderdoor konden varen. Als er een overstroming aankwam, werden de sluisdeuren gesloten. Deze plek zorgde, dus voor geen overstromingen meer in het dorpje Rotta.
Door visserij werd de dam van veenrivier de Rotte een...
A
Restaurant voor vissers.
B
Supermarkt om vis te kopen.
C
Handelsplaats om goederen te vervoeren.
D
Een bioscoop van vissen.

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het verschil tussen Amsterdam en Rotterdam?

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht wandel en wissel uit
  • We gaan wandelen door de klas.
  • Je bent stil tijdens het wandelen.
  • Als ik zeg: "Sta stil." Dan vorm je een tweetal.
  • Ik stel per keer een vraag over het verschil tussen Amsterdam en Rotterdam.
  • Jullie geven je antwoorden aan elkaar.
  • Je krijgt ongeveer een minuut per vraag.


Slide 16 - Tekstslide

Tijdens deze opdracht is het de bedoeling, dat de kinderen vooraf dat ze de informatie krijgen, nadenken over wat zij verschillen vinden tussen Rotterdam en Amsterdam. Hierbij stuur ik de vragen wel zo, dat er over de vijf verschillen die ik in de volgende slides uitleg, wordt gesproken.
Vraag 1 over gevoel
Ben je ooit een keer in Amsterdam geweest?
Wat vond je van de stad? Welk gevoel gaf dit jou?

Zijn jullie er beide niet geweest. Heb je wel eens foto's of filmpjes gezien van Amsterdam? Wat zag je toen? Welk gevoel gaf het jou?
timer
1:00

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vraag 2 over gevoel
Ben je ooit een keer in Rotterdam geweest?
Wat vond je van de stad? Welk gevoel gaf dit jou?

Zijn jullie er beide niet geweest. Heb je wel eens foto's of filmpjes gezien van Rotterdam? Wat zag je toen? Welk gevoel gaf het jou?
timer
1:00

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vraag 3 de havens
Welke haven is denken jullie groter?
De haven van Amsterdam of de haven van Rotterdam?

Leg aan elkaar uit, waarom je dat denkt.
timer
1:00

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vraag 4 toerisme
Waarom denken jullie dat Amsterdam en Rotterdam leuke steden zijn om te bezoeken als toerist?

Naar welke stad zou jij liever gaan als toerist en waarom?

timer
1:00

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vraag 5 architectuur

Waarom denken jullie, dat de stad Rotterdam moderner is dan de stad Amsterdam?
timer
1:00

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Laatste vraag: vraag 6 voetbal

Hoe heet de voetbalclub in Rotterdam?
(Noem er minimaal één.)

Hoe heet de voetbalclub in Amsterdam?
timer
1:00

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De vijf verschillen
Korte uitleg:
1. Het gevoel
2. De havens
3. Toerisme
4. Architectuur
5. Voetbal

Slide 23 - Tekstslide

Achtergrondinformatie:

1. Het gevoel
Rotterdam: Beide inwonertal evenveel. 100 km2 groter, dan Amsterdam. Meer stadsgevoel.
Amsterdam: Is echt een stad -> oude architectuur

2. De havens
Rotterdam: Gigantische haven: the gateway to Europe. Verbinding tussen Europa en delen van de Wereld
Amsterdam: Concurrent Rotterdamse haven.  Grote haven, maar niet gigantisch

3. Toerisme
Rotterdam: Nieuw concept qua toerisme. Spannende evenementen, zoals de Marathon van Rotterdam.   Multiculturele stad (173 nationaliteiten)
Amsterdam: Bezoekersaantallen de grotere stad. Oudere toeristische attracties

4. Architectuur
Rotterdam: Moderne architectuur door bombardement Tweede wereldoorlog. Grachten.
Amsterdam: Traditionele bouwstijl, met luxe grachtenpanden en charmante puntgevels. (oude architectuur). Grachten van 100 km en 1500 bruggen.

5. Voetbal
Rotterdam: voetbalclub Feyenoord, Sparta Rotterdam en Excelsior.
Amsterdam: voetbalclub Ajax.

Kennen jullie belangrijke personen uit Rotterdam van vroeger?
Schrijf de naam op van minimaal één persoon.

Slide 24 - Open vraag

Hierbij gaan de kinderen nadenken over of ze misschien iemand kennen. Dit zorgt voor een overgang naar Desiderius Erasmus. Hij is/was namelijk erg belangrijk in Rotterdam.
Wie is Desiderius Erasmus?

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Erasmus (1469 - 1536)

Slide 26 - Tekstslide

Stel de vraag: Als je kijkt naar de afbeelding rechtsboven. Bij welk tijdvak hoort Erasmus?
Dit is Desiderius Erasmus
Erasmus werd in 1469 in Rotterdam geboren als zoon van een priester en ongetrouwde huishoudster. Dat was een schandaal! Ongetrouwd! 
Het was al snel duidelijk dat hij monnik moest worden, dat is netjes en vroom. (=gelovig, godsdienstig)

Slide 27 - Tekstslide

Elke pagina wordt voor gelezen door een ander kind uit de klas.
Zie de rode pijl
Daar! Bij die rode pijl.
Na zijn opleiding op een kostschool (= een school waar je ook woont, eet en slaapt) kwam hij in klooster Steyn bij de stad Gouda terecht. Erasmus was vooral blij met de bibliotheek van het klooster. Hij hield van lekker lezen! 

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lezen maakte hem slim en kritisch
Erasmus dook vaak in de boeken over de klassieke oudheid.
Hij las ook over Italiaanse humanisten. Deze Italiaanse geleerden hadden veel uitgezocht over de oudheid en er kritisch over nagedacht.

Ik denk zelf na over wat ik doe!
Het kloosterleven met zijn strenge regels was niets voor Erasmus. 
Dat was hem te gehoorzaam. Alsof je zelf niet als mens kon nadenken! 

Zijn enorme kennis van het Latijn (de taal van de Romeinen) maakte het mogelijk dat Erasmus het klooster kon verlaten. 

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Erasmus als geleerde
Hij reisde als geleerde door Europa en verdiende zijn geld met het schrijven van Latijnse teksten. Hij was een schrijver. 

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Erasmus op reis
Erasmus reisde dus als geleerde door Europa en verdiende zijn geld met het schrijven van Latijnse teksten. Hij kwam op veel verschillende plekken! Kijk maar naar de kaart!

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In 1500 schreef Erasmus de Adagia, een verzameling spreekwoorden. 
'Haastige spoed is zelden goed, Wie goed doet, goed ontmoet'

Je kreeg een cursus over hoe je moest leven en denken volgens het humanisme en als Christen. 

Adagia was één van de eerste 'bestsellers' van de net uitgevonden drukpers. (Bestseller = er werden veel boeken van verkocht)
Humanisme =
Humanisme is een manier van denken. 

Erasmus was een 'humanist'. In het humanisme staat de mens in het middelpunt. Humanisten vinden dat je goed moet nadenken over hoe je met mensen, de wereld en jezelf omgaat. Je moet dit altijd met zorg en aandacht doen.


Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Goede manieren
Ook schreef Erasmus veel boeken over goede manieren. Hij wilde de mensen opvoeden. Niet boeren, niezen met je hand voor je mond. Je neus niet snuiten in het tafellaken, je handen wassen na het bezoekje aan het toilet etc.

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lof der Zotheid
Lof der Zotheid is het bekendste boek van Erasmus. Hij schreef het in 1509 en droeg het op aan een goede vriend en Engelse humanist Thomas More. Het boek gaat over de slechte eigenschappen van de mensen. Ze zijn hebberig, gierig en ijdel en nemen zichzelf veel te serieus. Dat geldt voor iedereen. Ook bijv. bestuurders van de wereld en leiders van de kerk. Zotheid is de vrouwelijke hoofdpersoon, is een symbolische figuur. Ze houdt de mensen een spiegel voor.



Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Keuzestress
Vanaf 1517 kwam er meer strijd binnen de kerk. Maarten Luther wilde allerlei zaken vernieuwen. Rooms-katholieke kerkleiders stonden dat niet toe en zetten Luther uit de kerk. Luther begon zijn eigen kerk met zijn volgelingen: de protestantse of gereformeerde kerk.
Erasmus dacht veel over hetzelfde als Luther. Hij durfde alleen geen keuze te maken. Hij wilde niet met de Rooms-Katholieken breken en hoopte dat er een oplossing zou komen. Hij kreeg daarom van beide kanten veel kritiek van mensen.

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Weten jullie wat er naar Erasmus in Rotterdam is vernoemd en waarom?

Slide 36 - Open vraag

Vertel:
Hierbij stel ik de volgende vraag:
Weten jullie wat er naar Erasmus in Rotterdam is vernoemd en waarom?
Hierbij denken de kinderen na over of ze gebouwen/bruggen herkennen.
Ook waarom? Wat was er zo belangrijk aan Erasmus, dat gebouwen zijn naam krijgen?
De dood van Erasmus
In 1536 overleed Erasmus. Hij had zijn hele leven dubbele gevoelens voor zijn geboortestad/land. Hij noemde zichzelf Desiderius Erasmus van Rotterdam. Rotterdam is altijd trots geweest op zijn beroemde stadgenoot. In 1549 krijgt hij er een standbeeld en inmiddels zijn ook de Erasmus Universiteit en de Erasmusbrug naar hem vernoemd.


Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent humanisme?

Slide 38 - Open vraag

Erasmus was een 'humanist'. In het humanisme staat de mens in het middelpunt. Humanisten vinden dat je goed moet nadenken over hoe je met mensen, de wereld en jezelf omgaat.
Opdracht interview
Jullie gaan een interview houden met Desiderius Erasmus. (Helaas leeft hij niet meer, maar stel hij zou nog leven, wat zou je dan willen vragen.)
  • In tweetallen.
  • Schrijf op het formulier (krijg je van de leerkracht) minimaal vijf vragen die je graag over Erasmus zou willen weten.
  • Hierna zoek je al de antwoorden op op internet of hier in Lesson-up bij de slides met informatie over Erasmus.
  • Denk aan realistische vragen. Kan je een antwoord echt niet vinden, bedenk dan met z'n tweeën een nieuwe vraag.
  • Daarna komen jullie voor de klas je vragen + antwoorden presenteren die jullie graag wilden weten. (Dit mag, moet niet)

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Evalueren lesdoelen
  • Aan het einde van de les kunnen jullie vertellen hoe Rotterdam ontstaan is en waarom die plaats.
  • Aan het einde van de les kunnen jullie vertellen wie Desiderius Erasmus en waarom hij een belangrijke rol in Rotterdam heeft gespeeld.
  • Aan het einde van de les kunnen jullie het verschil tussen Amsterdam en Rotterdam vertellen.

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan het einde van de les kunnen jullie vertellen hoe Rotterdam ontstaan is en waarom die plaats.
Schrijf het antwoord op:

Slide 41 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Aan het einde van de les kunnen jullie vertellen wie Desiderius Erasmus en waarom hij een belangrijke rol in Rotterdam heeft gespeeld.
Schrijf het antwoord op:

Slide 42 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Aan het einde van de les kunnen jullie het verschil tussen Amsterdam en Rotterdam vertellen.
Schrijf het antwoord op:

Slide 43 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies