Paragraaf 5.1.08 (r)

Paragraaf 5.1.08
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 6 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Paragraaf 5.1.08

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kunt vier veranderingen noemen die hebben bijgedragen aan de 1e groene revolutie
  • Je kunt drie nadelen noemen van de 1e groene revolutie
  • Je kunt vier redenen noemen waarom de 1e groene revolutie in Sub-Sahara Afrika niet tot verbeteringen van de voedselproductie leidden.
  • Je kunt de overeenkomsten en verschillen benoemen tussen gentechnologie en marker-assisted selection.
  • Je kunt acht manieren noemen waarop de voedselproductie kan toenemen. 
  • Je kunt vier manieren noemen waarop gemengde landbouw voor meer voedselzekerheid kan zorgen. 
  • Je kunt drie voordelen van gemengde landbouw noemen
  • Je kunt zeven dingen noemen waarmee consumenten kunnen bijdragen aan de oplossing van het wereldvoedselprobleem.
  • Je kent enkele innovaties die kunnen bijdragen aan het oplossen van het wereldvoedselvraagstuk.
  • Je kunt enkele gedragsveranderingen noemen die kunnen bijdragen aan het oplossen van het wereldvoedselvraagstuk.

Slide 2 - Tekstslide

Huiswerk
  • Maak in het digitale werkboek uit paragraaf 1.7 opgaven 2ac en 4
  • Lees paragraaf 1.8 'Een tweede groene revolutie'. In dit gedeelte staan 3 opsommingen. Identificeer deze en schrijf ze in je schrift. Ze omvatten in totaal 11 onderdelen.
  • Lees paragraaf 1.8 'Gedragsverandering door consument en voedingssector'. Zoek in dit gedeelte 7 dingen waarmee consumenten kunnen bijdragen aan de oplossing van het wereldvoedselprobleem.

Slide 3 - Tekstslide

SO
Lees paragraaf 1.8 'Een tweede groene revolutie'. In dit gedeelte staan 3 opsommingen. Identificeer deze en schrijf ze in je schrift. Ze omvatten in totaal 11 onderdelen.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Aantekening
Acht manieren om voedselproductie kan toenemen.
Luister naar de uitleg en schrijf ze alle acht op 

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Slide 8 - Video

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Tekstanalyse
Lees gedragsverandering en goedkope technieken in periferie.
  • Zoek de 4 manieren waarop gemengde landbouw voor meer voedselzekerheid kan zorgen.
  • Zoek de 3 voordelen van gemengde landbouw.

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Aantekening
Luister naar de uitleg en schrijf de 7 dingen op waarmee consumenten kunnen bijdragen aan de oplossing van het wereldvoedselvraagstuk.

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

1

Slide 17 - Video

02:11
Hoeveel gooien Nederlandse huishoudens samen weg?

Slide 18 - Open vraag

Opdrachten
Maak van paragraaf 1.8 opdrachten 1abc en 3d
timer
8:00

Slide 19 - Tekstslide

1a
Nee, want op de eerste plaats is de bevolking in ontwikkelingslanden sneller gegroeid dan gemiddeld. Bovendien laat de grafiek niet zien of het landbouwareaal waarop graanteelt in ontwikkelingslanden plaatsvindt, veranderd is.


Slide 20 - Tekstslide

1b
 Op lagere schaalniveaus komen grote verschillen tussen gebieden aan het licht. In Sub-Sahara-Afrika heeft de groene revolutie namelijk nauwelijks tot een verbetering van de voedselproductiviteit geleid. In andere perifere gebieden moet de productiviteit dus veel meer toegenomen zijn dan de grafiek laat zien.

Slide 21 - Tekstslide

1c
 De eerste groene revolutie had negatieve neveneffecten voor het milieu en voor kleine boeren. Om voor toekomstige generaties blijvend voldoende voedsel te kunnen produceren, zullen daarom duurzamere keuzes gemaakt moeten worden.

Slide 22 - Tekstslide


2 a Bij gentechnologie worden de gewenste eigenschappen door middel van stukjes DNA direct geïmplanteerd in een organisme. Bij kruising en selectie moet je telkens afwachten of de gewenste eigenschap wel overgedragen is. Bovendien kun je met gentechnologie eigenschappen van verschillende organismen met elkaar combineren.

Slide 23 - Tekstslide

 b De genetisch gemanipuleerde zaden zijn duur en moeten elk jaar opnieuw aangeschaft worden. Voor landen in de periferie wordt het dan al snel te duur.
 c Bij marker-assisted selection wordt niet in het DNA ingegrepen. De mogelijke risico’s op milieu- en gezondheidsproblemen die bestaan bij gentechnologie ontbreken daardoor.

Slide 24 - Tekstslide


 d Er zijn door middel van deze methode gewassen ontwikkeld die ofwel enkele weken onder water kunnen staan, of die relatief weinig water nodig hebben. Door de klimaatverandering zullen sommige gebieden te maken krijgen met meer overstromingen en andere met toenemende droogte. De genoemde gewassen zullen in deze gebieden dus een hogere opbrengst hebben dan traditionele gewassen.

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Video

Opdrachten
Maak van 1.8 opdrachten 3,4 en 5 
timer
12:00

Slide 27 - Tekstslide

3 a Voor een deel wel: de meeste centrumlanden behalen een hoog percentage en de meeste perifere landen een laag percentage, maar vooral in de semiperifere landen zijn de behaalde percentages heel divers. Ook zijn er gebieden in de periferie die heel goed scoren en gebieden in het centrum die matig scoren.
 
 


Slide 28 - Tekstslide

 b Nee: groen wil zeggen dat de productiviteit hoog is ten opzichte van de maximaal haalbare productiviteit in dat gebied. Als de maximale productiviteit laag is, door bijvoorbeeld een ongunstig klimaat, kan een gebied met een lage productiviteit dus toch groen zijn. Omgekeerd kan in een oranje gebied de productiviteit best hoog zijn.
 c Australië is zeer dunbevolkt, waardoor de noodzaak ontbreekt om overal een maximale productiviteit te behalen.

 


Slide 29 - Tekstslide

3d
 Het is wel erg voor gebieden die ver van de maximale productiviteit af zitten: in deze gebieden is de kans groot dat er voedseltekorten zijn en dat de voedselproductie een lage economische waarde heeft. Aan de andere kant is het in principe voldoende als er wereldwijd genoeg voedsel wordt geproduceerd. Als de verdeling ervan optimaal zou zijn, hoeft de productiviteit niet overal maximaal te zijn. Bovendien zorgt intensieve landbouw voor meer milieuschade.
 


Slide 30 - Tekstslide

4 a D
 b Voor vismeel moet er evengoed wilde vis gevangen worden, waardoor de visstand alsnog daalt (zowel van de gevangen vissoorten als van de vissoorten die hoger in de voedselketen zitten).
 c Voorbeelden van voordelen:
  – Deze voedselbronnen kunnen het dreigende eiwittekort helpen voorkomen.
  – Deze voedselbronnen worden in (zee)water geteeld, wat de druk op het land verkleint.
  – Deze voedselbronnen kunnen vrijwel onbeperkt verbouwd worden.



Slide 31 - Tekstslide

 d – Voordeel: ze leveren eiwitten en zijn in veel landen al een normale voedselbron.
  – Nadeel: in landen waar insecten nog geen normale voedselbron zijn, zullen veel mensen hun weerstand moeten overwinnen.
5 a – Als de oogst van één gewas mislukt, leveren de andere gewassen toch nog voedsel op.
  – Gemengde landbouw bespaart kosten, onder meer doordat er minder irrigatie nodig is en minder of geen kunstmest en bestrijdingsmiddelen.


Slide 32 - Tekstslide

 b In centrumlanden komt overvoeding en verspilling het meest voor. Ook is de vleesconsumptie er het grootst. Bovendien kunnen consumenten in centrumlanden door hun hogere welvaart gemakkelijker kiezen voor alternatieve voedselbronnen.
 c Voorbeelden van juiste antwoorden: supermarkten kunnen groenten en fruit die er niet meer zo goed uitzien met korting verkopen, restaurants kunnen als keuze kleinere porties aanbieden.


Slide 33 - Tekstslide