IQ fases Hechting-problematiek Timmer Huygens

Wat gaan we doen vandaag?
Een les over: 
Timmer-Huijgens en IQ fases 
Hechting-problematiek 

1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 18 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Wat gaan we doen vandaag?
Een les over: 
Timmer-Huijgens en IQ fases 
Hechting-problematiek 

Slide 1 - Tekstslide

Doelen:
Aan het eind van de les ken de fases van gehandicapten
Kan je de oorzaken benoemen van de hechtingsproblematiek 
Kan je de verschillende hechtingen benoemen.

Slide 2 - Tekstslide

GHZ 
Het is belangrijk om te weten op welke manier mensen met een verstandelijke beperking de wereld ervaren en ordenen. Begeleiders kunnen hier inzicht in krijgen aan de hand van vier ervaringsordeningen. Met die kennis kunnen zij beter worden ondersteund.


Slide 3 - Tekstslide

Het is belangrijk om te weten op welke manier mensen met een verstandelijke beperking de wereld ervaren en ordenen. Begeleiders kunnen hier inzicht in krijgen aan de hand van vier ervaringsordeningen. Met die kennis kunnen zij beter worden ondersteund.

Slide 4 - Tekstslide

Timmers-Huigens beschrijft vier ervaringsordeningen:


Slide 5 - Tekstslide

1. Structurerende ervaringsordening (de ervaringen worden geordend vanuit het beoordelen en doorzien van verbanden) 

2. Vormgevende ervaringsordening (de ervaringen worden geordend via bestaande structuren met toevoeging van persoonlijke inzichten

Slide 6 - Tekstslide

3. Lichaamsgebonden ervaringsordening (de ervaringen van een persoon worden geordend vanuit de eigen lichamelijkheid)

4. Associatieve ervaringsordening (de ervaringen worden geordend vanuit vaste patronen)


Slide 7 - Tekstslide

Met de methode Timmers Ervaringsordening kun je als begeleider door middel van een ordening de eigen omgeving van de cliënt in kaart brengen. Daarvoor zijn vier vragen belangrijk, namelijk:


Slide 8 - Tekstslide

1. Is hun lichaam veilig?
2.  Is de omgeving betrouwbaar? 
3.Kennen zij de onderlinge verbinding? 
4. Mogen zij zichzelf zijn?


Slide 9 - Tekstslide

Je krijgt het volgende formulier en kan actief meekijken bij het volgende filmpje

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

ARGOS
De methode ARGOS is ontwikkeld voor zorgteams die zorgvragers met een verstandelijke beperking en een hechtingsstoornis begeleiden.
ARGOS is toepasbaar bij mensen met een lichte of matige verstandelijke beperking in combinatie met een hechtingsstoornis. De methode is geschikt voor zorgvragers van alle leeftijden.

Slide 12 - Tekstslide

ARGOS staat voor:
Angst: de zorgvrager ervaart alles en iedereen als bedreiging.

Relaties: de zorgvrager heeft meestal alleen oppervlakkige contacten en ervaart diepere relaties als bedreigend.
Geweten: de gewetensontwikkeling van de zorgvrager is achtergebleven.
Overlevingsgedrag: de zorgvrager houdt zich staande door de wereld om zich heen constant onder controle te houden.
Stress: de zorgvrager heeft meer (lichamelijke) stress dan anderen en kan dit minder makkelijk kwijtraken via de 'normale weg' van contact en geborgenheid.





Slide 13 - Tekstslide

Hechting
Hechting is een proces van interactie tussen een kind en een of meer van zijn opvoeders, doorgaans de ouders, dat leidt tot een duurzame affectieve relatie. Hechting vindt in de eerste levensjaren van het kind plaats. Het is een elementair onderdeel van de ontwikkeling van het kind en medebepalend voor een gezonde identiteitsvorming.
(Bron: nji.nl)

Slide 14 - Tekstslide

Werkwijze
Met de methode ARGOS kom je in drie stappen tot de juiste handvatten voor de begeleiding van iemand met een hechtingsstoornis én een verstandelijke beperking.
Stap 1. Overzicht krijgen: herkennen van de hulpvraag achter het gedrag.
Stap 2. Inzicht krijgen: begrijpen van de functionele betekenis van dat gedrag.
Stap 3. Uitzicht krijgen: begeleiding bieden om de zorgvrager uitzicht te geven op ander gedrag.



Slide 15 - Tekstslide

Zorgpad opdracht 
https://zorgpad.digitaal.noordhoff.nl

Slide 16 - Tekstslide

Zeer ernstige verstandelijke beperking
IQ: 0 – 20
Ontwikkelingsleeftijd: Tot 2 jaar
Niveau Ervaringsordening: Lichaamsgebonden
Ernstige verstandelijke beperking
IQ: 20 – 35
Ontwikkelingsleeftijd: 2 – 4 jaar
Niveau Ervaringsordening: Associatief
Matige verstandelijke beperking
IQ: 35 – 50
Ontwikkelingsleeftijd: 4 – 7 jaar
Niveau Ervaringsordening: Associatief / structurerend

Slide 17 - Tekstslide


Lichte verstandelijke beperking
IQ: 50 – 70
Ontwikkelingsleeftijd: 7 – 12 jaar
Niveau Ervaringsordening: Structurerend
Zwakbegaafd
IQ: 70 – 85
Ontwikkelingsleeftijd: >12 jaar
Niveau Ervaringsordening: Vormgevend

Slide 18 - Tekstslide