Argumenteren 2 H5

Argumenteren
1 / 21
volgende
Slide 1: Woordweb
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Argumenteren

Slide 1 - Woordweb

Argumentatieschema's (1/3)
1. Argumentatie op basis van kenmerken;
Op basis van een kenmerk, een voorbeeld of voor- en nadelen. 
Op basis van kenmerk::
Hij heeft rood haar, dus hij heeft een opvliegend karakter. 
Op basis van voorbeelden:
Zij is chaotisch: gisteren was ze haar tas vergeten en vandaag heeft ze zich verslapen.
Op basis van voor- en nadelen: 
Ik hoop dat we niet naar dat dorp verhuizen, dat is veel te ver fietsen naar school. 

Slide 2 - Tekstslide

Argumentatieschema's (2/3)
2. Argumentatie op basis van vergelijking.
Zijn er behalve overeenkomsten ook verschillen?
Zijn zus is een studiebol. Hij zal ook wel goed kunnen leren.
Israël mag kernwapens hebben, dus Iran mag dat ook. 

Slide 3 - Tekstslide

Argumentatieschema's (3/3)
3. Argumentatie op basis van causaliteit
Oorzaak-gevolg en doel-middelrelatie
Hulpverleners zullen minder met geweld te maken krijgen want de straffen zijn veel zwaarder geworden. (doel-middel)
Twee vragen: leidt het een wel tot het ander en het het doel ook op een andere manier bereikt kunnen worden? 

Slide 4 - Tekstslide

Leg in je eigen woorden uit wat een argumentatieschema is.

Slide 5 - Open vraag

Wat voor schema?
Het is een goede beslissing geweest om de scholen weer te openen. Onderwijs is belangrijk voor het welzijn, de ontwikkeling en de gezondheid van kinderen. 

Slide 6 - Tekstslide

Het is een goede beslissing geweest om de scholen weer te openen. Onderwijs is belangrijk voor het welzijn, de ontwikkeling en de gezondheid van kinderen.
A
kenmerken
B
causaal
C
vergelijking
D
drogredenen

Slide 7 - Quizvraag

Vlees eten:
Arjen is niet echt met milieuproblematiek bezig
Arjen eet vlees
Arjen geeft zijn kinderen een verkeerd voorbeeld
Arjen eet vlees

Slide 8 - Tekstslide

Wat is een goede aanval op deze redenering?

Slide 9 - Open vraag

Oorzaak-gevolg / doel-middel
Oorzakelijk verband:
Het regent, waardoor de straten nat worden.

Doel middelverband:
Om een hoger cijfer te krijgen, ga ik harder studeren.

Slide 10 - Tekstslide

Wat is de overeenkomst tussen een oorzaak-gevolgrelatie en een doel-middelrelatie?

Slide 11 - Open vraag

Wat is het verschil tussen een oorzaak-gevolgrelatie en een doel-middelrelatie?

Slide 12 - Open vraag

Slide 13 - Video

Hoe kun je kritiek leveren op de redenatie: "Leven en laten leven, dat weet ieder weldenkend mens"

Slide 14 - Open vraag

redenering:
"We moeten veel meer woningen bouwen in Nederland. En dan niet van die grote, dure, luxe vrijstaande huizen, maar ook juist kleinere en betaalbare woningen. De minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke ordening en Milieubeheer zegt dit zelf". (zie ook pag. 106, opdr. 5)

Slide 15 - Tekstslide

Wat is het argument?
A
We moeten veel meer woningen bouwen in Nederland
B
De minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke ordening en Milieubeheer zegt dit zelf
C
En dan niet van die grote, dure, luxe vrijstaande huizen, maar ook juist kleinere en betaalbare woningen.

Slide 16 - Quizvraag

Wat is het verzwegen argument?
"We moeten veel meer woningen bouwen in Nederland. De minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke ordening en Milieubeheer zegt dit zelf"

Slide 17 - Open vraag

Is dat een drogreden?
Zo ja waarom, zo nee waarom niet?

Slide 18 - Woordweb

In deze les:
  • Hebben we argumentatieschema's en drogredenen behandeld.
  • Je hebt geoefend met verzwegen argumenten.
  • Je hebt over 9 verschillende drogredenen gelezen.
  • Je hebt geoefend met verzwegen standpunt/ autoriteit.

Slide 19 - Tekstslide

Wil je met (delen van) argumentatie nog meer oefenen?
A
ja
B
nee

Slide 20 - Quizvraag

Huiswerk WB p. 104
Lees de tekst "Is er een verband tussen rappers, series en criminaliteit?". 
Maak opdracht 14 t/m 21 
Geef complete antwoorden, in hele zinnen van hoofdletter tot punt. Maak een foto van het huiswerk en post die op magister voor aanvang van de les van donderdag  

Slide 21 - Tekstslide