Fictie les 4 Het zusje van

Titel: Het zusje van
Auteur: Carlie van Tongeren
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1,2

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Titel: Het zusje van
Auteur: Carlie van Tongeren

Slide 1 - Tekstslide

Flaptekst

Slide 2 - Tekstslide

Ken je dit boek?
A
Ja, ik heb er wel eens van gehoord.
B
Ja, ik heb het gelezen.
C
Nee.
D
Nee, maar ik ken wel de schrijfster.

Slide 3 - Quizvraag

Hoe leuk lijkt dit boek je?
😒🙁😐🙂😃

Slide 4 - Poll

Dit verhaal is:
A
Realistische fictie
B
Niet-realistische fictie
C
Realistische non-fictie
D
Niet-realistische non-fictie

Slide 5 - Quizvraag

Maandag 8.28 uur
‘Daar is ze.’ ‘!"#, ze ís er gewoon!’ 'Dat is dus zijn zusje.’
Bam! Als antwoord klap ik het deurtje van mijn kluisje dicht. Vier paar meisjesogen kijken me aan, verschrikt en niet bepaald vriendelijk. Wat ik tegen ze wil zeggen: ‘Ja, ik ben er. !"#, natuurlijk ben ik er. Want hé, weet je, ik heb gewoon leerplicht, hoor.’ Wat ik tegen ze zeg: niks.
Ik ben te druk met op mijn lip bijten om te voorkomen dat ik ga huilen. En ik wil zeker niet falen vóór het eerste uur. Als de meisjes weg zijn, valt mijn oog op Zoës kluisje. Op precies dezelfde hoogte als het mijne, met maar één rij tussen ons in. Ik kijk naar het beige rechthoekige deurtje, waarnaar ik al zo vaak heb gekeken. Het is alsof haar rechterhand met die opvallende blauwgroene ring ieder moment de sleutel kan omdraaien. Maar dat kan niet. En dat weet de jongen die een van de kluisjes tussen ons in heeft en die me nu een vuile blik toewerpt, ook.
‘Hé! Had nou even gewacht, dan was ik samen met je naar binnen gelopen.’ Nadia steekt haar arm door de mijne en pakt mijn hand stevig vast. Ik ben dolblij dat ze er is. Vluchtig kijk ik de aula door, maar mijn andere vriendinnen zijn nog nergens te bekennen. ‘Als ik op jou moet wachten, ben ik altijd te laat,’ zeg ik. Ik knipoog, maar de rest van mijn gezicht lacht niet mee.
Op een gewone maandag zou Nadia nu heel droog ‘haha’ zeggen en zelf een veel betere grap maken. Maar nu zegt ze, met een intens meelevende blik: ‘Je hoeft nu echt geen grapjes te maken, hoor. Dit is… moeilijk.’ Ze wappert met haar hand. 
Ik pers mijn lippen op elkaar en probeer te glimlachen. Het ziet er vast niet uit, maar dat geeft niet. Alles is nu beter dan huilen. ‘

Slide 6 - Tekstslide

Wat is er aan de hand? Waarom is Liv zo gespannen en waarom reageert iedereen zo op haar?
timer
2:00

Slide 7 - Open vraag

Beschrijf wat Liv ervaart op deze eerste dag op school na het ongeluk. Hoe reageren anderen op haar?
timer
2:00

Slide 8 - Open vraag

Wat probeert Liv de hele tijd voorkomen?
timer
1:00

Slide 9 - Open vraag

Het zweet breekt me uit. Voor de deur van het lokaal van Stevens, onze lerares Engels en mentor, trek ik aan Nadia’s arm. ‘Is het niet raar dat ik hier ben? Iedereen kijkt naar me!’
Nadia knikt en schudt dan haar hoofd. ‘Ja, het is raar. En nee, daar kun jij niets aan doen.’ Ze schokschoudert. ‘Anders had school je een aparte mail moeten sturen met wat jij vandaag moet doen. Toch?’
Ik knik en gesterkt door Nadia’s woorden loop ik het lokaal in. Ik ben blij met mijn vaste tafeltje, omdat ik naast Nadia zit en ook omdat je bij iets vasts even niet na hoeft te denken. Emma zit op de rij voor ons en Jeressa zit helemaal aan de andere kant van het lokaal – verplicht, omdat ze in de eerste week al te veel kletsten.
‘Hé, Em.’ Ik tik op haar schouder. Even is het alsof Emma’s lichaam bevriest. Maar dan zie ik haar schouders weer zakken en volgens mij mompelt ze iets. Waarom draait ze zich niet even om, zodat we kunnen praten? ‘Jongens en meisjes,’ zegt mevrouw Stevens als iedereen is binnengedruppeld. Ze leunt tegen het bureau en kijkt ernstiger dan anders. En ze praat Nederlands, valt me ineens op. ‘Vandaag is jullie rooster aangepast en hebben jullie een blokuur les van mij. Of nou, niet echt les, geen Engels, maar…’ Ze slikt. ‘Jullie hebben vast allemaal gehoord van het vreselijke ongeluk, waarbij Zoë Pinkers uit klas VM2A is overleden. Alle mentoren besteden daar nu aandacht aan, want zo’n ernstig ongeluk van iemand die je kent of die dicht bij je staat, kan veel verdriet of vragen oproepen. Aansluitend is er een herdenkingsbijeenkomst in de aula voor alle leerlingen en docenten.’ 

Slide 10 - Tekstslide

Emma breekt. Ze moet ineens zo hard huilen dat ze niet meer verder kan praten. Jeressa staat op om haar te troosten en Stevens komt aanlopen met een tissuedoos. Er beginnen nog meer klasgenoten te snikken. ‘Donderdag zou er een scout komen kijken op training,’ vertelt Emma verder nadat ze haar neus heeft gesnoten. Ze klinkt iets rustiger. ‘We hadden speciaal voor Zoë een T-shirt laten bedrukken, omdat zij de sterspeler is van ons team en we heel erg hoopten dat ze ontdekt zou worden. En nu ligt dat T-shirt bij mij thuis en…’  Emma barst weer in huilen uit. Ik zit zo dichtbij dat ik haar makkelijk zou kunnen aanraken of troosten, net als Jeressa en Stevens. Maar ik ben compleet bevroren door Emma’s tranen.
Ik weet dat Emma Zoë beter kende dan ik. Ze zit sinds kort op voetbal, bij Zoë en Katja in het team. Maar ik had helemaal niet door dat ze echt vriendinnen aan het worden waren. Emma kent mij al veel langer. Wij zijn al vriendinnen sinds de basisschool. Of betekent dat niets? ‘Emma,’ zegt Stevens als ze weer voor de klas staat, ‘Verdriet hebben – en zeker rouwen – is een lang proces. Dat doe je niet in één keer achter elkaar, maar steeds een stukje, tussen alle andere dingen door. Jullie mogen altijd even…’ Ik probeer te luisteren naar mijn mentor, maar er zijn te veel dingen die me afleiden. Mijn ingewanden bijvoorbeeld, die voelen alsof ze de weg kwijt zijn in mijn lichaam. En die hevige, aanhoudende benauwdheid. Maar het meest word ik afgeleid door hoofden: mijn eigen hoofd dat zich continu afvraagt wanneer ze over Alex zullen beginnen en de hoofden van mijn klasgenoten die steeds (zogenaamd stiekem) mijn kant opdraaien. Ik ben opgehouden met tellen, want voor iedere klasgenoot die wegkijkt, krijg ik wel weer een andere blik terug.

Slide 11 - Tekstslide

Tot nog toe verloopt het blokuur rustig en respectvol. Het is vooral Stevens die aan het woord is – met zweetplekken onder haar oksels en rode wangen alsof ze net van de atletiekbaan komt, maar ze doet haar best. De rest van de klas huilt of is verrassend stil. Sommige klasgenoten vertellen een mooie herinnering aan Zoë. Mijn benauwde gevoel verdwijnt wat naar de achtergrond en ik leg mijn hand, die ik onbewust de hele tijd tot vuist heb gebald, plat op tafel. Mijn andere hand heeft Nadia sinds de bel vast, klam en wel.
‘Wil iemand anders nog iets zeggen?’ vraagt Stevens dan.
‘Ja, ik,’ zegt Micha. ‘Ik heb gelezen dat de gast die Zoë heeft aangereden dronken was.’
‘Je bedoelt de broer van Liv,’ zegt Roberto.
‘Nou, ik ben – ja, dat klinkt misschien gek – blij dat je dat benoemt, Roberto,’ zegt Stevens. En dan voel ik dat ook mijn mentor me aankijkt. ‘Want Liv, ik begrijp dat jij je in een… bijzondere positie bevindt en ik denk dat het belangrijk is om daar ook over te praten met elkaar.’ ‘Inderdaad,’ zegt Nadia volmondig en ik zou haar wel willen zoenen. ‘Vind je het goed als we het over je broer hebben?’
Het is een wonder, gezien die hele bevriestoestand, maar ik knik. Ik ben er klaar mee om hier te zitten en te doen alsof ik er niet ben, terwijl iedereen toch wel weet dat ik er ben. En Stevens kijkt vriendelijk naar me.
Gewoon hetzelfde als naar iedereen en dat sterkt mijn vertrouwen. ‘Vertel maar hoe jij je erbij voelt, als je wilt.’


Slide 12 - Tekstslide

‘Eh, moe. Want ik heb nauwelijks geslapen sinds donderdag. En vreselijk,’ zeg ik. Na een adempauze vertel ik vloeiender. Eigenlijk voelt het best fijn om erover te praten. ‘Het is een… zwaar weekend geweest. Want Alex moest heel lang geopereerd worden, meer dan vijf uur, aan zijn lever. En daarna lag hij twee dagen in coma en toen hij zondagochtend wakker werd en me herkende, was ik zó blij.’ Ik voel dat ik een glimlach om mijn mond heb. Maar als ik opkijk, zie ik dat niemand anders glimlacht, behalve Nadia.
‘Blij? Jij bent blij dat Zoë dood is?’ ketst Roberto terug.
‘Roberto, dat is niet wat Liv zei. Liv is blij dat haar broer het ongeluk heeft overleefd,’ is Stevens me voor.
Gelukkig, want ik weet niet wat ik moet zeggen. Ik kan niet eens iets zeggen, omdat ik te druk ben met genoeg lucht binnenkrijgen.
‘Dat is toch hetzelfde?’ mengt Saïda zich in de discussie.
‘Nee, dat is niet hetzelfde…’
‘Wel! Want op Instagram was Liv ook al “zo zo zo blij”,’ imiteert Saïda mijn story aanstellerig. ‘Ik vind het dus echt niet oké dat…’
‘Het is toch Alex’ schuld dat Zoë dood is?! Lees het nieuws maar!’ roept Roberto daar dwars doorheen.

Slide 13 - Tekstslide

Geef antwoord op de volgende 4 vragen:
1. Wat is de grootste zorg van Liv?
2. Wat is de grootste zorg van klasgenoten?
3. Hoe denk jij over Alex op basis van dit fragment? Kijk je meer zoals Liv of meer zoals de klasgenoten naar hem?
4. Vind je de reacties van de klasgenoten uit het fragment terecht? Waarom wel of niet?

timer
5:00

Slide 14 - Open vraag

‘Alex kon er niks aan doen,’ zeg ik dan. Geen idee waarom. Want ik heb van Alex nog helemaal niks over het ongeluk gehoord.
Vanaf dat moment is er geen houden meer aan. Roberto gooit zijn tafel op de grond, Emma stormt huilend het lokaal uit gevolgd door Jeressa, ik krijg een schrift tegen mijn hoofd en later nog een trap tegen mijn hielen, Nadia probeert me met man en macht te verdedigen, Stevens schreeuwt maar Roberto, Kobe en Micha schreeuwen nog veel harder. Complete chaos. Het gaat nu meer over Alex en dat hij dronken was en dat ik blij ben, dan dat het over Zoë gaat en dat zij er niet meer is. Ieder klein dingetje dat over Alex wordt gezegd doet me pijn. Hij is mijn broer, maar in de ogen van iedereen op het Parel College is hij het monster dat Zoë om het leven heeft gebracht.
En het ergste is: ik zie hem nu ook een beetje door hun ogen. Eerst was ik alleen maar bezig met Alex en of hij het wel zou halen. Die angst was zo groot dat al het andere werd overschaduwd. Nu voel ik voor het eerst boosheid en twijfel, en daar schrik ik enorm van.

Slide 15 - Tekstslide

In het verhaal zie je dat Liv worstelt met haar gevoelens. Je komt als lezer erg dichtbij; je leert haar goed kennen. Je ziet haar eigen verdriet, haar schaamte over het gedrag van Alex, haar boosheid, haar frustratie en onmacht in de omgang met klasgenoten en ooit zal ze ook haar broer weer onder ogen moeten kunnen komen.
Schrijf een troostend/steunend appje naar Liv. Wat wil je haar vertellen? Welke adviezen zou je haar willen geven?

timer
4:00

Slide 16 - Open vraag

Slide 17 - Video

Wat was een belangrijk thema in Het zusje van?
A
Pesten
B
Blijheid
C
Vriendinnen
D
Verdriet

Slide 18 - Quizvraag

Wat vind je van dit verhaal? Leg ook uit waarom je dit vindt.

Slide 19 - Woordweb

Stel: je gaat een boek lezen. Zou dit boek dan voor jou een goede optie zijn?
A
Ja.
B
Nee.

Slide 20 - Quizvraag

Einde! Wat vond je van deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 21 - Poll