betrekkelijk voornaamwoord 2Latijn

1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Wat is in deze zin het betrekkelijk voornaamwoord?

De leraar, die thuis zat, ging stiekem naar school.

A
De leraar
B
die
C
thuis
D
ging

Slide 9 - Quizvraag

Wat is in deze zin het antecedent?

De leraar, die thuis zat, ging stiekem naar school.

A
De leraar
B
die thuis zat
C
stiekem
D
ging

Slide 10 - Quizvraag

Wat is in deze zin het betrekkelijk voornaamwoord?

De leerling kreeg van zijn ouders, die erg trots waren, een gouden horloge.

A
De leerling
B
zijn ouders
C
die
D
een gouden horloge

Slide 11 - Quizvraag

Wat is in deze zin het antecedent?

De leerling kreeg van zijn ouders, die erg trots waren, een gouden horloge.

A
De leerling
B
zijn ouders
C
die
D
een gouden horloge

Slide 12 - Quizvraag

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

De man, die een hoed draagt, loopt op straat.
Welk Latijns woord moet je gebruiken voor 'die'?
(Tip: p.128 hulpboek)

Slide 19 - Open vraag

De vrouw, die ik zag, droeg een hoed.
Welk Latijns woord moet je gebruiken voor 'die'?
(Tip: p.128 hulpboek)

Slide 20 - Open vraag

Oefenen!
Maak mandatum XII op p.134 van je Hulpboek 
(alleen de b-zinnen)

Slide 21 - Tekstslide

  1. Urbem, quae in septem montibus aedificata est, Romam vocamus.
  2. Urbs, cui muros Romulus aedificabat, erat Romam.
  3. Populus, cuius rex erat Romulus, Romae vivebat.
  4. Mons, in quo Romulus signum deorum exspectavit, erat mons Palatinus.
  5. Mandatum, quod Remo maxime placebat, erat murum aedificare.
  1. De stad, die tussen zeven bergen is gebouwd, noemen wij Rome.
  2. De stad, voor welke Romulus de muren bouwde, was Rome.
  3. Het volk, waarvan de koning Romulus was, leefde in Rome.
  4. De berg, waarop Romulus een teken van de goden heeft gezien, was de berg Palatijn.
  5. De opdracht, die Remus zeer beviel, was een muur te bouwen.

Slide 22 - Tekstslide