Economie 6.3 3K

1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMBOMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3Studiejaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Economie
Meneer Temmink

Slide 2 - Tekstslide

Vandaag
Productie en markt
Produceren maar!
Wat wordt de prijs?
Hoe sta jij ervoor op de markt?

Slide 3 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen?
  • Quiz over 6.3 + herhalingen
  • Vragen die in de toets kunnen voorkomen behandelen.

Slide 4 - Tekstslide

De kaartjes voor een concert zijn al gauw uitverkocht. Daarna staan ze op Marktplaats voor een hoger bedrag te koop. Hoe kun je dit verklaren?
A
Er zijn nog genoeg kaartjes te koop.
B
Er komt een extra band optreden
C
Er zijn geen kaarten meer, de kaarten worden dus schaarser
D
Alles op Marktplaats is duurder

Slide 5 - Quizvraag

Het aanbod van producten komt van consumenten / producenten
A
Consumenten
B
Producenten

Slide 6 - Quizvraag

De vraag naar producten komt van consumenten / producenten
A
Consumenten
B
Producenten

Slide 7 - Quizvraag

Wat is in onderstaand verhaal de afzet?
A
900
B
900 x 14 = 12.600
C
14
D
900 x 16,50 = 14.850

Slide 8 - Quizvraag

Wat is in onderstaand verhaal de omzet?
A
900
B
900 x 14 = 12.600
C
14
D
900 x 16,50 = 14.850

Slide 9 - Quizvraag

Wat is in onderstaand verhaal de omzet, als de verkoopprijs 16,50 is
A
900
B
900 x 14 = 12.600
C
14
D
900 x 16,50 = 14.850

Slide 10 - Quizvraag

Wat is de omzet als de verkoopprijs 9,50 is en de afzet 150?
A
9,50
B
150
C
1.425
D
5.625

Slide 11 - Quizvraag

Wat is de afzet als de verkoopprijs 1,95 is en de omzet 39.000?
A
1,95
B
2.000
C
5.625
D
20.000

Slide 12 - Quizvraag

Hoeveel fietsen heb je verkocht als je marktaandeel 43% is en in de gehele markt zijn 928.000 fietsen verkocht?
A
269.120
B
399.040
C
500.000
D
928.000

Slide 13 - Quizvraag

Deze marktaandelen zijn op basis van...
A
Afzet
B
Omzet

Slide 14 - Quizvraag

Er vier winkels die computerspellen verkopen. Hun totale omzet is in een jaar € 410.000. Een van deze winkels is GameGate. Deze winkel heeft een jaaromzet van € 147.600.
Hoeveel procent is het marktaandeel per winkel als ze alle vier evenveel verkopen?
A
1%
B
4%
C
25%
D
147.600 : 410.000 x 100 = 36%

Slide 15 - Quizvraag

Er vier winkels die computerspellen verkopen. Hun totale omzet is in een jaar € 410.000. Een van deze winkels is GameGate. Deze winkel heeft een jaaromzet van € 147.600.
Bereken het percentage van het marktaandeel van GameGate
A
1%
B
4%
C
25%
D
147.600 : 410.000 x 100 = 36%

Slide 16 - Quizvraag

Welke P hoort bij onderstaande tekst
‘Onze medewerkers kennen alle games!’
A
Personeel
B
Presentatie
C
Product
D
Promotie

Slide 17 - Quizvraag

Welke P hoort bij onderstaande tekst
‘Verkoop in de winkel en via onze website.’
A
Plaats
B
Prijs
C
Product
D
Promotie

Slide 18 - Quizvraag

Lars verkoopt in een jaar 420 e-bikes voor € 2.350 per stuk.
Hoeveel is zijn omzet?
A
2.350
B
987.000
C
2.340.950
D
812.000

Slide 19 - Quizvraag

De inkoopwaarde van de fietsen was in totaal € 742.000. Bereken de brutowinst.
A
987.000
B
742.000
C
245.000
D
25%

Slide 20 - Quizvraag

Lars had in dat jaar € 276.300 aan bedrijfskosten.
Bereken het nettoresultaat. Omcirkel of het nettowinst of nettoverlies was.
A
276.300
B
245.000
C
31.300
D
-31.300

Slide 21 - Quizvraag

Einde
Maak de oefentoets, dan bespreken we daarna 2 opdrachten

Pak je boek

Slide 22 - Tekstslide