Stijlfiguren hoofdstuk 2 en 4
H2: Hyperbool, eufemisme, understatement (en litotes)
H4: Pleonasme , tautologie (en contaminatie)
1. Mijn opa krijgt medicijnen voor het bevorderen van de stoelgang.
2. Ik bid de schijven uit m'n knieën.
3. Er zijn forse bezuinigingen genomen, maar we merken er echter niets van.