Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Betoog
Nederlands
Wat gaan we doen:
Betoog
1 / 25
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
MBO
Studiejaar 4
In deze les zitten
25 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
50 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Nederlands
Wat gaan we doen:
Betoog
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Waar denk jij aan bij een
'betoog'?
Slide 3 - Woordweb
Welke tekstdoel past bij een betoog?
Slide 4 - Open vraag
Betoog
iemand overtuigen van jouw mening
Slide 5 - Tekstslide
Hoe overtuig je iemand van jouw mening?
Slide 6 - Open vraag
Stelling / standpunt
Jouw mening in één zin
bijv. vuurwerk moet verboden worden
Slide 7 - Tekstslide
Dus in een betoog probeert de schrijver je te .........
A
aan het denken te zetten
B
overtuigen
Slide 8 - Quizvraag
Wat is het verschil tussen
een feit en een mening?
Slide 9 - Woordweb
Feit, mening of argument?
Feit:
een feit kun je controleren.
Mening:
een mening is iets wat iemand vindt.
Argument:
een reden waarom je een bepaalde mening hebt. Je herkent een argument aan signaalwoorden, zoals: want, omdat, daarom, namelijk.
Slide 10 - Tekstslide
De schrijver probeert bij een betoog ook de tegenpartij af te zwakken en geeft daarom
A
argumenten
B
meningen
Slide 11 - Quizvraag
Een goede schrijver bedenkt in zijn betoog al tegenargumenten. Waarom zou hij dit doen?
A
Het haalt zijn eigen stuk onderuit.
B
Hij kan direct aangeven waarom dit niet zo is.
C
Hij kan zijn argumenten daardoor zwaarder laten wegen.
D
Hij houdt wel van een beetje tegengas.
Slide 12 - Quizvraag
Argumenten
voor
Waarom klopt jouw mening
ondersteuning van je standpunt
Argumenten
tegen
Waarom kunnen mensen anders denken over het standpunt?
waarom kun je zeggen: 'Dit standpunt klopt niet'?
Slide 13 - Tekstslide
Mijn buurman moet de nieuwe minister president worden.
A
feit
B
mening
C
argument
Slide 14 - Quizvraag
Omdat hij goede standpunten heeft.
A
feit
B
mening
C
argument
Slide 15 - Quizvraag
Uit onderzoek blijkt dat roken slecht is voor je gezondheid.
A
feit
B
mening
C
argument
Slide 16 - Quizvraag
Het slot van een betoog is vaak een .....
A
tegenargument
B
conclusie
C
opsomming
D
mening
Slide 17 - Quizvraag
Hoe is een betoog opgebouwd?
Inleiding: je introduceert het onderwerp en geeft je mening.
Kern: je onderbouwt je mening met twee argumenten.
Je geeft ook twee tegenargumenten en je weerlegt een
tegenargument.
Slot: conclusie of samenvatting
Slide 18 - Tekstslide
opbouw argument
1. wat is je argument?
2. waarom is dit zo? (uitleg)
3. geef een voorbeeld
Slide 19 - Tekstslide
Vuurwerk moet verboden worden
Formuleer een 'goed' argument voor jouw stelling:
1. argument noemen
2. waarom
3. voorbeeld
Slide 20 - Tekstslide
en nu:
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Tekstslide
Slide 23 - Tekstslide
Slide 24 - Tekstslide
Slide 25 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Betoog
April 2023
- Les met
14 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 4
4.3 Betoog en 4.4 Beschouwing
Januari 2021
- Les met
19 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 2
Betoog
Maart 2018
- Les met
10 slides
Nederlands
MBO
Examentraining schrijven: Het betoog
Maart 2024
- Les met
15 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1,2
Betoog
Oktober 2024
- Les met
18 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1,2
Betoog
Oktober 2022
- Les met
16 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 2
Betoog
Maart 2022
- Les met
16 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 2
betoog/beschouwing leerjaar 2 3F
November 2018
- Les met
27 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1