klas 2B 10/11

Welkom bij Nederlands!
- ga rustig zitten
- leg je Nederlandse boek, schrift en etui klaar 
- leesboek 

1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

In deze les zitten 21 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom bij Nederlands!
- ga rustig zitten
- leg je Nederlandse boek, schrift en etui klaar 
- leesboek 

Slide 1 - Tekstslide

planning voor vandaag:

- Zijn er nog vragen over woordenschat h1 en h2?
- Stukje poezie










Slide 2 - Tekstslide

terugblik h1
woordbetekenis door: synoniem, stukje terug of verder lezen, voorbeeld in de tekst, tegenstelling in de tekst? of een bekend woorddeel --> on (herkenbaar) = niet
                       --> her (halen) = opnieuw
                        --> loos (zin) = zonder

Slide 3 - Tekstslide

terugblik h2
schrijf op:
hoe vind je een woordbetekenis?
wat is figuurlijk taalgebruik?
timer
2:30

Slide 4 - Tekstslide

Lesdoel
- je leert over poezie

Slide 5 - Tekstslide

startopdracht
- maak startopdracht 1, blz. 68 

Slide 6 - Tekstslide

antwoorden startopdracht
Startopdracht
1 c Eerst leg je de twee bankbiljetten op elkaar. Het biljet van 5 ligt onderaan, en dat van 10 bovenaan.
d Daarna rol je de twee biljetten samen op. Maar let op!
a Rol de bankbiljetten zo op, dat je het biljet van 5 euro nog een extra keertje extra kunt ronddraaien.
b Rol ze ten slotte weer uit elkaar en kijk: nu ligt het biljet van 5 euro bovenaan, en dat 10 onderaan.
2 meest waarschijnlijke antwoorden zijn: eerst, daarna, ten slotte. (Ook goed: maar)

Slide 7 - Tekstslide

theorie
 - filmpje 

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Link

zelfstandig werken
- Maak opdracht 1, blz. 69
ga verder met opdracht 2, blz, 70


timer
25:00

Slide 10 - Tekstslide

pauze
Tot straks! 12:35

Slide 11 - Tekstslide

voorlezen
Reinaert de Vos 
timer
10:00

Slide 12 - Tekstslide

samen tekst 2 doornemen
Online winkelen
timer
10:00

Slide 13 - Tekstslide

antwoord opdracht 1
1 online winkelen
2 B online shoppen is makkelijk ↔ het gaat soms mis
3 maar
4 twee van de volgende antwoorden:
- Je weet niet altijd precies waar je aan toe bent.
- Je weet niet van wie je koopt.
- Je weet niet of de webshop betrouwbaar is.
5 Je controleert dan of de webshop echt aangesloten is bij dat keurmerk.
6 eerst (al. 2), vervolgens (al. 3), ten slotte (al. 4)
7 eigen antwoord, bijvoorbeeld:
De schrijver had alinea 3 en 4 kunnen omwisselen. Het maakt niet uit wat waar je eerst op let: op de manier van betalen of de regels rondom bedenktijd. Het keurmerk (al. 2) moet wel als eerste.

Slide 14 - Tekstslide

antwoord opdracht 1
1 online winkelen
2 B online shoppen is makkelijk ↔ het gaat soms mis
3 maar
4 twee van de volgende antwoorden:
- Je weet niet altijd precies waar je aan toe bent.
- Je weet niet van wie je koopt.
- Je weet niet of de webshop betrouwbaar is.
5 Je controleert dan of de webshop echt aangesloten is bij dat keurmerk.
6 eerst (al. 2), vervolgens (al. 3), ten slotte (al. 4)
7 eigen antwoord, bijvoorbeeld:
De schrijver had alinea 3 en 4 kunnen omwisselen. Het maakt niet uit wat waar je eerst op let: op de manier van betalen of de regels rondom bedenktijd. Het keurmerk (al. 2) moet wel als eerste.

Slide 15 - Tekstslide

antwoord opdracht 1
8 voorbeelden van hoe je vooraf kunt betalen
9 - voordeel: Het is snel. / Het is eenvoudig.
- nadeel: Je kunt je betaling niet zomaar ongedaan maken.
10 - betalen met een acceptgirokaart
- onder rembours laten bezorgen
11 eigen antwoord, bijvoorbeeld:
- voordeel: Je hebt bij online winkelen veel meer keuze dan in een gewone winkel.
- nadeel: Bij online winkelen kun je kleren niet eerst even passen.


Slide 16 - Tekstslide

Wat hebben we gedaan?
-

Slide 17 - Tekstslide

huiswerk 16/11
Lees tekst 3, blz. blz. 70, maak opdracht 2
Lees de theorie van h1 en h2 woordenschat

Slide 18 - Tekstslide

wat hebben wij deze les gedaan?
samenhang in teksten

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Link

Slide 21 - Video