Cursus 1 §1, 2 en 3

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 3

• Herhaling vorige les 
• Mening, argument, conclusie
• Zelfstandig werken
  
• Afsluiting

Waarom heb je argumenten nodig
als je gaat solliciteren?

• Mening, argument, conclusie

• Meningen, argumenten, en conclusies herkennen in teksten en fragmenten.

Feit

- Iets dat waar is

- Je kunt het controleren

- Je kunt het bewijzen

Mening

- Iets dat iemand vindt over iets

- Je kunt het herkennen aan:

'ik vind', 'volgens mij'

- Je kan het ermee eens en oneens zijn

Argument

- De reden waarom iemand iets vindt

- Je kunt dit herkennen aan:

 'want', 'omdat', 'daarom', 'namelijk'

Conclusie

- Aan het einde van een tekst kan de schrijver een conclusie geven

- Kort herhalen van mening en argument

- Je kunt het herkennen aan:

'dus', 'concluderend', 'dat betekent'

1. Kijk naar onderstaande zin en kies het juiste antwoord:
Willem-Alexander is de koning van Nederland.

1. Feit
2. Mening
3. Argument
4. Conclusie

2. Kijk naar onderstaande zin en kies het juiste antwoord:
Ik vind Maxima de mooiste koningin van Europa.

1. Feit
2. Mening
3. Argument
4. Conclusie

3. Kijk naar onderstaande zin en kies het juiste antwoord:
Dat betekent dat prinses Beatrix haar boot dus moet verkopen.

1. Feit
2. Mening
3. Argument
4. Conclusie

4. Kijk naar onderstaande zin en kies het juiste antwoord:
Omdat deze boot de burgers heel veel geld kost.

1. Feit
2. Mening
3. Argument
4. Conclusie

5. Kijk naar onderstaande zin en kies het juiste antwoord:
Nederlands is het leukste vak op school.

1. Feit
2. Mening
3. Argument
4. Conclusie

We bekijken 2x een fragment uit

Lees eerst de vragen van opdracht 4 goed door.

Daarna klassikaal bespreken.

• Wat: Maak opdrachten van paragraaf 1, 2 en 3 helemaal af
• Hoe: individueel
• Hulp: lesboek, mevrouw de Vries
• Tijd: 15 min
• Uitkomst: bespreken/nakijken
• Klaar?: Maak de opdracht over signaalwoorden

• Herhaling vorige les 
• Kennen kunnen
  
• Herhaling paragraaf 1, 2 en 3
• Zelfstandig werken
  
• Afsluiting

• Mening, argument, conclusie
• tekstverbanden:  tegenstelling, oorzaak-gevolg, conclusie, opsomming, tijdsvolgorde, voorbeeld + bijbehorende signaalwoorden
• onderwerp, deelonderwerp, aliniea

• Meningen, argumenten, en conclusies herkennen in teksten.
• De tekstverbanden verbanden in een tekst herkennen aan de hand van signaalwoorden.
• Benoemen welke signaalwoorden bij welke tekstverbanden horen. 

• Wat: Maak de oefentoets of oefenopdrachten over signaalwoorden. 
• Hoe: individueel
• Hulp: lesboek, mevrouw de Vries
• Tijd: 15 min
• Uitkomst: bespreken/nakijken
• Klaar?: ga alle opdrachten van cursus 1 paragraaf 1, 2 en 3 die je niet hebt gemaakt, ga je maken. daarna oefentoets in magister

STELLING 1

De straf voor pestende kinderen moet worden bepaald door leerlingen uit een andere klas.

Ik vind ......, omdat ......

STELLING 2

De verkoop van fastfood moet worden verboden.

Ik vind ......, omdat ......

STELLING 3

Er moet een uniform voor leraren komen.

Ik vind ......, omdat ......

• Kennen en kunnen
• Voorbereiding toets
• Zelfstandig werken
  
• Afsluiting

• Mening, argument, conclusie
• tekstverbanden:  tegenstelling, oorzaak-gevolg, conclusie, opsomming, tijdsvolgorde, voorbeeld + bijbehorende signaalwoorden
• onderwerp, deelonderwerp, aliniea

• Meningen, argumenten, en conclusies herkennen in teksten.
• De tekstverbanden verbanden in een tekst herkennen aan de hand van signaalwoorden.
• Benoemen welke signaalwoorden bij welke tekstverbanden horen. 

Leren leesvaardigheid

• Oefenen met de opdrachten uit het boek
• Groene theoriestukken blz. 10 t/m 18 doornemen --> samenvatten
• Oefenopdrachten maken (zie ELO)
• Oefentoets maken (zie ELO)
• Online methode de Brug meestromen: lezen  §2 en 3
• Lessen doornemen +aantekeningen maken (linkjes Lessonup staan in de ELO)
• Oefenvragen Lessonup maken (zie ELO)
• Quizizz maken (zie ELO)

• Wat: ga zelfstandig aan de slag met een manier om te leren voor de toets.
• Hoe: individueel
• Hulp: lesboek, mevrouw de Vries
• Tijd: 20 min
• Uitkomst: bespreken/nakijken
• Klaar?: Kies een andere manier van leren uit het rijtje.