Tijdvak 4 introductie H4

1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4,5

In deze les zitten 28 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen tijdvak 4
Je kunt:
  • de opkomst van handel en ambacht verklaren
  • de opkomst van de steden verklaren
  • het ontstaan van staten en centralisatiepolitiek verklaren
Je leert:
  • hoe je moet werken met bronnen(stappenplan)

Slide 2 - Tekstslide

In de les (1)
Leerdoel:
  • de opkomst van handel en ambacht verklaren
  • Terugkomen op huiswerk: blz. 58

Slide 3 - Tekstslide

Opkomst handel en ambacht
Kenmerkend aspect: de opkomst van handel en ambacht die de basis legde voor het herleven van de agrarisch-urbane samenleving

Slide 4 - Tekstslide

Opkomst van handel en ambacht
Veroorzaakt door meer voedsel door:
  • ijzeren ploeg
  • ontginningen 
  • drieslagstelsel


Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Opkomst van handel en ambacht
Gevolgen: 
  • bevolkingsgroei 
  • handel in overschotten op strategische punten (kruispunten wegen/aan rivieren/bij kerk)
Deze handelsplekken trekken ook ambachtslieden aan. Handelaren en ambachtslieden stichtten gilden.


Slide 7 - Tekstslide

Handel

Slide 8 - Tekstslide

Ambachten

Slide 9 - Tekstslide

In de les 
Aan de slag met bron U.  Beantwoord de volgende vragen:
a. Wat voor soort bron is het?
b. Waar is de bron gemaakt?
c. Wanneer is de bron gemaakt?
d. Wie heeft de bron gemaakt?
e. Welk(e) kenmerkend(e) aspect(en) hoort(horen) bij de bron?
f. Is de bron representatief? Waarom wel/niet?
g. Is de bron betrouwbaar? Waarom wel/niet?

Slide 10 - Tekstslide

In de les (2)
Leerdoel:
  • de opkomst van steden verklaren
  • Terugkomen op huiswerk: blz. 58 t/m 60

Slide 11 - Tekstslide

Opkomst steden 
Kenmerkend aspect: de opkomst van de stedelijke burgerij en de toenemende zelfstandigheid van steden

Slide 12 - Tekstslide

Opkomst en groeiende zelfstandigheid van steden
De handelsplekken groeien uit tot steden met stadsrechten,
dus een eigen bestuur, wetten en regels. 
In ruil voor die stadsrechten/privileges werd er belasting betaald aan de landsheer en gaven de steden hem 
militaire steun.

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Stadsrechten Doesburg 1237

Slide 16 - Tekstslide

In de les 
Aan de slag met bron V en Y.  Beantwoord de volgende vragen:
a. Wat voor soort bron is het?
b. Waar is de bron gemaakt?
c. Wanneer is de bron gemaakt?
d. Wie heeft de bron gemaakt?
e. Welk(e) kenmerkend(e) aspect(en) hoort(horen) bij de bron?
f. Is de bron representatief? Waarom wel/niet?
g. Is de bron betrouwbaar? Waarom wel/niet?

Slide 17 - Tekstslide

In de les (3)
Leerdoel:
  • het ontstaan van staten en centralisatiepolitiek verklaren
  • Terugkomen op huiswerk: blz. 64

Slide 18 - Tekstslide

Staatsvorming 
Kenmerkend aspect: het begin van staatsvorming en centralisatie

Slide 19 - Tekstslide

Staatsvorming en centralisatie
Het ontstaan van een centraal bestuur en wetgeving vanuit een hoofdstad door een vorst en ambtenaren.
Dit wordt mogelijk door de geldeconomie (belasting), militaire macht en ambtenarenapparaat. 

Slide 20 - Tekstslide

Staatsvorming in Frankrijk

Met behulp van de steden braken de Franse koningen de macht van hun leenmannen en centraliseerden de macht.

Slide 21 - Tekstslide

Staatsvorming in Engeland 
Centralisatie verliep niet zo soepel als in Frankrijk,  omdat: de leenmannen zich verzetten tegen de extra belastingen van de koning. Zij kwamen in opstand en dwongen af dat de koning hun toestemming hiervoor nodig had. 
Dit werd vastgelegd in de Magna Carta (1215)

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Magna Carta
De Magna Carta was het resultaat van onderhandelingen tussen koning Jan zonder Land en zijn leenmannen. Hieronder een bepaling uit de Magna Carta:
§12: Geen belasting mag geheven worden in het koninkrijk zonder zijn algemene instemming van de Staten-Generaal. De koning mocht geen belasting meer heffen op zijn eigen initiatief.

Vastgesteld door Jan zonder Land op 15 juni 1215 te Windsor in Engeland

Slide 24 - Tekstslide

In de les 
Aan de slag met bron X. Beantwoord de volgende vragen:
a. Wat voor soort bron is het?
b. Waar is de bron gemaakt?
c. Wanneer is de bron gemaakt?
d. Wie heeft de bron gemaakt?
e. Welk(e) kenmerkend(e) aspect(en) hoort(horen) bij de bron?
f. Is de bron representatief? Waarom wel/niet?
g. Is de bron betrouwbaar? Waarom wel/niet?

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Middeleeuwse Friese teksten gevonden in Oostenrijk: 'Je hart maakt een sprongetje'
In Oostenrijk zijn twee middeleeuwse Friese teksten gevonden. Het gaat om fragmenten die in het Oudfries zijn geschreven, een voorganger van de moderne Friese taal die tot de zestiende eeuw werd gesproken in het noorden van Nederland en Noordwest-Duitsland. Onderzoekers spreken van een bijzondere vondst.
De ontdekking is bekendgemaakt door de Oostenrijkse hoogleraar Robert Nedoma in wetenschappelijk tijdschrift Die Sprache. Hij vond de fragmenten in de Nationale Bibliotheek in Wenen. De teksten maakten deel uit van de privécollectie van een voormalig directeur van de bibliotheek, die de stukken in de twintigste eeuw tijdens zijn studie in Praag verwierf.
De fragmenten zijn meer dan vijfhonderd jaar oud. Een tekst dateert uit de vijftiende eeuw, de ander uit het begin van de veertiende eeuw, meldt onderzoeksinstituut de Fryske Akademy.


 

Slide 27 - Tekstslide

'Geen teksten die voor de sier zijn geschreven'
Omdat er weinig bekend is van het Oudfries, zijn de teksten volgens onderzoekers waardevol voor de kennis over de taal. "Wij wisten niet van het bestaan hiervan af", zegt Rolf Bremmer, emeritus hoogleraar Fries, tegen Omrop Fryslân. "Je hart maakt een sprongetje, dit is zo bijzonder."
De gevonden fragmenten zijn pagina's met juridische teksten. "Je kunt je afvragen wat daar zo mooi aan is", zegt hij. "Maar het laat zien hoe een gemeenschap in elkaar steekt. Dit geeft ons inzicht in het leven, in het gedrag en handelen van mensen."
De teksten laten niet alleen iets zien over hoe mensen in die tijd leefden, maar hebben volgens Bremmer ook een taalkundige waarde. "Er komen weer nieuwe woorden boven water, woorden die we nog niet kenden."

Slide 28 - Tekstslide