Sociale hygiene: regels, beleid en handhaving

Sociale hygiene
1 / 29
volgende
Slide 1: Woordweb
Vakleer restaurantMBOStudiejaar 2,3

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Sociale hygiene

Slide 1 - Woordweb

Sociale hygiene 

Sociale hygiene
Sociale hygiene: beleid en handhaving
Gespreksmodellen  
Alcohol
Drugs
Tabak
Gokken 
Sfeer en veiligheid in de praktijk 


Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen  
Na deze les weet je:
  • Ken je de begrippen: waarden, normen, respect en ethiek
  • Waarom het stellen van regels zo belangrijk is, soorten regels, sancties en handhaving. 
  • Welke selectiecriteria er zijn om een goed deurbeleid te kunnen voeren 
  • Wat we verstaan onder risicogedrag en hoe je hier goed mee om kunt gaan

Slide 3 - Tekstslide

Voorkennis 

  • Wat versta je onder normen en waarden? 

  • Wat zijn geschreven en wat zijn ongeschreven regels?

  • Wat houdt een deurbeleid in?

  • Wat is risicogedrag?

Slide 4 - Tekstslide

Interesse!

Slide 5 - Tekstslide

Inleiding sociale hygiene
Begrip uit de Drank-en Horecawet: leidinggevende moet in het bezit zijn van een 'SVH-verklaring van sociale hygiene'. = geslaagd voor examen.
Sociale hygiene, dat mensen zich 'sociaal' gedragen: rekening houden met elkaar en respect hebben voor elkaars lichamelijke en geestelijke gezondheid. 
Doel: veiligheid en welzijn van gasten en werknemers waarborgen! 

Gebaseerd op twee peilers:
A. Waarden: wat iemand waardevol vindt om na te streven (goed mens, eerlijk zijn, betrouwbaar). Persoonlijke kwaliteiten, jouw waarden.
B. Normen: fatsoens/gedragsnormen, ongeschreven regels in een cultuur (goede manieren, omgangsnormen, geen overlast). Groepsgebonden.

Slide 6 - Tekstslide

Inleiding sociale hygiene
Respecteren: sociaal gedrag is elkaar respecteren obv normen en waarden
- De andere in zijn waarde laten, begrip tonen voor een ander
- Rekening houden met anderen, bewondering hebben voor anderen 
Zelfrespect tonen: geldende fatsoensnormen in acht nemen, emoties de baas zijn, geen agressie&geweld gebruiken, zich houden aan wet en regels.

Ethiek: de gezamenlijke waarden en normen binnen een gemeenschap over wat je wel en beslist niet hoort te doen 'moraal'. Wat is goed en wat is fout.
Moreel gedrag vertonen, zich houden aan de normen of niet: immoreel.

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Inleiding sociale hygiene
Respecteren: sociaal gedrag is elkaar respecteren obv normen en waarden
- De andere in zijn waarde laten, begrip tonen voor een ander
- Rekening houden met anderen, bewondering hebben voor anderen 
Zelfrespect tonen: geldende fatsoensnormen in acht nemen, emoties de baas zijn, geen agressie&geweld gebruiken, zich houden aan wet en regels.

Ethiek: de gezamenlijke waarden en normen binnen een gemeenschap over wat je wel en beslist niet hoort te doen 'moraal'. Wat is goed en wat is fout.
Moreel gedrag vertonen, zich houden aan de normen of niet: immoreel.

Slide 9 - Tekstslide

Norm: als de trein, tram of bus aankomt, wacht je even tot de mensen zijn uitgestapt, voordat je zelf instapt.
Welke waarde hoort hierbij?
A
Trouw
B
Vriendelijkheid
C
Geduld
D
Behulpzaamheid

Slide 10 - Quizvraag

Norm: als de caissière je teveel geld teruggeeft, dan zeg je dat en je geeft het geld weer terug.

Welke waarde hoort hierbij?
A
Behulpzaamheid
B
Gehoorzaamheid
C
Vriendelijkheid
D
Eerlijkheid

Slide 11 - Quizvraag

Norm: als je zegt dat je iemand helpt, dan doe je dat ook.

Welke waarde hoort hierbij?
A
Behulpzaamheid
B
Gehoorzaamheid
C
Vriendelijkheid
D
Trouw

Slide 12 - Quizvraag

Norm: als een oudere valt, help je hem of haar overeind.

Welke waarde hoort hierbij?
A
Behulpzaamheid
B
Respect voor anderen
C
Vriendelijkheid
D
Geduld

Slide 13 - Quizvraag

Norm: Als iemand geld opneemt, hou je afstand.

Welke waarde hoort hierbij?
A
Eerlijkheid
B
Trouw
C
Liefde
D
Respect voor privacy

Slide 14 - Quizvraag

Norm: Als je iets ergens van vindt, mag je dat gewoon zeggen.

Welke waarde hoort hierbij?
A
Vriendelijkheid
B
Eerlijkheid
C
Vrijheid van meningsuiting
D
Behulpzaamheid

Slide 15 - Quizvraag

Norm: Je gooit geen afval uit je auto.

Welke waarde hoort hierbij?
A
Gezondheid
B
Respect voor het milieu
C
Vrijheid van meningsuiting
D
Vrijheid

Slide 16 - Quizvraag

Norm: Als je op een scooter rijdt, doe je een helm op.

Welke waarde hoort hierbij?
A
Beleefdheid
B
Gezondheid
C
Veiligheid
D
Vrijheid

Slide 17 - Quizvraag

Norm: Als je hard werkt, verdien je geld en kun je lekker op vakantie.

Welke waarde hoort hierbij?
A
Geld verdienen, Geluk,Plezier
B
Gezondheid
C
Vrijheid
D
Rechtvaardigheid

Slide 18 - Quizvraag

Norm: Wanneer je je kind ziet of je partner, kus of knuffel je die.

Welke waarde hoort hierbij?
A
Gehoorzaamheid
B
Eerlijkheid
C
Beleefdheid
D
Liefde

Slide 19 - Quizvraag

Grenzen stellen aan gedrag
  • Bedrijfsbelangen moeten veilig gesteld worden: gedrag wat kan/kan niet.
  • Regels hanteren: grenzen bij gast duidelijk maken ->verlangend gedrag gast)
  1. Ongeschreven regels (fatsoensregels/norm)
  2. Geschreven regels (regels op papier, voor iedereen: wetboek/ huisregels)
- Gebodsregels: het gedrag dat wordt verlangd 
Verkeer: 'rechts afslaan verplicht', huisregel: 'garderobe verplicht'
- Verbodsregels: het gedrag dat verboden is
Verkeer: 'verboden rechtsaf te slaan', 'drugsgebruik verboden'

Slide 20 - Tekstslide

Grenzen stellen aan gedrag
Wettelijke regels: regels opgesteld door de overheid obv bepaalde waarden die in een samenleving algemeen geldend zijn, vastgelegd in wetten en verordeningen: wetsartikelen:
- Wetboek van strafrecht (verbodsbepalingen over oa. fraude)
- Bijzondere Wetten (Drank- en Horecawet, Opiumwet, Wet wapens en minutie) 
Verordening: De APV Algemene Plaatselijke Verordening

Wetsartikel (bestaat uit): geeft aantal bestanddelen aan waaraan bv een diefstal moet voldoen om als diefstal te worden aangemerkt. 
  1. De norm: omschrijving strafbare feit: wat moet gedaan worden en wat niet
  2. De sanctie: soort straf dat de rechter kan opleggen
  3. De kwalificatie: sommige misdrijven hebben een naam 'naamsdelict': verkrachtig of diefstal

Slide 21 - Tekstslide

Grenzen stellen aan gedrag

Slide 22 - Tekstslide

Grenzen stellen aan gedrag
Huisregels opstellen (moet zinvol+uitvoerbaar zijn!Geldt voor hele bedrijf(erf+directe omgeving)
De wetgeving is er om te regelen hoe mensen met elkaar omgaan, in horecabedrijven gelden vaak extra regels ivm gedrag dat voor kan komen dat niet bij wet is geregeld. 
Ondernemer legt dan zelf regels vast:
- welk gedrag hij van gasten wenst (gebodsregels)
- welk gedrag van gasten hij ongewenst vindt (verbodsregels)
Goede huisregel, drie onderdelen:
1. Het doel van de regel
2. Inhoud van de regel
3. Het waarom van de regel
  

Slide 23 - Tekstslide

Grenzen stellen aan gedrag
Huisregelement
Alle regels(huis) moeten bij alle medewerkers bekend zijn. Sommige gemeenten verplichten een bedrijf de huisregels bij de ingang kenbaar te maken:
Verboden om:
- Drugs in bezit te hebben, te gebruiken of te verhandelen
- Goederen te verhandelen of te helen
- Discriminerende opmerkingen te maken 
Toegang kan geweigerd worden als je:
- niet voldoet aan de kledingvoorschriften
- aangeschoten of dronken bent

Slide 24 - Tekstslide

Regels handhaven
Regels zijn zowel de wettelijk regels als huisregels

Regels hebben alleen zin als zij gehandhaafd worden, het handhaven bestaat uit:
STAP 1 Regels controleren: 
- waarnemen gedrag via ogen, oren, neus. 
- De 7W's: manier om vast te stellen of iemand een wetttelijke regel heeft overtreden: 1.wie? 2.wat? 3.waar? 4.wanneer? 5.waarmee? 6.waartoe(gevolgen)? 7.waarom (motief)? 
Let op:het 'waarom' kun je nooit in eerste instantie waarnemen, een vermoeden hebben kan wel.
STAP 2 Regelovertreding corrigeren: anders denkt gast dat hij geen overtreding begaat, er geen controle is en de regel niet wordt gehandhaafd. 

Slide 25 - Tekstslide

Regels handhaven
STAP 3 Regelovertreding sanctioneren: straf: 
- direct eruit: openlijke regelovertreding wordt niet beeindigt: sigaret niet uit bij rookverbod
- direct eruit met ontzegging (binnen):  gast moet zaak verlaten en voor een bepaalde tijd het bedrijf niet naar binnen: een 'lijntje' coke snuiven op het toilet bv. 
Toepassen bij: gast heeft op een eerder moment de zaak al verlaten, sancties helpen blijkbaar niet, gast pleegt huisvredebreuk, gast pleegt misdrijf (bv mishandeling personeel). 
- direct een ontzegging (buiten): vertrekkende gasten buiten/ openbare weg
Toepassen bij: misdrijven/overtredingen Wetboek van Strafrecht: belediging, dreigen met geweld, openbare dronkenschap. APV: urineren openbare weg, hinderlijk gedrag.
Let op: een gast is niet verplicht zijn/haar identiteit aan jou kenbaar te maken

Slide 26 - Tekstslide

Regels handhaven
Een ontzegging heeft de volgende voordelen:
- als een gast  met ontzegging toch het bedrijf in wil, kan hem de toegang geweigerd worden
- als een gast met ontzegging toch het bedrijf binnenkomt (juridisch: 'binnen dringen'), pleegt hij huisvredebreuk en kan hij worden aangehouden. 
Een ontzegging heeft pas effect:
- als alle medewerkers weten wie een ontzegging heeft gekregen, wanneer die is uitgereikt en hoe lang de ontzegging duurt
- als alle medewerkers de ontzegging handhaven binnen de gestelde termijn.

Let op: de ontzeggingstermijn moet in overeenstemming zijn met de zwaarte van de overtreding, gast kan dit aanvechten bij de rechter, de rechter beoordeelt dan. 

Slide 27 - Tekstslide

Regels handhaven

STAP 4 Sancties afdwingen 
Wanneer een gast is verteld dat hij de zaak direct moet verlaten en hij doet dit, dan is de sanctie daarmee uitgevoerd. Zo niet, dan moet je gebruik maken van een wettelijke procedure om de sanctie af te dwingen. Dit kan door door de wettelijke mogelijkheden erbij te halen, bv. artikel 138 uit het Wetboek van Strafrecht: huisvredebreuk. Samen handhaven: goede samenwerking tussen ondernemer, leidinggevenden,medewerkers is noodzakelijk.

Slide 28 - Tekstslide

Terugkoppeling lesdoelen  
Na deze les weet je:

  • Je de begrippen: waarden, normen, respect en ethiek 

  • Waarom het stellen van regels zo belangrijk is, soorten regels, sancties en handhaving. 

Slide 29 - Tekstslide