5.1 Een stroomkring maken (2)

• Natuurkunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Hoofdstuk 5

5.1 Een stroomkring maken

Wat gaan we doen vandaag?

1. Practicum terugblik
2. Uitleg paragraaf 5.1 (levende stroomkring)
3. Vragen 5.1

Wat gaan we leren vandaag?

De leerling activeert zijn/haar voorkennis over elektriciteit

De leerling weet wat een stroomkring is en kent de 3 onderdelen die minimaal in een stroomkring zitten

De leerling weet wat geleiders en isolatoren zijn en ken van elk minimaal 3 voorbeelden geven. 

De leerling kent de begrippen spanning, stroomsterkte, weerstand

Maak proef 1

Wat?                   
Kies uit je etui enkele voorwerpen waarvan je wilt                                ontdekken of het een geleider of een isolator is.  

Hoe?                    in 2 of 3-tallen met 1 lampje en 2 batterijen              

Hoe lang?         ong. 10 minuten

Vraag?                nvt

Klaar?                 Lees paragraaf 1 en begin met het huiswerk

Materialen die elektrische stroom doorlaten worden ................ genoemd.

1. geleiders
2. isolatoren

Hoe noemen we alle stoffen die de stroom slecht geleiden?

1. Plastic
2. Geleiders
3. Isolatoren
4. Metalen

Geleiders laten de stroom ........ door

1. Goed
2. Slecht
3. Niet

Metalen zijn..

1. goede geleiders
2. goede isolatoren

Wat zijn allemaal geleiders?

1. plastic, rubber, glas
2. plastic, glas, koper
3. koper, zilver, steen
4. koper, zilver, ijzer

welke van de onderstaande materialen zijn isolatoren​

1. rubber​
2. water
3. ijzer
4. kunststof

Voorbeelden van isolatoren zijn

1. zilver, hout en koper
2. rubber, ijzer en water
3. plastic, goud en aluminium
4. hout, rubber en plastic

'De levende stroomkring'

Stroomkring

Met behulp van zo’n stroombron, kunnen we een apparaat aansluiten en stroom geven.

Om een apparaat goed te laten werken, hebben we een stroomkring nodig. Als de stroomkring niet gesloten is, kan er geen stroom lopen.

De stroom gaat van de batterij naar het lampje, daar gebeurt iets, en dan gaat de stroom weer terug naar de batterij

Spanning

Vrijwel alle apparaten om ons heen, werken op elektriciteit.

Meestal wordt die elektriciteit gehaald uit het stopcontact of uit batterijen. Dit noemen we een stroombron of spanningsbron.

 

Spanning (U)

De Spanningsbron zorgt voor een verschil in lading. Het verschil meten we in volts. (V)

Ook wel potentiaal verschil genoemd

Stroomsterkte (I) meten we in Ampere (A)

De stroomsterkte zegt iets over de hoeveelheid elektronen die stromen.

Weerstand

“Elektrische weerstand of resistantie is de elektrische eigenschap van materialen om de doorgang van elektrische stroom te belemmeren.”

Vergelijk het maar met de knik in een tuinslang of de luchtweerstand als je fietst.

We meten de weerstand in Ohm Ω

'De levende stroomkring'

Wat is de eenheid van spanning?

1. Ampère
2. Volt
3. Ohm
4. Watt

Ampère staat voor

1. spanning
2. druk
3. stroomsterkte

De eenheid van weerstand is ...

1. Volt
2. Ampère
3. Watt
4. Ohm

Maken Paragraaf 1

Hoe?                       Alleen

Hoe lang?            ong. 15 minuten

Vraag?                   Vraag het fluisterend aan je buurman/vrouw.

                                 Weet die het ook niet? Steek dan je vinger op

Klaar?                    Kijk nog eens naar paragraaf 1, probeer in een                                       paar zinnen de paragraaf te samenvatten.