Hoofdstuk 1 paragraaf 1.1 en 1.2

Goedemiddag!


Hoofdstuk 1, les 2.
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Goedemiddag!


Hoofdstuk 1, les 2.

Slide 1 - Tekstslide

Wat weet je nog van de
vorige les?

Slide 2 - Woordweb

Wat gaan we doen vandaag?

Korte herhaling vorige week.
Is het gelukt met het huiswerk?
Leerdoelen van vandaag
Uitleg paragraaf 1.1 laatste deel
Samen 1.1 af
Uitleg paragraaf 1.2 
Controleren leerdoelen en afsluiting

Slide 3 - Tekstslide

Welk begrip heeft dezelfde betekenis als primaire behoeften?
A
basisbehoeften
B
luxe goederen
C
overige behoeften
D
verbruiksgoederen

Slide 4 - Quizvraag

Welk product is niet schaars?
A
de tafels in het lokaal
B
de kleding die je draagt
C
de zuurstof die je inademt
D
de computer op het bureau

Slide 5 - Quizvraag

Welk begrip hoort op de …?
Om in je behoeften te voorzien heb je … nodig.

Slide 6 - Open vraag

Wat is het tegenovergestelde van schaarse goederen?

Slide 7 - Open vraag

Secundaire behoeften kunnen het leven iets prettiger of makkelijker maken?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quizvraag

Slide 9 - Tekstslide

Leerdoelen:

  • Na vandaag kan ik uitleggen wat alternatieve aanwendbaarheid inhoudt.
  • Na vandaag kan ik soorten uitgaven en inkomsten noemen.
  • Na vandaag kan ik een begroting opstelling.
  • Nu kan in een formule voor een budgetlijn opstellen.
  • Ik kan een budgetlijn tekenen.

Slide 10 - Tekstslide

Wat is ook alweer het verschil tussen goederen en diensten?

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Dan kijken we samen even naar 11, 12 en 13.

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Link

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Hoe komen mensen op een legale manier aan een inkomen?

Slide 20 - Open vraag

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Even rekenen:
Heb je nodig bij opgave 19.

Je ontvangt € 4,50 zakgeld per week.
Hoeveel krijg je per maand?

Je krijgt € 30 kleedgeld per maand.
Hoeveel krijg je per week?

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Aan het werk!


De komende 10-minuten ga je aan de slag met opgave 14 t/m 19 van paragraaf 1.2 op bladzijde 12 en 13.


Slide 25 - Tekstslide

1.2 Kopen is kiezen?
Budgetlijn
Een budgetlijn kan helpen bij het maken van een keuze tussen twee producten bij een gegeven inkomen. 


Slide 26 - Tekstslide

1.2 Kopen is kiezen?
Budgetlijn
Om een budgetlijn te tekenen gebruik je de volgende formule:



Slide 27 - Tekstslide

Samen 22

Slide 28 - Tekstslide

Huiswerk:
Voor volgende week:
Paragraaf 1.2 af.

Hier kun je nu mee aan het werk.
Lever het gemaakte huiswerk in via Google classroom.

Slide 29 - Tekstslide

Leerdoelen:

  • Na vandaag kan ik uitleggen wat alternatieve aanwendbaarheid inhoudt.
  • Na vandaag kan ik soorten uitgaven en inkomsten noemen.
  • Na vandaag kan ik een begroting opstelling.
  • Nu kan in een formule voor een budgetlijn opstellen.
  • Ik kan een budgetlijn tekenen.

Slide 30 - Tekstslide




Fijne dag!

Slide 31 - Tekstslide