3HA Pincode H1 1.1

Hoofdstuk 1  Schaarste en Ruil

Waar heb jij behoefte aan?
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 30 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 1  Schaarste en Ruil

Waar heb jij behoefte aan?

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Waarom moet geld eigenlijk rollen?
Uitleg van het belang van geld uitgeven.

Tegelijk nu heel strijdig met de actualiteit ECB

Leerdoelen
  • Je weet aan te geven welke soorten behoeften er zijn.
  • Leg de spanning tussen behoeften en middelen uit!!!!
  • Wat is het consumeren van goederen?
  • Wat is het consumeren van diensten?
  • Je kunt uitleggen wat ALTERNATIEF AANWENDBAAR betekent.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Miljardair..............
Kiezen?

NEE!!!!!!

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

HIJ MOET WEL
Kiezen

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Behoeften
Heb je het nodig?
  • Basisbehoeften => Primaire Behoeften
  • Overige behoeften => Secundaire Behoeften

    Overige Behoeften                     Normale Behoeften   
                                                                 Luxe Behoeften

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schaarste

Middelen zijn niet onbeperkt aanwezig
Je moet KIEZEN welke behoefte je vervult.
Ga ik sporten of werken om geld te verdienen?

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schaarste in de Economie
NIET dat er te weinig van is.
Brood/schoenen/boeken in economie schaars!
Als er voor het maken van een product middelen zoals grondstoffen, arbeid, energie of geld nodig is!


Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vrije goederen
Vrij verkrijgbare goederen

Zonlicht, Zeewater, Wind
Dus niet schaars in economische zin

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is consumeren?
Het kopen van PRODUKTEN om in je eigen behoefte te voorzien

Produkten
Goederen                                                                             
Diensten
Tastbaar
Activiteiten
Gebruiks
Verbruiks

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Alternatief aanwendbaar
Je hebt verschillende mogelijkheden om je behoeften te vervullen

Op vakantie gaan       of           Sparen voor laptop  (geld)
           Tijd voor je vrienden      of       Gamen                        (tijd)              PRIORITEIT  
    

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doelen gehaald?
  • Je weet aan te geven welke soorten behoeften er zijn.
  • Leg de spanning tussen behoeften en middelen uit!!!!
  • Wat is het consumeren van goederen?
  • Wat is het consumeren van diensten?
  • Je kunt uitleggen wat ALTERNATIEF AANWENDBAAR betekent.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk
Maak de opgaven van paragraaf 1.1
(t/m 13)

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Niet voldoende middelen om behoeftes te vervullen.
Je moet en kunt kiezen uit  verschillende zaken die je koopt ==> Altern Aanw.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Wat is Budget?
De hoeveelheid geld waarover je in een bepaalde periode kunt beschikken.

Kun je voorbeelden noemen wanneer er sprake is van een budget?
(zakgeld; organiseren van feesten/evenementen)

Slide 21 - Tekstslide

Let op dat je bij begrotingen altijd met dezelfde periodes werkt.
Wanneer dat niet zo is, zet dit dan om:

Van week naar Maand
x52:12
Van maand naar week
x12:52

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Budgetlijn

Slide 23 - Tekstslide

De budgetlijn geeft je bestedingsmogelijkheid aan.
Formule Budgetlijn 




Een budgetlijn kan helpen bij het maken van een keuze tussen twee producten bij een gegeven inkomen.
Een budgetlijn teken je met behulp van de volgende formule:

 

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Er zit een foutje in...???

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies