Je kunt voorbeelden geven van verschillende soorten uitgaven.
Je kunt verschillende soorten inkomen benoemen.
Je kunt een begroting opstellen.
Je kunt met een budgetformule berekenen hoe een gegeven budget kan worden besteed.
Je kunt een budgetlijn tekenen en uitleggen hoe de budgetlijn verandert als prijzen en budget veranderen.
Je hebt paragraaf 1.2 goed begrepen.