- alle opdrachten woordsoorten hs 1, 3, 4 en 5 minimaal 60%
Klascode LessonUp: natqp
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2
In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Goedemorgen klas 2F
Vandaag...
- herhaling woordsoorten
- alle opdrachten woordsoorten hs 1, 3, 4 en 5 minimaal 60%
Klascode LessonUp: natqp
Slide 1 - Tekstslide
Wie heeft die schelpen bij elkaar gezocht?
A
Die= bez. vnw
B
Die= pers. vnw
C
Die= aanw. vnw
D
Die= vr. vnw
Slide 2 - Quizvraag
Wat zou jij doen?
A
jij = pers. vnw
B
jij = aanw. vnw
C
jij = bez. vnw
D
jij = vr. vnw
Slide 3 - Quizvraag
Onze schoenen hebben we in Italië gekocht.
A
onze = pers. vnw
B
onze - aanw. vnw
C
onze = bez. vnw
D
onze = vr. vnw
Slide 4 - Quizvraag
Wie is er morgen jarig?
A
wie = pers. vnw
B
wie = aanw. vnw
C
wie = bez. vnw
D
wie = vr. vnw
Slide 5 - Quizvraag
Gerjan SCHIJNT volgend jaar geen keeper te willen blijven.
A
HWW
B
ZWW
C
KWW
Slide 6 - Quizvraag
Gerjan schijnt volgend jaar geen keeper te willen BLIJVEN.
A
HWW
B
ZWW
C
KWW
Slide 7 - Quizvraag
Zou ik eens op jouw elektrische scooter MOGEN rijden?
A
HWW
B
ZWW
C
KWW
Slide 8 - Quizvraag
Telwoord '4' is een...
A
bepaald hoofdtelwoord
B
onbepaald hoofdtelwoord
C
bepaald rangtelwoord
D
onbepaald rangtelwoord
Slide 9 - Quizvraag
Telwoord 'zoveelste' is een...
A
bepaald hoofdtelwoord
B
onbepaald hoofdtelwoord
C
bepaald rangtelwoord
D
onbepaald rangtelwoord
Slide 10 - Quizvraag
Telwoord 'vijfde' is een...
A
bepaald hoofdtelwoord
B
onbepaald hoofdtelwoord
C
bepaald rangtelwoord
D
onbepaald rangtelwoord
Slide 11 - Quizvraag
Telwoord 'veel' is een...
A
bepaald hoofdtelwoord
B
onbepaald hoofdtelwoord
C
bepaald rangtelwoord
D
onbepaald rangtelwoord
Slide 12 - Quizvraag
Als we de combinatie hoofdzin (HZ) en bijzin (BZ) hebben, dan zit er een nevenschikkend voegwoord in.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 13 - Quizvraag
Welke combinatie zinnen zie je hier?
Hij kan niet naar de training komen, want hij moet naar de tandarts.
A
bijzin (BZ) + hoofdzin (HZ)
B
bijzin (BZ) + bijzin (BZ)
C
hoofdzin (HZ) + bijzin (BZ)
D
hoofdzin (HZ) + hoofdzin (HZ)
Slide 14 - Quizvraag
Welke combinatie zinnen zie je hier?
Zij kan vandaag opeens meedoen met een wedstrijd, doordat een andere speelster niet mee kan doen.
A
bijzin (BZ) + hoofdzin (HZ)
B
hoofdzin (HZ) +hoofdzin (HZ)
C
hoofdzin (HZ) + bijzin (BZ)
D
bijzin (BZ) + bijzin (BZ)
Slide 15 - Quizvraag
Noteer het voegwoord: Lucas zegt dat hij deze vakantie gaat kamperen, tenzij het regent.
Slide 16 - Open vraag
Noteer het voegwoord: Toen hij sliep, droomde hij dat hij een nieuwe fiets kreeg.
Slide 17 - Open vraag
Hoewel ik niet allergisch ben, eet ik toch liever niet teveel tarwe en suiker.
A
hoewel = ns. vgw
B
hoewel = os. vgw
Slide 18 - Quizvraag
En nu...
- Bekijk de opdrachten van woordsoorten hs 1, 3, 4 en 5.
Alle opdrachten waarbij je minder dan 60% hebt gescoord, maak je opnieuw! Dit doe je tijdens deze les. Blijf dus in ieder geval tot 11:30u werken aan Nederlands.