Elke 5730 jaar is de helft van de C-14 vervallen tot stikstof (N). De halfwaardetijd is dus 5730 jaar.
Slide 13 - Tekstslide
5730 jaar
Slide 14 - Tekstslide
Vraag
Een archeologe heeft een schedel van een sabeltandtijger gevonden waarvan zij de ouderdom wil weten. In het laboratorium meet ze dat de hoeveelheid C14 precies een kwart is van die van levende dieren.
Hoe oud is de schedel?
Slide 15 - Tekstslide
5730 jaar
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Video
Lesdoel 10.1 Je kunt
beschrijven hoe fossielen ontstaan.
uitleggen hoe paleontologen de ouderdom van fossielen bepalen.