• het onderwerp noemen of beschrijven;• de aanleiding noemen, aangeven waarom de tekst is geschreven;
• de centrale vraag stellen, die later in de tekst wordt beantwoord;
• de mening van de schrijver geven; de argumenten volgen in de kern;
• een samenvatting van de inhoud geven; in de rest van de tekst
volgen bijzonderheden;
• een persoon of personen introduceren.