Kennismaken doelgroepen GGZ Autisme en volwassenen

Volwassenen
1. Autisme en volwassenen
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Volwassenen
1. Autisme en volwassenen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel procent van de mensen met Autisme hebben een verstandelijke beperking?
A
10%
B
20%
C
30%
D
40%

Slide 2 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Op welke twee gebieden komen de oorzaken van Autisme voor?
A
Sociale interactie & Communicatie
B
Erfelijkheid & Communicatie
C
Erfelijkheid & Omgeving
D
Sociale interactie & Erfelijkheid

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Autisme wordt gediagnostiseerd door...
A
DNA-test
B
Bloedonderzoek
C
NIPT test
D
Psychiatrisch onderzoek

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn juiste kenmerken die horen bij autisme?
A
Deze mensen zoeken situaties op waarbij je veel verschillende mensen ontmoet
B
Routines, rituelen, moeite met veranderingen
C
Deze mensen kunnen zich zeer goed in de situatie van een ander verplaatsen
D
Informatie die via de zintuigen binnen komt, word anders verwerkt, in puzzelstukjes.

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Licht verstandelijke beperking
Matig verstandelijke beperking
Ernstig verstandelijke beperking
Ernstig meervoudige beperking
Leren langzaam en moeilijk.
Ontwikkelings leeftijd tussen de 4 en 8 jaar
Hebben vaak bijkomende problemen zoals: Motorische stoornissen, epilepsie, autisme, probleemgedrag
 
Verhoogd risico op gezondheidsproblemen

Slide 6 - Sleepvraag

Welk kenmerk hoort bij welke mate van VB?
• Het IQ bij matige ernstige VB ligt tussen 35 en 50
• Het IQ bij ernstige VB ligt tussen 20 en 35
• Het IQ bij zeer ernstige VB is lager dan 20
• Ter vergelijk: bij lichte VB ligt het IQ tussen 50 en 70
Mensen met een ernstige verstandelijke beperking hebben soms ook nog bijkomende problemen. Onderstaande problemen komen dan het meest voor.
• Motorische stoornissen (bijvoorbeeld spasticiteit).
• Epilepsie.
• Autisme.
• Probleemgedrag (door bijkomende psychische stoornis, maar komt ook voor als gevolg van gebrekkige communicatie).
Mensen met EMB zijn kwetsbaar. Ze hebben een sterk verhoogd risico op gezondheidsproblemen. Denk aan epilepsie, een reflux, slaapstoornissen, slikproblemen en luchtweginfecties.

Slide 7 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht: Verken de website van ‘Geef me de 5’

Doel: Studenten maken kennis met de methode ‘Geef me de 5’ van Colette de Bruin en ontdekken hoe ze gratis hulpmiddelen uit de webshop kunnen inzetten voor hun cliënten.

Website Verkenning: Bezoek de website van ‘Geef me de 5’  - https://www.geefmede5.nl

Navigeer naar de webshop en zoek naar gratis hulpmiddelen die beschikbaar zijn. Hulpmiddel Selectie:
Kies een gratis hulpmiddel uit de webshop dat je nuttig vindt voor je cliënten. Beschrijf kort waarom je dit hulpmiddel hebt gekozen en hoe je denkt dat het kan helpen.

Lees de informatie over de ‘Geef me de 5’ methode.
Bedenk drie tips die je aan een medestudent kunt geven over hoe deze methode kan bijdragen aan de begeleiding van cliënten. Schrijf deze tips op en wees bereid om ze te delen in de klas.

Verwerk de tips in PADLET




Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Fabels over Autisme
- Autisme is te genezen
- Autisme komt meer voor bij mannen
- Mensen met autisme willen het liefst alleen zijn
- Mensen met autisme vermijden oogcontact
- Mensen met autisme hebben een verhoogd testosterongehalte
- Mensen met autisme hebben geen empathisch vermogen
- Mensen met autisme hebben geen gevoel voor humor
- Iederéén is een beetje autistisch
- Mensen met autisme kunnen het beste repetitief werk doen, met veel structuur en weinig              sociale interactie – zoals bijvoorbeeld de functie van computerprogrammeur




Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies