Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
H2 Fouten voorkomen 2.1 Persoonsvorm: enkelvoud of meervoud? HERHALING STOF
2.1 Enkelvoud of meervoud?
1 / 17
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
MBO
Studiejaar 2
In deze les zitten
17 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
2.1 Enkelvoud of meervoud?
Slide 1 - Tekstslide
Leerdoel
- Je gebruikt het juiste getal voor de persoonsvorm.
- Je kent het verschil tussen enkelvoud en meervoud van onderwerpen.
Slide 2 - Tekstslide
Enkelvoud of meervoud?
Regel:
Als het onderwerp in een zin enkelvoud is, moet de persoonsvorm (het bijbehorende werkwoord) ook enkelvoud zijn.
Als het onderwerp meervoud is, moet de persoonsvorm meervoud zijn.
Slide 3 - Tekstslide
Lijkt eenvoudig!
Dit lijkt eenvoudig, maar soms lijkt het onderwerp meervoud, maar is het daadwerkelijk enkelvoud.
Kijk maar eens
Slide 4 - Tekstslide
Onderwerp is toch enkelvoud!
De brandweer van Emmen
hadden
de brand snel onder controle. =
FOUT
De brandweer is enkelvoud --> De brandweer van Emmen had...
Of
De brandweerlieden is meervoud --> De brandweerlieden van Emmen hadden
Slide 5 - Tekstslide
Woorden die een groep aanduiden
De stapel borden worden afgewassen. = FOUT
De stapel (borden) = enkelvoud.
De stapel borden wordt afgewassen.
Of
De borden worden afgewassen.
Slide 6 - Tekstslide
Woorden die een groep aanduiden
Iedereen hebben zich verzameld op het centrale plein. = FOUT
Iedereen = enkelvoud.
Iedereen heeft zich verzameld op het centrale plein.
Of
Alle mensen hebben zich verzameld op het centrale plein.
Slide 7 - Tekstslide
Nog meer voorbeelden
Het paar (sokken, schoenen, handschoenen) = enkelvoud
De politie = enkelvoud
Het bestuur = enkelvoud
Men = enkelvoud
Een van de medewerkers = enkelvoud
Slide 8 - Tekstslide
Lijkt eenvoudig!
Dit lijkt eenvoudig, maar soms lijkt het onderwerp enkelvoud, maar is het daadwerkelijk meervoud.
Kijk maar eens
Slide 9 - Tekstslide
Onderwerp is toch meervoud!
De musea
is
tijdens de Museumnacht tot 2 uur open. =
FOUT
De musea is meervoud --> De musea zijn...
Slide 10 - Tekstslide
Nog meer voorbeelden
De antibiotica = meervoud
De burgemeester en wethouder = meervoud
Slide 11 - Tekstslide
Enkelvoud of meervoud?
A
De brandweerlui is...
B
De brandweerlui zijn...
Slide 12 - Quizvraag
Enkelvoud of meervoud?
A
De stapels zand liggen.
B
De stapels zand ligt.
Slide 13 - Quizvraag
Enkelvoud of meervoud?
A
De voetbalclub is...
B
De voetbalclub zijn...
Slide 14 - Quizvraag
Enkelvoud of meervoud?
A
De mazelen is...
B
De mazelen zijn...
Slide 15 - Quizvraag
Enkelvoud of meervoud?
De media
A
enkelvoud
B
meervoud
Slide 16 - Quizvraag
Nog niet gemaakt?
blz. 217-218, Opdracht 1 t/m 5
Rustig werktempo? Maak dan 1-2-3
Digitaal: alle opdrachten van 2.1
Slide 17 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Formuleren 2.1
September 2023
- Les met
31 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Taalverzorging - 4 Formuleren
Februari 2023
- Les met
30 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Formuleren 2.1
Juni 2021
- Les met
35 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Formuleren en stijl 2.1
April 2023
- Les met
29 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Formuleren en stijl 2.1
Juni 2022
- Les met
40 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Onderwerp en persoonsvorm
Maart 2024
- Les met
24 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
9PW3A + B 8/9 april
April 2020
- Les met
20 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Formuleren en stijl 2.1 MR 3A en MR 3M
December 2021
- Les met
45 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1