Test je Kennis Mens en Natuur

Test je kennis!
1 / 49
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 49 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Test je kennis!

Slide 1 - Tekstslide

Blok 1
Wonen op gevaarlijke plekken

Slide 2 - Tekstslide

Hoe noemen we deze monding?
A
Delta
B
Trechter

Slide 3 - Quizvraag

Is Nederland een delta?
A
Ja
B
Nee

Slide 4 - Quizvraag

Wat is geen reden waarom planten de bodem beschermen?
A
Ze houden de bodem vast
B
Ze vangen water op met hun bladeren
C
Ze zorgen voor een vruchtbare bodem
D
Ze zorgen dat niet al het water in 1 keer naar de rivier gaat

Slide 5 - Quizvraag

Welk begrip hoort hierbij?
Bodemdeeltjes die meegenomen worden door de rivier
A
Sedimentatie
B
Slib
C
Delta
D
Overstroming

Slide 6 - Quizvraag

Welk begrip moet weg?
A
Delta
B
Sedimentatie
C
Zijrivieren
D
Trechtermonding

Slide 7 - Quizvraag

Waarom wordt de kans op overstromingen in Nederland steeds groter?
A
Klimaatverandering
B
Extremer weer
C
Ontbossing in Nederland
D
Zakkende grond bij de dijken

Slide 8 - Quizvraag

Welke natuurramp kan door de mens ontstaan?
A
Overstroming
B
Aardbeving
C
Vulkaanuitbarsting
D
Modderstroom

Slide 9 - Quizvraag

Waar of niet waar?
Asfalt, beton en riolering in de steden voorkomt overstromingen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quizvraag

Waarom groeien er veel planten bij de monding van een rivier?
A
Omdat er veel water is
B
Daar is het land vlakker
C
De bodem is er vruchtbaarder
D
Daar wonen minder mensen vanwege overstromingen

Slide 11 - Quizvraag

Waarom zijn de Nederlandse rivieren geschikt voor scheepsvaart?
A
Het waterpeil is constant
B
Ze zijn breed genoeg
C
Het is sneller dan over land
D
De rivieren lopen langs belangrijke steden

Slide 12 - Quizvraag

Blok 2
Nederlandse landschap

Slide 13 - Tekstslide

Welke soorten grond kom je in de Nederlandse boden tegen?
A
Alleen klei
B
Zand en grind
C
Zowel Klei, zand als grind
D
Turf en löss

Slide 14 - Quizvraag

Hoe komen we in het oosten van Nederland aan zandgrond?
A
Wind die zand van drooggelegde Noordzee het land in blies.
B
Door IJs uit Scandinavië die zand meenam.
C
Via de Rijn die zand meenam uit sedimentatie.
D
Door de stuwwallen die het zand omhoog duwde.

Slide 15 - Quizvraag

Wat zie je op het plaatje ontstaan?
A
Heuvels
B
Dijken
C
Stuwwallen
D
Bergen

Slide 16 - Quizvraag

Waarvan is veen gemaakt?
A
Half verrotte plantenresten
B
Mos
C
Water waar veel zand in zit
D
Dode dieren

Slide 17 - Quizvraag

Waarom werden er in veengebieden sloten gegraven?
A
Om turf te steken
B
voor goederentransport per boot
C
Om drinkwater in op te slaan
D
Om water af te voeren en land droog te leggen

Slide 18 - Quizvraag

Waarvoor werden windmolens voor gebruikt in het westen van Nederland?
A
Om water uit de polders te pompen.
B
Om zout water zoet te maken.
C
Om drinkwater mee op te pompen.
D
Om water naar droge gebieden te brengen.

Slide 19 - Quizvraag

Waarom gingen de eerste mensen in Nederland in Limburg wonen?
A
Dat was hoog gelegen
B
De rest van Nederland lag nog onder water
C
De ijstijd was nog niet afgelopen
D
Dit lag dichter bij het Romeinse Rijk

Slide 20 - Quizvraag

Waarvan werden terpen gemaakt?
A
Zand
B
Klei
C
Grind
D
Veen

Slide 21 - Quizvraag

Wat is ontginnen?
A
Water uit een gebied pompen
B
Het beschermen van een gebied tegen water
C
Gebied geschikt maken voor landbouw
D
Het afsteken van veen voor turf

Slide 22 - Quizvraag

Waar staat de afkorting NAP voor?
A
Nieuw Amsterdams Peil
B
Normaal Amsterdams Peil
C
Nieuwe Amsterdamse Peiling
D
Normale Amsterdammers Peilen

Slide 23 - Quizvraag

Blok 3
Germanen, Vikingen en monniken

Slide 24 - Tekstslide

Door welke gebeurtenis begonnen de Middeleeuwen in Europa?
A
De splitsing van het Romeinse Rijk
B
De val van het West Romeinse Rijk
C
De kroning van Karel de Grote
D
De bekering van Constantijn

Slide 25 - Quizvraag

Waarom trokken de Hunnen vanuit het oosten naar het westen?
A
Oorlog
B
Ze wilde een andere plek om te wonen
C
Veranderend klimaat
D
Ze trokken sowieso rond

Slide 26 - Quizvraag

Waarom viel de handel stil nadat het West Romeinse Rijk viel?
A
Er was niks te handelen meer
B
Het werd te onveilig op de wegen
C
Er was geen geld meer
D
Omdat het Byzantijnse rijk rijker werd

Slide 27 - Quizvraag

Hoe noem je mensen die werken op het landgoed van een edelman?
A
Horigen
B
Boeren
C
Heiden
D
Slaven

Slide 28 - Quizvraag

Wat kregen de horigen in ruil voor hun werk op het hof van de edelman?
A
Een goed loon
B
Een stuk land voor hen zelf
C
Ridderpak
D
Bescherming

Slide 29 - Quizvraag

Wat was geen landbouwvernieuwing tijdens de middeleeuwen?
A
Drieslagstelsel
B
Kunstmest
C
Paard als trekdier
D
IJzeren ploeg

Slide 30 - Quizvraag

Van welk volk was Clovis de koning?
A
Germanen
B
Romeinen
C
Arabieren
D
Franken

Slide 31 - Quizvraag

Welk volk was als eerste christelijk?
A
Franken
B
Germanen
C
Romeinen
D
Friezen

Slide 32 - Quizvraag

Waarom gaf de adel veel geld aan kloosters?
A
Om voor hen te bidden
B
Om boeken over hen te schrijven
C
Om bier te kopen
D
Kloosters bouwen gaf status

Slide 33 - Quizvraag

Waarom trokken de Vikingen door Europa heen?
A
Ze wilden dorpen plunderen
B
Ze waren op zoek naar landbouwgrond
C
Ze waren op ontdekkingsreis
D
Ze wilden een oorlog starten

Slide 34 - Quizvraag

Blok 4
Karel de Grote

Slide 35 - Tekstslide

Op welke 2 manieren kwam Karel de Grote aan zo een groot rijk?
A
Hij was door God uitgekozen.
B
Erfde het rijk van zijn ouders.
C
Hij was een rijke ridder.
D
Hij veroverde land door oorlog te voeren.

Slide 36 - Quizvraag

Hoe bestuurde Karel de Grote zijn grote rijk?
A
Via God.
B
Via leenmannen.
C
Via monniken.
D
Via rechters.

Slide 37 - Quizvraag

Door wie werd Karel de Grote gekroond tot Keizer?
A
Door Clovis
B
Door zichzelf
C
Door de Paus
D
Door Constantijn

Slide 38 - Quizvraag

Wat is de heilige stad voor de moslims?
A
Medina
B
Constantinopel
C
Mekka
D
Rome

Slide 39 - Quizvraag

Wat was de hoofdstad van het Byzantijnse Rijk?
A
Constantinopel
B
Rome
C
Bagdad
D
Mekka

Slide 40 - Quizvraag

Waarom werkte het leenstelsel niet zo goed?
A
Het Frankische rijk was te groot
B
Er waren niet genoeg leenmannen
C
Leenmannen gingen zich als koningen gedragen
D
De afstand was te groot

Slide 41 - Quizvraag

Wat betekent kerstening?
A
Het vieren van kerst
B
Het bekeren van heidense volken
C
Het is een ander woord voor dopen
D
Heidense rituelen overnemen

Slide 42 - Quizvraag

Waarom was het Byzantijnse rijk zo welvarend?
A
Door de zijderoute
B
Ze hadden veel kerken
C
Rijke mensen gingen er wonen
D
Het lag bij de middellandse zee

Slide 43 - Quizvraag

Welk rijk zie je op de foto?
A
Frankische Rijk
B
Byzantijnse Rijk
C
Arabische Rijk
D
West Romeinse Rijk

Slide 44 - Quizvraag

Wat was geen maatregel voor christenen en joden in Andalusië?
A
Extra belasting betalen
B
Geen kerken bouwen
C
Dwangarbeid
D
Respect voor de moslims

Slide 45 - Quizvraag

Einde van de test

Slide 46 - Tekstslide

Welk onderwerp vind je het makkelijkst?

Slide 47 - Open vraag

Welk onderwerp vind je het moeilijkst?

Slide 48 - Open vraag

Wat kan je doen?
  • Blokken afmaken en af tekenen
  • Eindsprint maken
  • Oefentoets op Its Learning
  • Quizlet maken
  • Kennen en kunnen samenvatten
  • Elkaar overhoren

Slide 49 - Tekstslide