Lesmoment grammar klas TL 1b

WELKOM
3 Kader
Welkom

1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

WELKOM
3 Kader
Welkom

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen

Herhaling Grammar 1: Present Simple

Herhaling Grammar 2:  Personal pronouns

Les doel: herhalen en oefenen van Present Simple en Personal Pronouns.


Slide 2 - Tekstslide

Present Simple
Je gebruikt Present Simple bij:
- feiten en gewoontes
I walk to the bus stop every Monday.
We always cycle to school.

-Always, never, sometimes, often, every day, usually- deze worden vaak gebruikt bij gewoontes.

Slide 3 - Tekstslide

Present Simple 
SHIT- RULE
She, He , It -------> +s

He reads a book.                            She calls her uncle.




Slide 4 - Tekstslide

Sarah often........... (to walk) her dog.

Slide 5 - Open vraag

They...........(like) pizza.

Slide 6 - Open vraag

She........ (to take) a nap in the afternoon

Slide 7 - Open vraag

S, X, Z, CH, SH
She, He , It 

Je voegt -es toe bij woorden die eindigen op: s, x, z, ch,sh.
I never catch the ball.                      She never catches the ball.

Slide 8 - Tekstslide

Do  and  go
She, He, It
Je voegt -es achter do en go na She, He en It.

I do my best.
We go to school.
He does his best.
She goes to school

Slide 9 - Tekstslide

-Y--->IES
She, He, It ---->
Woorden die eindigen op Y ---> -ies
I try to be relaxed.                      He tries to be relaxed.

Maar let op! Als er een a,e,i,o,u voor een Y staat--> -s
I buy my shirts online.                    She buys her shirts online.

Slide 10 - Tekstslide

She........(enjoy) playing the piano.

Slide 11 - Open vraag

It.........(to fix) the birds in the park.

Slide 12 - Open vraag

He.......(reply) always to late.

Slide 13 - Open vraag

Personal Pronouns
Je gebruikt persoonlijke voornaamwoorden voor mensen, dieren en dingen.
You 
She, He, It
We 
You
They
Deze gebruik je voor het werkwoord
me
you
her, him, it
us
you
them
Na het werkwoord

Slide 14 - Tekstslide

Personal Prounouns
You 
She, He, It
We 
You
They

me
you
her, him, it
us
you
them
He likes me.
Do you like him?

I am talking to her.
It is looking at them.


It------> dieren en dingen

Slide 15 - Tekstslide

Personal pronoun:
_____ is my dog. (het)

Slide 16 - Open vraag

Choose the correct personal pronoun.
_____ are my parents. (zij)

Slide 17 - Open vraag

Choose the correct personal pronoun.
I can see _____ (hen).

Slide 18 - Open vraag

I give...........(haar) my books.

Slide 19 - Open vraag

Wat hebben we nu geleerd/herhaald?
Present Simple: feiten, gewoonte woorden,  
SHIT-rule, -es, -ies, -s
Personal Pronouns: voor het ww en na het ww.

           Wat gaan we nu doen? 

Zelfstandig verder werken en leren voor het proefwerk.

Slide 20 - Tekstslide