H6 mavo 4 2021 Parijs de weg vragen gebiedende wijs vergelijkingen

Chapitre 6
Destination Paris!
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Chapitre 6
Destination Paris!

Slide 1 - Tekstslide

Les buts
* Lire : Je kunt een tekst begrijpen over reizen in Parijs
* Ecouter : uisteropdracht begrijpen over weekend Parijs
*Lire : Je kunt een tekst begrijpen diverse transportmiddelen
*Grammatica: de gebiedende wijs toepassen
*Parler & écrire: de weg vragen en de weg wijzen

Slide 2 - Tekstslide

Résumé
Destination Paris!
Les transport de moyen
L'impératif (de gebiedende wijs)
Demander le chemin
Indiquer le chemin
Les comparaisons (vergelijkingen)
les prépositions (voorzetsels)

Slide 3 - Tekstslide

Paris en France.

Slide 4 - Tekstslide

Les departements à Paris.

Slide 5 - Tekstslide

Une visite à Paris.

Slide 6 - Tekstslide

Parc André Citroën à Paris.

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Geef eens een voorbeeld van l'impératif
(de gebiedende wijs...)

Slide 9 - Woordweb

Vervoeg het werkwoord: donner

Slide 10 - Open vraag

Geef 3x l'impératif van: chercher

Slide 11 - Woordweb

Vertaal: Zoek je boek! Zoeken jullie je boek! Laten wij ons boek zoeken!

Slide 12 - Open vraag

Moyen de transport
Je vais à l'école...
en vélo
en scooter
à pied
en bus

Slide 13 - Tekstslide

Moyen de transports
en voiture    (le garage)
en avion       (l'airoport)
en train        (la gare)
en métro      (la station)
en bateau     (le havre)

Slide 14 - Tekstslide

Écouter
Luister Nadine! 
Écoute Nadine!

Luister Nadine en Paul (en ikzelf)!
Écoutons Nadine et Paul! (laten wij...)

Luister mevrouw Grotens!
Écoutez madame Grotens!

Luister Nadine en Paul (jullie)!
Écoutez Nadine et Paul!


Slide 15 - Tekstslide

Parler français
Hoe vraag je: 
*Pardon, hoe kom ik bij het André Citroënpark? Is het ver?
* Kunt u me de weg wijzen?  *En daarna?  
* Heel erg bedankt!
Hoe zeg je:
* U kunt er met de metro of lopend naartoe gaan. * Nee, het is dichtbij.
* Het is 10 minuten met de metro. * Ga rechtdoor tot aan het stoplicht. En neem daarna de eerste straat rechts. * Ga rechtdoor, het is tegenover het ziekenhuis. * Geen dank, tot ziens!

Slide 16 - Tekstslide

Pardon. Pour aller au parc André Citroën, s'il vous plaît?
Vous pouvez y aller en métro 
ou à pied.

Slide 17 - Tekstslide

C'est loin?
Non, c'est tout près. 
C'est à dix minutes en métro.   

Slide 18 - Tekstslide

Vous pouvez m'indiquer le chemin?
Allez tout droit, jusqu'au feu et après prenez la première rue à droite.

Slide 19 - Tekstslide

Et après?
Continuez tout droit c'est en face de l'hôpital.



Slide 20 - Tekstslide

Merci beaucoup!
De rien, au revoir.

Slide 21 - Tekstslide

Remerciements polis
Merci beaucoup!
Je vous en prie.
De rien.

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Qu'est-ce que tu aimes faire à Paris?
Quand il fait beau, j'aime faire  le jeu de piste.

Slide 24 - Tekstslide

Et quand il fait mauvais?
Quand il pleut, je préfère aller au musée.



Slide 25 - Tekstslide

Quelle attraction est plus amusante?
Selon moi, le jeu de piste est plus amusant que le musée.



Slide 26 - Tekstslide

Quelle attraction est moins chère?
Le jeu de piste est moins cher que le musée.




Slide 27 - Tekstslide

Quels sont les horaires d'ouverture?
Ils sont ouverts de 09h00 à 18hoo.





Slide 28 - Tekstslide

Waar denk je aan bij vergelijkingen?

Slide 29 - Woordweb

groot, groter, grootst

Slide 30 - Woordweb

klein, kleiner, kleinst

Slide 31 - Woordweb

Vul in: Ma soeur est (petit, +) .........que ma mère.

Slide 32 - Open vraag

Vul in: Paul et Patrick sont (grand,-).... que leur ami.

Slide 33 - Open vraag

Vertaal: Stella et Amélie sont (jaloux,-) ....que moi.

Slide 34 - Open vraag

Slide 35 - Tekstslide