§16.5 lichaamsvreemd, afstoten of niet

1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 17 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 4 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

§16.5 Lichaamsvreemd, afstoten of niet

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Bloedgroepen

         A
         B
         AB
          0

Slide 4 - Tekstslide

erfelijkheid
IA i  = bloedgroep A                                    
IB i = bloedgroep B                                     

dominant, recessief, intermediair                                                       




                                                       

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Wat gebeurt er als je de verkeerde bloedgroep krijgt toegediend?

Afbraak rode bloedcellen en klontering.

Levensbedreigend

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Naast AB0 bloedgroepen is er ook de Rhesusfactor (antigeen op rode bloedcellen)

rhesus positief + = wel een rhesus antigeen
rhesus negatief - = geen rhesus antigeen
Rhesus aapjes
De Rhesus-factor speelt een rol bij zwangerschap.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Om te voorkomen dat moeder antistoffen aanmaakt worden vlak voor de bevalling rhesus antistoffen toegediend die de antigenen al uitschakelen voordat het afweersysteem in actie komt => geen antistoffen aangemaakt

Slide 12 - Tekstslide

universeel donor

kan bij alle patiënten worden toegediend

universeel ontvanger

kan van alle patiënten bloed krijgen

Slide 13 - Tekstslide

Transplantaties
Donororganen zijn lichaamsvreemd.
Alle lichaamscellen hebben MHC-I eiwitten (vlaggenstok)  of MHC-II-eiwitten met antigenen op hun celmembraan.

De MHC eiwitten samen vormen samen het HLA-systeem
(human leucocyte antigen system)

Als HLA van donor en receptor veel op elkaar lijken dan is de kans op afstoting kleiner



Slide 14 - Tekstslide

Auto-immuunziekten
jeugddiabetes (type 1), reuma, MS

Het immuunsysteem valt lichaamseigen cellen aan.
humoraal (B-cel met antistoffen) en cellulair (T-cel)

Bij de activering, rijping van de B-cellen (in beenmerg) en T-cellen (in thymus) gaat het fout.


Slide 15 - Tekstslide

Immunotherapie tegen kanker
Kankercellen zijn anders dan gewone lichaamscellen en presenteren ander antigeen.

T-cellen van de patiënt worden buiten het lichaam geactiveerd en vermenigvuldigd en dan toegediend.

Slide 16 - Tekstslide

monoklonale antilichamen (antistoffen)
Doel: antistof productie

  • muis injecteren met antigen
  • geactiveerde B-lymfocyten worden geïsoleerd.
  • in lab fusie met tumorcellen
  • vermenigvuldiging
  • antistofproductie

Slide 17 - Tekstslide