In deze les zitten 13 slides, met interactieve quiz en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
3.2 Leven in het Romeinse Rijk
Neem voor je:
- Laptop
- Schrift & Memo boek
- Agenda
Slide 1 - Tekstslide
Aan het einde van de les...
Je kunt uitleggen welke grote economische verandering in de tijd van de Romeinse Republiek plaatsvond op het Romeinse platteland.
Je kunt uitleggen welke gevolgen deveranderingen op het Romeinse platteland hadden voor de steden.
Je kunt een beschrijving geven van de positie van slaven en vrouwen in de Romeinse samenleving.
Slide 2 - Tekstslide
Planning
Wat weet je al (+- 10 min)
Uitleg (+- 25 min)
Huiswerk maken (+- 10 min)
Slide 3 - Tekstslide
Huiswerk
3.2 Uitwerken leerdoel 1 van blz. 110, Memo.
Slide 4 - Tekstslide
Romeins keizerrijk
Slide 5 - Woordweb
Leven op het platteland
Veel Romeinen leefden als boer op het platteland.
2e eeuw v.C.: Boeren moeten veel in het leger gaan vechten.
Grootgrondbezitters: kopen land op van arme boeren en stichten daar grote landbouwbedrijven en bouwen villa's.
Grootgrondbezitter: Iemand die veel grond bezit en daardoor erg rijk en machtig is.
Villa: Een huis van een grootgrondbezitter op het platteland.
Slide 6 - Tekstslide
Dit is een villa rustica, een soort boerderij. Naast dit type villa, bestond er ook de villa urbana.
Het meeste werk rondom de villa werd gedaan door slaven.
Veel villa's hadden uitgebreide badruimten met vloerverwarming
Er waren appartementen voor de villicus (de toezichthouder) en de actor (de boekhouder) en ook slaapvertrekken voor de slaven.
Een villa rustica bestond vaak uit verschillende gebouwen, zoals het woonhuis, de stallen en de voorraadschuren.
Slide 7 - Tekstslide
Proletariërs
Proletariërs zijn arme Romeinen die vrijwel niets hebben.
Soms zijn zij boeren geweest die niet konden concurreren tegen de grote boerderijen.
Komt van proles (kinderen): 'het enige dat zij hebben zijn hun kinderen.'
Toch zijn ze erg belangrijk voor rijke Romeinen:
Ze mogen namelijk stemmen en kunnen rijke Romeinen machtig maken.
De huizen van proletariërs hadden geen eigen toiletten. Je moest dan naar dit soort openbare toiletten in Rome: gezellig met z'n allen roddelen terwijl je je behoeften doet. Echt schoon was het allemaal niet: uit recent onderzoek werd duidelijk dat het enorme bron van parasieten en infecties.
Privé-toiletten kwamen pas later, en alleen voor mensen die dat konden betalen.
Slide 8 - Tekstslide
Dit is insula, een flatgebouw in Rome. De woningen werden gehuurd door de armere Romeinen. De meeste insulae waren 4 of 5 verdiepingen hoog. De bouwkwaliteit was niet best: bijna dagelijks waren er branden en instortingen.
De kamers bovenin een insula waren de slechtste kamers: hier woonden de proletariërs.
Hoewel er in sommige gebouwen stromend water was, moesten de bewoners van een insula het water vaak uit een fontein op straat halen.
Hoewel de meeste kamers in een insula klein en donker waren, was er wel verschil: de grotere kamers waren voor mensen met iets meer geld.
De meeste insulae hadden geen toiletten of keukens. Moest je naar de wc, dan ging je naar een openbaar toilet. En wilde je wat eten, dan ging je naar een thermopolium, een soort snackbar.
timer
3:30
Slide 9 - Tekstslide
Vrouwen in Rome
Romeinse vrouwen hadden meer rechten dan met vrouwen in bijvoorbeeld Athene.
Vrouwen mochten zich buitenshuis begeven, maar ze bezaten echter geen politieke rechten en konden vaak niet beschikken over hun eigen vermogen.
De Romeinen maakten prachtige mozaïeken. Dit mozaïek is de oudste afbeelding van vrouwen in bikini. Het was de vloer van een Romeinse villa op Sicilië (Italië), gebouwd in de derde eeuw na Christus.
Slide 10 - Tekstslide
Slaven
Slavernij was bij de Romeinen heel normaal.
Slaaf werd je bijvoorbeeld omdat jouw land was veroverd, of omdat je je schulden niet kon betalen.
Er waren veel slaven in Rome:
Van de miljoen inwoners waren ongeveer 400.000 slaven!
Twee jonge slaven. De linker draagt water en handdoeken; de rechter een mand met bloemen.
Slide 11 - Tekstslide
De elite
Zij waren de allerrijkste en zaten bijvoorbeeld in de senaat en voerden het leger aan.
Ze probeerden te voorkomen dat de proletariërs in opstand kwamen: voedsel, aquaducten en vermaak.