week 11

Nederlands
week 11
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Nederlands
week 11

Slide 1 - Tekstslide

Planning maandag
- Instructie Grammatica hst. 1 en 2

- Zelfstandig werken

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoel
Aan het einde van de les kan ik de persoonsvorm in een zin aanwijzen. 
Aan het einde van de les kan ik een zin in zinsdelen verdelen.

Aan het einde van de les kan ik het onderwerp aanwijzen.

Slide 3 - Tekstslide

Wat is de persoonsvorm van deze zin:

Gisteren heeft het Nederlands elftal in de Nations League van Polen gewonnen.
A
gisteren
B
heeft
C
gewonnen
D
elftal

Slide 4 - Quizvraag

Welke verdeling in zinsdelen is juist?
A
Carla / heeft / in de pauze een blikje cola / gedronken.
B
Carla heeft / in de pauze / een blikje cola / gedronken.
C
Carla / heeft / in de pauze / een blikje cola gedronken.
D
Carla / heeft / in de pauze / een blikje cola / gedronken.

Slide 5 - Quizvraag

Onderwerp? Hoe vind je het onderwerp in de zin?
A
door de zin vragend te maken?
B
Wie of wat + gezegde?’
C
Wie of wat + onderwerp + gezegde?’

Slide 6 - Quizvraag

Welke verdeling in zinsdelen is juist?
A
Aanstaande zaterdag / moet / ons elftal / een belangrijke wedstrijd spelen.
B
Aanstaande / zaterdag / moet / ons elftal / een belangrijke wedstrijd / spelen.
C
Aanstaande zaterdag / moet ons elftal / een belangrijke wedstrijd / spelen.
D
Aanstaande zaterdag / moet / ons elftal / een belangrijke wedstrijd / spelen.

Slide 7 - Quizvraag

Welk zinsdeel is in deze zin het onderwerp:

"Ik kan nu het onderwerp uit een zin halen."
A
Ik
B
kan
C
het onderwerp
D
een zin

Slide 8 - Quizvraag

Bepaal nu zelf:

Geen fouten gemaakt? Maak dan nu zelfstandig hst. 1 Grammatica (over pv en zinsdelen) en hst. 2 Grammatica (over ow).

Wel fouten gemaakt? Doe met mij mee.

Slide 9 - Tekstslide

Planning woensdag
- Herhalen theorie/afmaken huiswerk

- Klaar: Afmaken boekverslagen/voorbereiden presentaties

Slide 10 - Tekstslide

Grammatica:

Taalkundig ontleden (woordsoorten)

Redekundig ontleden (zinsdelen)

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Zinsdelen

Zinsdelen zijn woorden of groepjes woorden die je in een zin kunt verplaatsen zonder dat de betekenis verandert.

Die groepjes woorden hebben allemaal een bepaalde rol of functie

Slide 13 - Tekstslide

géén afstanden, gewichten, snelheden
MOET een mens of dier zijn, dus GEEN ding

Slide 14 - Tekstslide

Vorige week donderdag heeft mijn oma pannenkoeken gebakken voor mij.

1: Zoek de persoonsvorm (pv) 
2: Zoek andere werkwoorden en bepaal het wwg
3: Je bepaalt welke woorden/groepjes woorden bij elkaar horen




Vorige week donderdag | heeft | mijn oma | pannenkoeken | gebakken | voor mij.
             bwb                         pv/wwg     ow                     lv                         wg               mv



Slide 15 - Tekstslide