2V : herhaling grammatica unité 1

V2A - vendredi, le 11 octobre 2024

Programme: Franse Quiz bij Unité 1/ HW/Bonusopdracht
Lesdoelen: 
  • Je beheerst de vocabulaire en grammatica van Unité 1. 
  • Je kunt vertellen over de afgelopen vakantie of over een droombestemming. 
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

V2A - vendredi, le 11 octobre 2024

Programme: Franse Quiz bij Unité 1/ HW/Bonusopdracht
Lesdoelen: 
  • Je beheerst de vocabulaire en grammatica van Unité 1. 
  • Je kunt vertellen over de afgelopen vakantie of over een droombestemming. 

Slide 1 - Tekstslide

Hoe zeg je: Ik ga 'naar Engeland'?
Je vais ......
A
à Angleterre
B
en Angleterre
C
aux Angleterre
D
au Angleterre

Slide 2 - Quizvraag

Hij is naar Frankrijk geweest=
A
Il est allé en France
B
Il a eu en France
C
Ils ont été en France
D
Elle est arrivée en France

Slide 3 - Quizvraag

Ik woon in Nederland =
J'habite ........
A
au Pays-Bas
B
aux Pays-Bas
C
à Pays-Bas
D
dans les Pays-Bas

Slide 4 - Quizvraag

Il fait chaud =
A
Het is slecht weer
B
Het is mooi weer
C
Het is warm
D
Het is koud

Slide 5 - Quizvraag

Wat is de passé composé?
A
De tegenwoordige tijd (ik dans)
B
De verleden tijd (ik danste)
C
De voltooide tegenwoordige tijd (ik heb gedanst)
D
De voltooide verleden tijd (ik had gedanst)

Slide 6 - Quizvraag

Sleep de vervoegingen naar het juiste vakje
Passé composé
Geen passé composé
Je regarde
Il parle
Ils ont parlé
Nous avons regardé
Je suis descendu
Nous sautons
Vous fermez
Vous êtes parti

Slide 7 - Sleepvraag

Koppel de voltooid deelwoorden aan het juiste werkwoord.
avoir
acheter
habiter
faire
être
oublier
été
habité
fait
oublié
eu
acheté

Slide 8 - Sleepvraag

Il ... mangé une pomme.
A
as
B
avons
C
a
D
ai

Slide 9 - Quizvraag

(Ik heb gekregen) une bonne note.
A
Il a été
B
Elle a fait
C
Je suis allé
D
J'ai eu

Slide 10 - Quizvraag

Nous (zijn vertrokken) à Paris.
A
sommes partis
B
avons parti
C
sommes parti
D
avez parti

Slide 11 - Quizvraag

Vous (zet "faire du tennis" in de passé composé)
(U heeft getennist)

Slide 12 - Open vraag

Zet het werkwoord tussen haakjes in de juiste vorm in de passé composé:
Nous (regarder) un film. Noteer de hele zin.

Slide 13 - Open vraag

Continuez votre travail! 
1. Kijk je HW (ex. 28, 29) na m.b.v. het nakijkblad.
2. Maak je HW voor maandag: blz. 45 (1 ster), blz. 47 (8F + 8G) & blz. 48 (16G) en leer voor het PW. 
of maak ex. 30 als bonusopdracht +/- 70 woorden + 1 afbeelding (zie opdr. 18, 29 en zinnen appr. 9) 
(voor max. 0,3 bonus bij het PW) en lever deze in via Teams
3. Heb je nog vragen over de stof stel ze dan!


Slide 14 - Tekstslide

Et à lundi!

Slide 15 - Tekstslide