Taal Thema 5 les 10

Woohooooo
Tijd voor een nieuwe taalles, yes!
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
TaalBasisschoolGroep 6

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Woohooooo
Tijd voor een nieuwe taalles, yes!

Slide 1 - Tekstslide

Taal les 10
Oefenen: Ik kan het werkwoordelijk gezegde aanwijzen in de zin.
Oefenen: Ik weet wat een samengesteld werkwoord is en kan dit toepassen.

Kahoot!: Ik ken de betekenis van de 12 themawoorden.

Online maken les 10 via joinmyquiz.com

Slide 2 - Tekstslide

lesdoel
Ik kan het gezegde in een zin herkennen en benoemen.

Slide 3 - Tekstslide

gezegde

Slide 4 - Woordweb

Slide 5 - Video

Stappenplan

Slide 6 - Tekstslide

Wat is het gezegde?

Ik loop.
A
Ik
B
loop

Slide 7 - Quizvraag

Wat is het gezegde?

Ik heb vandaag gelopen.
A
Ik
B
heb
C
gelopen
D
heb gelopen

Slide 8 - Quizvraag

Wat is het gezegde in de volgende zin:
Ik ben naar school gelopen.
A
Ik
B
ben gelopen
C
naar school

Slide 9 - Quizvraag

Wat is het gezegde in deze zin?

De postbode heeft de post bezorgd.
A
heeft
B
de postbode
C
heeft bezorgd
D
de post

Slide 10 - Quizvraag

Het gezegde 

Het gezegde bestaat dus uit alle werkwoorden in de zin,
dus ook de persoonsvorm.

Ik heb lekker gegeten met mijn moeder.





Slide 11 - Tekstslide

Wat is het gezegde?

Slide 12 - Open vraag

Wat is het gezegde?

Slide 13 - Open vraag

Wat is het persoonsvorm?
De schilder heeft een kunstwerk gemaakt.

Slide 14 - Open vraag

Dan is het nu tijd om te oefenen!
Luister naar de uitleg

Slide 15 - Tekstslide

Dus, hoe vind je het gezegde in een zin?
A
Door van de zin een vraagzin te maken.
B
Door de vraag te stellen: Wie of Wat + persoonsvorm.
C
Door alle werkwoorden in de zin te zoeken.
D
Ik snap het nog niet.

Slide 16 - Quizvraag

Hoe ging het?
A
Erg goed!
B
Wel goed, maar ik had wel wat foutjes.
C
Een beetje goed, ik snap het wel maar wil vaker oefenen.
D
Niet zo goed, ik snap het nog niet.

Slide 17 - Quizvraag

Weet je het nog?

Slide 18 - Tekstslide

Waar denk je aan bij een samengesteld werkwoord?

Slide 19 - Open vraag



uitlachen
lopen
delen



Hij lacht haar uit
Hij loopt graag hard.
Zij deelt de boeken uit.

Slide 20 - Tekstslide

een samengesteld werkwoord bestaat uit twee delen


  beeld     +    houwen          =    beeldhouwen

Slide 21 - Tekstslide

Kun jij een voorbeeld geven van een samengesteld werkwoord?

Slide 22 - Open vraag

Welk werkwoord is een samengesteld werkwoord?
A
braden
B
koken
C
kneden
D
aanbranden

Slide 23 - Quizvraag

Welk samengesteld werkwoord herken jij?
Ik zwaai mijn moeder uit.

Slide 24 - Open vraag

Dan nu tijd voor Kahoot!
En daarna aan de slag op joinmyquiz.com

Slide 25 - Tekstslide