WI-3 Les 4

Wiskunde-3
Les 4
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Wiskunde-3
Les 4

Slide 1 - Tekstslide

Onderwerpen:
WI-2: Grafieken tekenen opg 18-21

Slide 2 - Tekstslide

Richtingscoëfficiënt door twee punten bepalen
vb 1 door (1,3) en (3,7)
a = verandering van de y 
        verandering van de x

a = y2 - y1 = 7 - 3 = 4 =  2
       x2 - x1    3 - 1      2

Slide 3 - Tekstslide

Bereken de waarde van b
vb 2 Gegeven: y = 2x + b       door (3,2)
          Vul de coordinaten in en
Los op               2 = 2.3 + b
                             2 = 6 + b 
                        2 - 6 = b
                              -4 = b of b = -4

Slide 4 - Tekstslide

Bereken de vergelijking van een lijn door twee punten
Stap 1 Bepaal de richtingscoëfficiënt a
Stap 2 Bepaal de waarde van de b door één punt te kiezen en in                 te vullen in y = ax + b
Stap 3 Vul a en b in de vergelijking => het antwoord!

Slide 5 - Tekstslide

Bereken de vergelijking van een lijn door twee punten
vb 1      (3,2) en (5,6)
Stap 1     a = 6-2 / 5-3 = 4/2 = 2
Stap 2     y = 2x + b door (5,6)
                   6 = 2.5 + b
                   6 = 10 + b => b = -4
Stap 3    Het antwoord => y = 2x -4

Slide 6 - Tekstslide

Huiswerk
Maak opg 24 t/m 26

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Pauze
Korte pauze!


timer
5:00

Slide 14 - Tekstslide

Vervolg §2.3 Richtingscoëfficiënten
Functies in de vorm y = ax + b noteren we ook als:

  • f(x) = ax + b

  • f : x       ax + b
In alle vormen is      x     het origineel
              y of f(x) of  f: x   het beeld

Slide 15 - Tekstslide

Voorbeeld:
y = 2x + 3          x = 4    =>    y = 2.4 + 3 = 11

f(x) = 2x + 3                       f(4) = 2.4 + 3 = 11

f: x -> 2x + 3                     f : 4 -> 2.4 + 3 = 11 

Slide 16 - Tekstslide

Voor welke waarde van x    
geldt     y = 21?

2x + 3 = 21
      2x = 18
        x = 9
Los op f(x) = 21

2x + 3 = 21
      2x = 18
        x = 9

Slide 17 - Tekstslide

29 Gegeven f(x) = 2x - 5
a. Bereken f(0)
A
f(0) = 5
B
f(0) = -5
C
f(0) = -3
D
f(0) = 0

Slide 18 - Quizvraag

29 Gegeven f(x) = 2x - 5
e. Bereken f(-10)
A
f(-10) = -15
B
f(-10) = 25
C
f(-10) = -25
D
f(-10) = weet het niet

Slide 19 - Quizvraag

29 Gegeven f(x) = 2x - 5
h. Los op f(x) = 0
A
x= 2 1/2
B
x = -5
C
x = 5
D
x = weet het niet

Slide 20 - Quizvraag

29 Gegeven f(x) = 2x - 5
i. Los op f(x) = 10
A
x= 15
B
x = 2 1/2
C
x = 7,5
D
x = weet het niet

Slide 21 - Quizvraag

Huiswerk 
Maak Opgaven:
27 i t/m l
28 c t/m f
29 b, c, d en m, n, o
30 b, c, f, g

Slide 22 - Tekstslide