Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
werkwoord in de tegenwoordige tijd
Willkommen bei der Deutsch-Stunde
1 / 49
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
In deze les zitten
49 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
50 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Willkommen bei der Deutsch-Stunde
Slide 1 - Tekstslide
Das Programm für heute
Erklärung Grammatik (werkwoorden in de tegenwoordige tijd)
Selbstständig arbeiten
Ende der Stunde
Slide 2 - Tekstslide
Het werkwoord in de tegenwoordige tijd
FEESTTENTEN-REGEL
Slide 3 - Tekstslide
Wat is een zwak werkwoord?
Wanneer je het werkwoord in de
verleden tijd
zet is er
geen klinkerverandering
Nederlandse zwakke werkwoorden zijn vrijwel altijd ook in het Duits zwak
Slide 4 - Tekstslide
Zwakke werkwoorden
...zijn regelmatig
...worden volgens een vast schema vervoegd
Slide 5 - Tekstslide
Drie categorieën zwakke werkwoorden
1. Gewone zwakke werkwoorden
2. Zwakke werkwoorden met een stam op -d of -t
3. Zwakke werkwoorden met een stam op -s, -ß of -z (sis-klank)
Slide 6 - Tekstslide
Hoe vervoeg je zwakke werkwoorden?
1. Maak de stam van het werkwoord
2. Zet de juiste uitgang erachter
Slide 7 - Tekstslide
Hoe gebruik je deze regels?
1. Neem de
stam
van het werkwoord
2. Kijk welk
persoonlijk voornaamwoord
in de zin staat.
3. Kijk welke regel je moet toepassen.
- stam op -s, -ss, -ß, -x, of -z = (E)ETTENTEN
- niks bijzonders = FEESTTENTEN-regel.
Slide 8 - Tekstslide
Wat is de stam van een werkwoord?
Slide 9 - Open vraag
Hoofdregel (feesttenten)
FE-
ich
spiel
e
du
spiel
st
er / sie / es
spiel
t
wir
spiel
en
ihr
spiel
t
sie / Sie
spiel
en
Slide 10 - Tekstslide
'Gewone' zwakke werkwoorden
ich mach
e
du mach
st
er/sie/es mach
t
wir mach
en
ihr mach
t
sie/Sie mach
en
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Zwakke werkwoorden met een stam op -s,-z of -ß
ich reis
e
du reis
t
er/sie/es reis
t
wir reis
en
ihr reis
t
sie/Sie reis
en
Slide 13 - Tekstslide
Uitzonderingen -
(
e
)ettenten
ich
heiß
e
du
heiß
t
er / sie / es
heiß
t
wir
heiß
en
ihr
heiß
t
sie / Sie
heiß
en
de EETTENTEN-regel gebruik je als de stam op een -s, -ss, -ß, -x of -z eindigt
.
Slide 14 - Tekstslide
Nog niet helemaal duidelijk?
Bekijk dan dit uitlegfilmpje:
Zwakke werkwoorden - verleden tijd
Slide 15 - Tekstslide
feesttenten
werkwoorden waarbij de uitgang van du geen -st, maar -t is.
werkwoorden die een tussen -e krijgen bij du, er/sie/es en ihr
wohnen
heißen
finden
rennen
tanzen
reisen
schreiben
fassen
beißen
streiten
Slide 16 - Sleepvraag
Vervoeg het werkwoord "arbeiten"
arbeit
e
arbeit
e
st
arbeit
e
t
arbeit
en
arbeit
e
t
arbeit
en
ich
du
er / sie / es
wir
ihr
sie / Sie
Slide 17 - Sleepvraag
Oefenen met de FEESTTENTEN-REGEL
Slide 18 - Tekstslide
Sleep het juiste Duitse persoonlijk voornaamwoord naar het Nederlandse persoonlijk voornaamwoord.
ik
jij
hij
zij
wij
jullie
het
u
zij
ich
ihr
er
es
wir
du
sie
Sie
sie
Slide 19 - Sleepvraag
Zwakke werkwoorden:
Ich _____ viel.
A
rede
B
redest
C
redet
D
reden
Slide 20 - Quizvraag
zwakke werkwoorden:
Wir _____ in Hamburg.
A
leben
B
lebst
C
lebe
D
lebt
Slide 21 - Quizvraag
zwakke werkwoorden:
Er _____ mit seinem Freund.
A
spielen
B
spiele
C
spielt
Slide 22 - Quizvraag
Zwakke werkwoorden:
Ich _____ gerne.
A
back
B
backe
C
backst
Slide 23 - Quizvraag
zwakke werkwoorden:
Ihr _____ in Berlin.
A
wohnt
B
wohne
C
wohnst
Slide 24 - Quizvraag
zwakke werkwoorden:
Du _____ doch Lisa?
A
heiße
B
heißt
C
heißen
D
heißst
Slide 25 - Quizvraag
zwakke werkwoorden:
Sein Bruder _____ Tom.
A
heiße
B
heißt
C
heißen
D
heiß
Slide 26 - Quizvraag
Hoe vind je de stam van een werkwoord?
Slide 27 - Woordweb
Ich ...... einen Brief (schreiben)
A
schreib
B
schreibe
C
schreibt
D
schreiben
Slide 28 - Quizvraag
Wir ....... gerne Karaoke. (singen)
A
singe
B
singen
C
singt
D
singst
Slide 29 - Quizvraag
....... Susanne auch ins Kino? (gehen)
A
gehe
B
gehst
C
geht
D
gehen
Slide 30 - Quizvraag
Peter und Tom ...... jeden Samstag Sport. (machen)
A
mache
B
machst
C
macht
D
machen
Slide 31 - Quizvraag
Nu oefenen met de FEESTTENTEN-regel en de uitzonderingen!
Slide 32 - Tekstslide
Siehst du das Kind? Es ... seine Eltern. [suchen]
Slide 33 - Open vraag
Max . . . seiner Freundin Ohrringe.
[schenken]
Slide 34 - Open vraag
Warum . . . du diesen Mann so?
[hassen]
Slide 35 - Open vraag
... du deine Zähne zweimal am Tag?
[putzen]
Slide 36 - Open vraag
Herhaling van het zwakke werkwoord
Du ........ (tanzen) mit mir.
A
tanzt
B
tanzst
C
tanze
D
tanst
Slide 37 - Quizvraag
Hoe vorm je het voltooid deelwoord van zwakke werkwoorden
A
ge + stam + t
B
ge + stam + et
C
ge + hele werkwoord
D
stam + et
Slide 38 - Quizvraag
(kaufen) Wo __________ sie Getränke ________ ?
Slide 39 - Open vraag
(reisen) Wohin _________ du im Sommer ________?
Slide 40 - Open vraag
(Melden) _______ du dich im Unterricht ____________?
Slide 41 - Open vraag
Zwakke werkwoorden
Kies de juiste vorm van het werkwoord in:
reisen Sie ...
A
reise
B
reist
C
reisen
Slide 42 - Quizvraag
Heb je nog meer uitleg nodig van de docent?
A
Ja
B
Nee
Slide 43 - Quizvraag
Extra oefenen?
Klik op de links in volgende slides voor meer oefeningen
Slide 44 - Tekstslide
oscarromerotalen.nl
Slide 45 - Link
oscarromerotalen.nl
Slide 46 - Link
An die Arbeit!
Arbeitsbuch Seite 114
Slide 47 - Tekstslide
oscarromerotalen.nl
Slide 48 - Link
Selbstständig machen
Bestudiere: Grammatik von Seite 114
Machen: Aufgabe 19 - 20 - 21
Slide 49 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Feesttenten
Mei 2022
- Les met
20 slides
Duits
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 2
Zwakke ww
Oktober 2024
- Les met
25 slides
Duits
Middelbare school
vmbo k, t
Leerjaar 2
Zwakke ww
15 dagen geleden
- Les met
25 slides
Duits
Middelbare school
vmbo k, t
Leerjaar 2
Herhaling werkwoorden (zwakke ww, haben en sein)
November 2023
- Les met
41 slides
Duits
Middelbare school
vmbo k, t
Leerjaar 2
Feesttenten
April 2022
- Les met
19 slides
Duits
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 2
Feesttenten
2 dagen geleden
- Les met
19 slides
Duits
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 2
Grammatik Het werkwoord in de tegenwoordige tijd
April 2022
- Les met
33 slides
Duits
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 2
Het zwakke werkwoord in de tegenwoordige tijd (inclusief stam -d/-t en sis-klank)
April 2024
- Les met
28 slides
Duits
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 2