Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Talent - 1BK - H1 theorie voor proefwerk
Talent - 1BK - H1 theorie voor proefwerk
1 / 42
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
In deze les zitten
42 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
60 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Talent - 1BK - H1 theorie voor proefwerk
Slide 1 - Tekstslide
Lezen
Titel en tussenkopje
Onderwerp van een tekst
Alinea
Slide 2 - Tekstslide
Waar staat de titel van een tekst?
Slide 3 - Open vraag
Tussenkopjes vertellen je:
A
waarover een tekst gaat
B
waarover een tekstgedeelte gaat
C
waarover de foto gaat
D
door wie de tekst is geschreven
Slide 4 - Quizvraag
Welke vraag stel je om het onderwerp van de tekst te vinden?
Slide 5 - Open vraag
Je schrijft het onderwerp op in:
A
één of een paar woorden
B
een hele zin
C
een paar zinnen
Slide 6 - Quizvraag
Op welke manieren kun je een alinea herkennen?
Slide 7 - Open vraag
De zinnen van een alinea horen bij elkaar.
A
waar
B
niet waar
Slide 8 - Quizvraag
In een alinea staat een stukje van het onderwerp.
A
waar
B
niet waar
Slide 9 - Quizvraag
Woorden
Nieuwe woorden
Samenstellingen
Slide 10 - Tekstslide
Wat betekent een kans bieden?
A
in het midden staan
B
graag je best ervoor willen doen
C
iets wordt mogelijk
D
zeker van jezelf
Slide 11 - Quizvraag
Wat betekent gemotiveerd zijn?
A
in het midden staan
B
graag je best ervoor willen doen
C
iets wordt mogelijk
D
zeker van jezelf
Slide 12 - Quizvraag
Welk woord uit de woordenlijst past bij de foto?
Slide 13 - Open vraag
Welk woord uit de woordenlijst past bij de foto?
Slide 14 - Open vraag
Wat betekent ervan overtuigd zijn?
A
het heel zeker weten
B
het je voorstellen
C
accepteren dat het zo is
D
iets of iemand belachelijk maken
Slide 15 - Quizvraag
Wat betekent zich verbeelden?
A
het heel zeker weten
B
het je voorstellen
C
accepteren dat het zo is
D
iets of iemand belachelijk maken
Slide 16 - Quizvraag
Een samenstelling bestaat uit één woord.
A
waar
B
niet waar
Slide 17 - Quizvraag
Welk woord is een samenstelling?
A
computer
B
computertas
C
beker
D
ventilator
Slide 18 - Quizvraag
Grammatica
de persoonsvorm
Slide 19 - Tekstslide
De persoonsvorm vind je door:
Slide 20 - Open vraag
Wat is de pv?
Aminata gaat graag naar school.
A
Aminata
B
gaat
C
graag
D
school
Slide 21 - Quizvraag
Wat is de pv?
Ze komt uit Timboektoe.
A
ze
B
uit
C
komt
D
Timboektoe
Slide 22 - Quizvraag
Wat is de pv?
Daarom doet ze goed haar best.
A
daarom
B
doet
C
ze
D
best
Slide 23 - Quizvraag
Hij is heel goed in voetbal.
pv = goed
A
waar
B
niet waar
Slide 24 - Quizvraag
Andere topclubs hebben hem ook gezien.
pv = gezien
A
waar
B
niet waar
Slide 25 - Quizvraag
Schrijf de zin in een andere tijd.
Willemijn speelt piano.
Slide 26 - Open vraag
Schrijf de zin in een andere tijd.
Ze kan al moeilijke stukken spelen.
Slide 27 - Open vraag
Persoonsvorm?
Bianca en Lizette zijn wereldkampioen karpervissen.
Slide 28 - Open vraag
Persoonsvorm?
De twee dames wonen in Borne.
Slide 29 - Open vraag
Spelling
stam en ik-vorm spellen
persoonsvorm tt spellen
begin en einde van zinnen
Slide 30 - Tekstslide
stam
ik-vorm
kok
kook
stopp
stop
grav
graaf
wijz
wijs
Slide 31 - Sleepvraag
Schrijf de pv goed in de zin.
Ik ... (leren) mijn hond een kunstje.
Slide 32 - Open vraag
Schrijf de pv goed in de zin.
... (zeggen) maar eens: 'Mooi zitten.'
Slide 33 - Open vraag
Schrijf de pv goed in de zin.
Hij ... (gaan) netjes op zijn achterpoten zitten.
Slide 34 - Open vraag
Schrijf de pv goed in de zin.
Dan ... (geven) ik hem een koekje.
Slide 35 - Open vraag
Schrijf de pv goed in de zin.
Dat ... (smikkelen) hij snel op.
Slide 36 - Open vraag
Schrijf de pv goed in de zin.
Honden ... (kauwen) graag op een bot.
Slide 37 - Open vraag
Schrijf de pv goed in de zin.
Jij ... (kennen) vast ook wel een leuke hond.
Slide 38 - Open vraag
Waarmee begint elke zin?
A
hoofdletter
B
punt
C
vraagteken
D
uitroepteken
Slide 39 - Quizvraag
Zet het juiste leesteken achter de zin.
Wacht even op mij
A
.
B
?
C
!
Slide 40 - Quizvraag
Zet het juiste leesteken achter de zin.
Mijn broer is goed in computergames
A
.
B
?
C
!
Slide 41 - Quizvraag
Zet het juiste leesteken achter de zin.
Waar ben jij goed in
A
.
B
?
C
!
Slide 42 - Quizvraag
Meer lessen zoals deze
Onderwerp/ persoonsvorm
Februari 2024
- Les met
17 slides
Zinsontleding
Mei 2024
- Les met
15 slides
Nederlands
Lager onderwijs
Lijdend voorwerp en meewerkend voorwerp
Januari 2023
- Les met
19 slides
Nederlands
Lager onderwijs
Les 2 (31 augustus 2024) uigebreid
Augustus 2024
- Les met
44 slides
Nederlands
Secondary Education
Age 12
SMS klas 5; De persoonsvorm herhalen.
Mei 2022
- Les met
22 slides
Taalles
Primary Education
Age 9,10
Onderwerp en persoonsvorm
Maart 2024
- Les met
24 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
Ontdek de Persoonsvorm en Het Onderwerp!
April 2024
- Les met
17 slides
Persoonlijk voornaamwoord als onderwerp
September 2023
- Les met
17 slides
Instroom 1
Secundair onderwijs