Paragraaf 4 Remmen en botsen

Paragraaf 4 Remmen en botsen
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Paragraaf 4 Remmen en botsen

Slide 1 - Tekstslide

Wat ga je leren?
5.4.1 Je kunt drie factoren noemen waarvan de lengte van de remweg afhangt.
5.4.2 Je kunt aan de hand van een grafiek uitleggen wat het verband is tussen de beginsnelheid en de remweg.
5.4.3 Je kunt uitleggen wat bedoeld wordt met de reactietijd en de reactieafstand.
5.4.4 Je kunt de afstand berekenen die een auto nodig heeft om te stoppen.
5.4.5 Je kunt uitleggen hoe veiligheidsvoorzieningen in een auto bijdragen aan het verlengen van de remweg van de inzittenden. (PLUS)

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Slide 12 - Video

Slide 13 - Tekstslide

Sleep de woorden naar de open plekken in de tekst.
Kies steeds uit de 2 woorden die achter de zin staan.

Een auto rijdt op een natte weg met banden met weinig profiel. De remweg is __________ dan wanneer de auto nieuwe banden zou hebben.

Je fietst met je vriendje achterop naar huis. De massa is nu __________ dan wanneer je alleen op de fiets zit. 

Als je nu moet remmen is de remweg ____________.
Je rijdt langzaam naar school. Als je plotseling moet remmen ,  je remweg is_________ dan wanneer je snel zou fietsen.

langer
korter
groter
langer

Slide 14 - Sleepvraag


a) reactietijd =  ...... s

b) reactieafstand =  ...... m

c) remweg = ...... m

1,0
2,8
10
0,7
8,3
15
20

Slide 15 - Sleepvraag

Lange remweg
Kortere remweg

Alleen op de fiets
De weg is glad 
Je hebt nieuwe remmen 
Versleten banden

Slide 16 - Sleepvraag

remweg
Hé, ik moet remmen
reactietijd

Slide 17 - Sleepvraag

Een auto heeft niet onder alle omstandigheden dezelfde remweg.
Sleep de grootheden aan die de remweg beïnvloeden naar het goede vak
 








Goed
Fout
de afstand
de massa
de remkracht
de snelheid
de tijd

Slide 18 - Sleepvraag

Remweg
Reactieafstand
Stopfstand

Slide 19 - Sleepvraag

Oranje pijl
Groene pijl
Witte pijl
Stopafstand
Reactieafstand
Remweg

Slide 20 - Sleepvraag

Kies van elke situatie of het de remweg langer of korter maakt.
Remweg wordt langer
Remweg wordt korter
Je banden zijn versleten
Je rijdt hard
Je hebt een volle aanhanger
De aanhanger is leeg
Je remt hard
Het wegdek is weer droog

Slide 21 - Sleepvraag

10. 3 Sleep de letters naar het juiste bijbehorende woord
Reactieafstand
Stopafstand
Remweg
A
B
C

Slide 22 - Sleepvraag