Centrum-periferiemodel en internationale arbeidsdeling

Centrum-periferiemodel en internationale arbeidsdeling

Leerdoelen

Aan het einde van deze les kun je:
- landen herkennen die tot het centrum, de semiperiferie en de periferie behoren
- begrijpen hoe een verschuiving in de internationale arbeidsdeling het centrum-periferiemodel beïnvloedt
- het verband begrijpen tussen de verschillende economische patronen op de wereldkaart

Introduceer de leerdoelen van de les

Wat weet je al over de economische kenmerken van landen die behoren tot het centrum, de semiperiferie en de periferie?

Centrum-periferiemodel

Het centrum-periferiemodel is een model dat laat zien hoe landen onderling verschillen in economische ontwikkeling.

Leg uit wat het centrum-periferiemodel is en wat het laat zien.

Centrum

Landen die behoren tot het centrum hebben een ontwikkelde economie met veel hoogwaardige productie.

Geef voorbeelden van landen die behoren tot het centrum en wat hun economieën kenmerkt.

Semiperiferie

Landen die behoren tot de semiperiferie zijn economisch aan het groeien en hebben een mix van hoogwaardige en laagwaardige productie.

Geef voorbeelden van landen die behoren tot de semiperiferie en wat hun economieën kenmerkt.

Periferie

Landen die behoren tot de periferie hebben een onderontwikkelde economie en vooral laagwaardige productie.

Geef voorbeelden van landen die behoren tot de periferie en wat hun economieën kenmerkt.

Internationale arbeidsdeling

De internationale arbeidsdeling is de verdeling van arbeid over verschillende landen en regio's in de wereld.

Leg uit wat de internationale arbeidsdeling is en waarom het belangrijk is voor het centrum-periferiemodel.

Gevolgen van verschuivingen

Een verschuiving in de internationale arbeidsdeling kan leiden tot veranderingen in het centrum-periferiemodel.

Beschrijf de mogelijke gevolgen van verschuivingen in de internationale arbeidsdeling voor het centrum-periferiemodel.

Economische patronen wereldkaart

Op de wereldkaart zijn verschillende economische patronen te zien, zoals de concentratie van ontwikkelde landen in het noorden en de opkomst van economieën in Azië.

Laat voorbeelden zien van economische patronen op de wereldkaart en bespreek hun betekenis.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.