V5 T4 B2 DNA-replicatie

B2: DNA-replicatie
Het kopiëren van DNA.
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

B2: DNA-replicatie
Het kopiëren van DNA.

Slide 1 - Tekstslide

Wanneer en waarom is het van belang ons DNA te kopiëren?

Slide 2 - Open vraag

DNA-replicatie in stappen
De volgende video geeft in een animatie weer hoe DNA-replicatie verloopt. Tijdens de video zullen er op enkele momenten vragen gesteld worden of een korte toelichting gemaakt worden. Succes! 

Slide 3 - Tekstslide

9

Slide 4 - Video

00:21
Stap: 1
De dubbele helix van het DNA wordt uitgerold door een enzym (de naam daarvan hoef je niet te kennen), zodat het 'plat' ligt.

Slide 5 - Tekstslide

00:47
Wat bepaalt welk uiteinde het 5'- en welke het 3'-uiteinde is?
A
De plaatsing van de fosfaatgroepen aan de koolstofatomen van de suikergroep
B
De plaatsing van de stikstofbasen aan de koolstofatomen van de suikergroep
C
De plaatsing van de fosfaatgroepen aan de zuurstofatomen van de suikergroep
D
De plaatsing van de stikstofbasen aan de zuurstofatomen van de suikergroep

Slide 6 - Quizvraag

00:47
3'- / 5'-uiteinde
Nucleotide = suikergroep + fosfaatgroep + stikstofbase

De suikergroep bestaat uit 5 koolstofatomen met daaraan verschillende groepen. Wanneer je de koolstofatomen telt met de klok mee vanaf de O-groep, zie je dat de fosfaatgroep van de nucleotide zelf aan 5' vastzit (het 5'-uiteinde), en de fosfaatgroep van de volgende nucleotide aan 3' (het 3'-uiteinde). 
5'-uiteinde
3'-uiteinde

Slide 7 - Tekstslide

00:59
Stap 2: Helicase
Helicase is een enzym dat de waterstofbruggen tussen basenparen verbreekt: het ritst als het ware het DNA open. Dit begint op willekeurige plaatsen op een DNA-molecuul. 

Slide 8 - Tekstslide

01:24
Stap 3: Primer
DNA-polymerase moet straks wel weten waar het moet beginnen met bouwen. Daarvoor koppelt het enzym primase een stukje RNA-nucleotiden aan de DNA-streng, die door DNA-polymerase herkend kunnen worden als startpunt van het bouwproces. 

Slide 9 - Tekstslide

01:52
Stap 4: DNA-polymerase
Ook DNA-polymerase is een enzym (alles dat eindigt op -ase, eigenlijk). Dit enzym kan losse nucleotiden die in het kernplasma zweven aan de DNA-streng binden. Dit kan alleen maar in één richting:  de nieuwe DNA-streng ontstaat van het 5'-uiteinde naar het 3'-uiteinde van de primer. Aan het 5'-uiteinde van de primer worden de nieuwe DNA-nucleotiden dus toegevoegd. 

Slide 10 - Tekstslide

01:53
Leidende streng
De leidende streng kan continu achter de helicase aan worden opgebouwd, doordat het DNA van 5' naar 3' wordt opgebouwd en dit dezelfde richting is als helicase het DNA doorknipt. (afbeelding: "leading strand")

Slide 11 - Tekstslide

03:13
Volgende streng
De volgende streng wordt langzamer opgebouwd dan de leidende streng, vandaar dat het de leidende streng 'volgt' in het proces. 
Deze moet 'tegen het verkeer in' worden opgebouwd omdat de richting van de streng andersom is en het DNA toch van 5' naar 3' moet worden opgebouwd. Er wordt daarom door primase telkens een nieuwe RNA-primer toegevoegd zodat DNA-polymerase telkens weer weet waar het moet beginnen met bouwen. Hierdoor ontstaat niet direct een lange nieuwe streng, maar korte fragmenten: Okazaki-fragmenten. Deze worden door het enzym ligase aan elkaar gekoppeld tot een lange streng. 

Bij zowel de leidende als de volgende streng worden de RNA-nucleotiden van de primers na het bouwen vervangen door DNA-nucleotiden door een ander enzym.

Slide 12 - Tekstslide

03:26
Ieder nieuw DNA molecuul bestaat nu uit één DNA-streng uit het oude DNA-molecuul, en één nieuw gebouwde DNA-streng!

Slide 13 - Tekstslide