20221107 Maandag

Maandag 7 november
Goedemorgen!
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
MentorlesVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 2

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 180 min

Onderdelen in deze les

Maandag 7 november
Goedemorgen!

Slide 1 - Tekstslide

OCHTEND

08.30 - 09.15 BIOLOGIE
09.30 - 10.15 WISKUNDE
10.15 - 10.30 PAUZE
10.30 - 11.15 NEDERLANDS
                      Toets H3
11.15 - 12.00 GYM
12.00 - 12.20 PAUZE
MIDDAG

12.20 - 12.30 LEZEN
12.30 - 13.15 MENS&MAATSCHAPPIJ
                      13 in de oorlog
13.15 - 14.00 SOVA spelletjes
14.00 - 14.30 WERK AFMAKEN/KEUZE

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Link

BIOLOGIE

Slide 4 - Tekstslide

Thema 2 Voeding en Vertering

Slide 5 - Tekstslide

§ 2.6 Voedselbereiding
Leerdoelen
Na deze les kan jij enkele voordelen van voedselbereiding noemen.
Na deze les kan jij uitleggen dat je door goede voedselhygiëne een voedselvergiftiging kunt voorkomen.

Slide 6 - Tekstslide

Samengestelde producten
De meeste voedingsmiddelen die je eet, komen van planten en dieren. Toch zie je soms niet meteen waar een voedingsmiddel vandaan komt. Dat komt doordat veel voedingsmiddelen samengestelde producten zijn. Samengestelde producten zijn voedingsmiddelen die uit verschillende grondstoffen bestaan. Je noemt dit ook wel ingrediënten

Pannenkoekenbeslag bijvoorbeeld bevat de ingrediënten meel, eieren en melk (zie afbeelding).
§ 2.6 Voedselbereiding

Slide 7 - Tekstslide

Manieren van bereiden
Veel voedingsmiddelen kun je op verschillende manieren klaarmaken. Dit noem je ook wel bereiden
Bij bakken, koken en frituren wordt het voedsel bereid door het te verhitten. 
Bij koken gebeurt dit meestal in een pan met kokend water. 
Bij bakken verhit je voedsel in een hete pan met een beetje boter, margarine of olie. Bij frituren dompel je voedsel onder in heel heet vet.
Soms is verhitten niet nodig. Bepaalde producten, zoals komkommer, paprika en sla, kun je ook goed rauw eten.

Voordelen van bereiden
Door bereiden wordt het voedsel lekkerder. Voedselbereiding heeft ook andere voordelen. Op rauw voedsel kunnen ziekmakende bacteriën en schimmels zitten. Dit komt vooral voor bij vlees, kip en vis. Door verhitten gaan bacteriën en schimmels dood. Meestal gaat kauwen ook gemakkelijker na verhitting, zoals bij sperziebonen en wortelen.
§ 2.6 Voedselbereiding

Slide 8 - Tekstslide

Bederven van voedsel
Voedsel kan besmet zijn met bacteriën en schimmels. Daardoor kan het voedsel bederven als je het te lang bewaart. Van bedorven voedsel kun je ziek worden. Je kunt dan een voedselvergiftiging oplopen. Je hebt dan last van je maag en/of darmen. Overgeven en diarree zijn gevolgen van een voedselvergiftiging.

Je kunt bedorven voedsel herkennen aan de smaak, geur en
kleur. Bedorven melk smaakt zuur. Bedorven vlees en vis
ruiken vies. Brood met schimmel heeft een heel andere kleur
 (zie afbeelding).
Een voedselvergiftiging is te voorkomen door eten goed te
bewaren, niet meer te eten als het bedorven is en door
hygiënisch te werken in de keuken.
§ 2.6 Voedselbereiding

Slide 9 - Tekstslide

Houdbaarheid
Op de verpakking van de meeste voedingsmiddelen staat een houdbaarheidsdatum (zie afbeelding).
Dit is de uiterste datum tot wanneer je een voedingsmiddel kunt gebruiken. Vooral dierlijke voedingsmiddelen, zoals vlees, vis en melk, bederven snel. Eet of drink het voedingsmiddel niet meer na deze datum; je kunt er dan ziek van worden.
§ 2.6 Voedselbereiding

Slide 10 - Tekstslide

Voedselhygiëne en kruisbesmetting
Om van voedsel niet ziek te worden, moet je in de keuken hygiënisch werken. Voedselhygiëne betekent dat je op een schone manier met voedsel en keukenmaterialen omgaat. Het is belangrijk om de keuken en de materialen die je gebruikt, goed schoon te houden. Ook is het belangrijk goed op je eigen hygiëne te letten door bijvoorbeeld regelmatig je handen te wassen met water en zeep.

Bij het bereiden kunnen bacteriën en schimmels worden overgebracht van het ene voedingsmiddel op het andere. Dat heet kruisbesmetting. Kruisbesmetting is vooral gevaarlijk bij voedingsmiddelen die je rauw eet, zoals sla en komkommer. Gebruik daarom voor vlees, kip en vis andere messen en snijplanken dan voor groenten (zie afbeelding). Leg rauw en klaargemaakt voedsel nooit bij elkaar.




§ 2.6 Voedselbereiding

Slide 11 - Tekstslide

Voedselhygiëne en kruisbesmetting
Bij het verhitten van voedingsmiddelen worden veel ziekteverwekkers gedood. Het is daarom belangrijk om zowel vers bereid voedsel als voedselrestjes goed te verhitten.

Door voedsel op de juiste manier te bewaren, kun je voedselbederf voorkomen. Zet na aankoop de producten die kunnen bederven (zoals melk en vlees) zo snel mogelijk in de koelkast. Bereid voedsel moet je afgedekt in de koelkast bewaren en binnen drie dagen opeten.




§ 2.6 Voedselbereiding

Slide 12 - Tekstslide

Voedselhygiëne en kruisbesmetting
Bij het verhitten van voedingsmiddelen worden veel ziekteverwekkers gedood. Het is daarom belangrijk om zowel vers bereid voedsel als voedselrestjes goed te verhitten.

Door voedsel op de juiste manier te bewaren, kun je voedselbederf voorkomen. Zet na aankoop de producten die kunnen bederven (zoals melk en vlees) zo snel mogelijk in de koelkast. Bereid voedsel moet je afgedekt in de koelkast bewaren en binnen drie dagen opeten.




§ 2.6 Voedselbereiding

Slide 13 - Tekstslide

Maak de bijbehorende opdrachten.
§ 2.6 Voedselbereiding

Slide 14 - Tekstslide

WISKUNDE

Slide 15 - Tekstslide

Rekenen 1 | Gehele getallen

Leerdoel
Je oefent het rekenen met gehele getallen.



Slide 16 - Tekstslide

Afronden op honderdtallen

€ 1168 wordt ...?
A
€ 1150
B
€ 1100
C
€ 1200
D
€ 1250

Slide 17 - Quizvraag

Vermenigvuldigen

27 x 3 =
A
75
B
84
C
81
D
90

Slide 18 - Quizvraag

Tijd

Hoeveel uur is 1260 minuten?
A
20,5 uur
B
20 uur
C
21,5 uur
D
21 uur

Slide 19 - Quizvraag

Rekenvolgorde

4 + (4x2) : 4 =
A
3
B
4
C
6
D
5

Slide 20 - Quizvraag

Rekenen 1 | Gehele getallen
Op je Chromebook:

BK: maken Rekenen 1 | Gehele getallen Test opdrachten 1 t/m 9 + Opdracht A10 + A18

TL: maken Rekenen 1 | Gehele getallen Test opdrachten 1 t/m 6 + Opdracht A7 t/m A11





Slide 21 - Tekstslide

NEDERLANDS

Slide 22 - Tekstslide

TOETS Nederlands H3

Ben je klaar met de toets, dan doe je rustig iets voor jezelf!

Slide 23 - Tekstslide

GYM

Slide 24 - Tekstslide

MENS & MAATSCHAPPIJ

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Video

SoVa

Slide 27 - Tekstslide

Keuzemoment

Slide 28 - Tekstslide