Fictie 7 | vrijdag

Doel + programma
  • Huiswerk bespreken
  • Uitleg thema, motieven 
  • Korte Fictie quiz
  • Samen afsluiten met hw

Doel: jullie begrijpen wat thema's, motieven en moraal inhoudt en hoe jullie deze kunnen herkennen.
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 3

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Doel + programma
  • Huiswerk bespreken
  • Uitleg thema, motieven 
  • Korte Fictie quiz
  • Samen afsluiten met hw

Doel: jullie begrijpen wat thema's, motieven en moraal inhoudt en hoe jullie deze kunnen herkennen.

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Jonas geeft hem een flinke duw. De jongen botst zo'n drie meter achteruit. Ik probeer ze te kalmeren, maar het lijkt niet te werken. Het gezicht van Jonas is rood aangelopen, terwijl de jongen boos overeind krabbelt. Dit gaat uit de hand lopen, ik moet hulp zoeken.

Slide 2 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Op welke 3 manieren kan een verhaal beginnen?

Slide 3 - Open vraag

extra
Huiswerk bespreken
Opdracht 4 | Blz. 206

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Korte herhaling Fictie quiz

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is fictie?

A
een krantenartikel
B
het boek 'Spijt' van Carry Slee
C
het dagboek van Anne Frank
D
Op Niveau

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat wordt bedoeld met chronologische volgorde?

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Dieptepunt
Slot
Steeds meer moeilijkheden
Langzame verbetering
Ontstaan van het probleem
Beginsituatie

Slide 10 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

'Ik deed de deur van de koelkast open en zocht naar een snack. Gister had ik nog twee donuts zien liggen, maar nu zag ik alleen een komkommer.'
Hoe noem je zo'n soort vertelling?

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Met wat voor informatie wordt een personage beschreven?

Slide 14 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Welke twee soorten bijfiguren kun je onderscheiden?

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De tijd die verstrijkt in het verhaal zelf noem je ...
A
de verteltijd
B
de vertelde tijd

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het was nog donker, toen in de vroege morgen van de tweeëntwintigste december 1946 in onze stad, op de eerste verdieping van het huis Schilderskade 66, de held van deze geschiedenis, Frits van Egters, ontwaakte.

Slide 19 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Alwetend perspectief
  • De verteller is iemand die alles weet van alle personages;
  • Geschreven in de hij- en zij-vorm;
  • Komt te weten wat alle personages zien, horen, voelen en denken;
  • Verteller weet wat er is gebeurd en wat nog gaat gebeuren.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gieles probeerde zich een schuddende aarde voor te stellen. Een schuddend dak was hem niet vreemd. Als ‘s nachts zware vrachtkisten opstegen, bonkte het dak als een oude centrifuge. Gieles zapte weg van de aardbeving naar Animal Planet. Een vlooiende bonobo en haar jong zaten onder een boom. Zijn vriend Toon vertoonde overeenkomsten met apen.

Slide 21 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Personaal perspectief
  • Je ziet alles door de ogen van één persoon;
  • Geschreven in de hij- of zij-vorm;
  • Leert de hoofdpersoon goed kennen.

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk maandag
Fictie blok 5 - opdracht 5
Blz. 209

EN JE BOEK UITLEZEN!

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies