Thema 5 BS 3 Zien

Thema 5 Waarneming, gedrag en regeling
Thema 5 - waarneming, gedrag en regeling
  • terugblik
  • doelen
  • uitleg
  • aan de slag
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Thema 5 Waarneming, gedrag en regeling
Thema 5 - waarneming, gedrag en regeling
  • terugblik
  • doelen
  • uitleg
  • aan de slag

Slide 1 - Tekstslide

wat weet je nog van de vorige les?

Slide 2 - Woordweb

Vragen over huiswerk BS 3 en BS 8 Horen?

Slide 3 - Tekstslide

Hoe neem je een hard laag geluid waar?
Plek trilhaartjes/ impulsfrequentie
A
Vooraan slakkenhuis/ Laag
B
Achteraan slakkenhuis/ Laag
C
Vooraan slakkenhuis/ Hoog
D
Achteraan slakkenhuis/ Hoog

Slide 4 - Quizvraag

Slide 5 - Tekstslide

BS 3 Zien (het oog)

Slide 6 - Tekstslide

Het oog - buitenkant

Slide 7 - Tekstslide

Het oog - buitenkant
Wenkbrauw: zorgt er voor dat er geen zweet in je ogen komt
 
Ooglid: zorgt er voor dat je je ogen kunt sluiten en kunt knipperen
Wimpers: zorgen er voor dat er geen vuil in je ogen komt (knipperen)

Slide 8 - Tekstslide

Het oog - buitenkant
Traanklieren: zitten in het ooglid. Zorgen voor bevochtigen van het oog.
Traanbuis: zit in je binnenste ooghoek, voert het traanvocht af naar je neusholte. Te veel traanvocht? Echte tranen.

Slide 9 - Tekstslide

Het oog - buitenkant
Harde oogvlies: Wit vlies om de oogbol heen. Hier zitten je oogspieren aan vast.
 
Hoornvlies: Doorzichtige verdikking aan de voorkant
Iris: gekleurde gedeelte van het oog. Bepaalt hoe groot de pupil is.
Pupil: Hier gaat het licht doorheen je oog in.

Slide 10 - Tekstslide

Het oog - pupilreflex
Veel licht
Weinig licht

Slide 11 - Tekstslide

Het oog - pupilreflex
Veel licht: kringspieren spannen aan en de pupil wordt kleiner
Weinig licht: straalsgewijs lopende spieren spannen aan en de pupil wordt groter

Slide 12 - Tekstslide

Het oog - binnenkant

Slide 13 - Tekstslide

Het oog - binnenkant
Zichtbaar aan de buitenkant: hoornvlies, pupil, iris en harde oogvlies

Oogspier: zit vast aan het harde oogvlies, laat het oog bewegen.
Vaatvlies: ligt onder het harde oogvlies, bloedvaten.

Slide 14 - Tekstslide

Het oog - binnenkant
Netvlies: hier zitten de zintuigcellen die gevoelig zijn voor licht. Bijna de hele binnenkant van het oog.

Glasachtig lichaam: doorzichtige binnenkant van de oogbol. Zorgt ervoor dat de oogbol een bol blijft.
Oogzenuw: Hier lopen de uitlopers van de zenuwcellen doorheen (zintuigcellen -> hersenen, hersenen -> oogspieren)

Slide 15 - Tekstslide

Het oog - binnenkant
Gele vlek: hier zitten de meeste zintuigcellen op je netvlies. 

Blinde vlek: de plek op je netvlies waar geen zintuigcellen zitten. Hier komen bloedvaten en zenuwuitlopers je oog binnen en verlaten die weer.

Slide 16 - Tekstslide

Lens - scherpstellen
Veraf: platte lens
Dichtbij: bolle lens

Slide 17 - Tekstslide

Lens - verziend/ bijziend
 Je hebt een bolle lens/ + brillenglas nodig.
Verziend: beeld scherp áchter je netvlies.
Je kunt dichtbij niet scherp zien, je lens is niet bol genoeg/ je oog is te lang.

Slide 18 - Tekstslide

Lens - verziend/ bijziend
 Je hebt een holle lens/ - brillenglas nodig.
Bijziend: beeld scherp vóó'r je netvlies.
Je kunt veraf niet scherp zien, je lens is niet plat genoeg/ je oog is te kort.

Slide 19 - Tekstslide

Het oog - netvlies
Je netvlies is bedekt met zintuigcellen:
Staafjes: zien weinig kleur, zijn heel lichtgevoelig (lage drempelwaarde) dus ze werken ook bij weinig licht. Liggen overal op je netvlies behalve in de gele vlek.

Slide 20 - Tekstslide

Het oog - netvlies
Je netvlies is bedekt met zintuigcellen:
Kegeltjes: zien kleur, zijn niet erg lichtgevoelig (hoge drempelwaarde) dus ze werken niet bij weinig licht.
Liggen vooral in de gele vlek.

Slide 21 - Tekstslide

Met welke zintuigcellen is iets mis als je kleurenblind bent?
A
Staafjes
B
Kegeltjes

Slide 22 - Quizvraag

Welke zintuigcellen hebben nachtdieren niet?
A
Staafjes
B
Kegeltjes

Slide 23 - Quizvraag

Begrippen BS 3 Zien
Harde oogvlies
Oogspieren
Pupil
Hoornvlies
Traanklieren
Glasachtig lichaam
Lens
Vaatvlies
Netvlies

Oogzenuw
Gele vlek
Blinde vlek
Staafjes
Kegeltjes
Pupilreflex
Bijziend
Holle lenzen
Verziend
Bolle lenzen

Slide 24 - Tekstslide

Huiswerk
Maak de opdrachten van BS 3 (3 t/m 6) in de online methode. 

Slide 25 - Tekstslide