Licht

Licht
Nask 3TL

Mevrouw Ruysink
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
naskVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 6

In deze les zitten 35 slides, met tekstslides en 7 videos.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Licht
Nask 3TL

Mevrouw Ruysink

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we deze les doen?
Start hoofdstuk licht, voorkennis activeren
Doelen H5 paragraaf 1
-Aan het einde van de les kun je uitleggen wat directe en indirecte lichtbronnen zijn en hoe schaduw ontstaat
Uitleg
Opdrachten maken

Slide 2 - Tekstslide

Lichtbron
Directe lichtbron: 
een lichtbron die zelf licht 
uitzendt, zoals de zon.
Indirecte lichtbron: 
Deze voorwerpen in onze 
omgeving geven zelf geen licht, maar kaatsen het licht van een directe lichtbron terug, zoals spiegel of fietsreflector.

Slide 3 - Tekstslide

Schaduw tekenen

Slide 4 - Tekstslide

Licht weerkaatst
Bij een spiegel en gladde oppervlaktes.
De richting van het licht kun je veranderen door het te weerkaatsen.

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

De spiegelwet
<i = <t

Hoek van inval is gelijk aan hoek van terugkaatsing

Slide 7 - Tekstslide

3.1 Spiegelen
Diffuse weerkaatsing
Lichtstrallen worden alle kanten op gereflecteerd.
Spiegelende weerkaatsing
Lichtstrallen worden in 1 richting gereflecteerd. Net zoals een biljartbal. De hoek van inval is de hoek van terugkaatsing.
Spiegelbeeld
Het spiegelbeeld is virtueel. Het staat net zo ver achter de vlakke spiegel als dat het voorwerp ervoor staat.
De normaal
Hulplijn loodrecht op de spiegel. Handig om spiegelbeeld, hoek van inval en hoek van terugkaatsing te tekenen.
Hoek van inval
De hoek tussen de invallende lichtstraal en de normaal
Hoek van terugkaatsing
De hoek tussen de terugkaatsende lichtstraal en de normaal

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Slide 10 - Tekstslide

Aan de slag
Maak de opdrachten van paragraaf 5.1

Klaar? Laat controleren en kijk de opdrachten na

Slide 11 - Tekstslide

Wat gaan we deze les doen?
Terugblik
Doelen H5 paragraaf 2
-
Aan het einde van de les kun je uitleggen wat een spectrum is, hoe je kleuren ziet en welke soorten straling je hebt.
Uitleg
Aan de slag

Slide 12 - Tekstslide

Wit licht en het spectrum
            Zonlicht is wit

                  Bevat alle kleuren
                   (rood, oranje, geel, groen, blauwen violet)
             Dit kan een prisma laten zien

Alle kleuren in het witte licht noem je het spectrum

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Absorberen en terugkaatsen:

Een voorwerp kaatst alleen zijn eigen kleur terug, alle andere kleuren worden geabsorbeerd. Bij een kleur die niet in het spectrum zit, worden er meerdere kleuren opgenomen (mengkleuren)


  • Een blauw voorwerp weerkaatst alleen blauw licht en absorbeert de rest, 


  • Een wit voorwerp weerkaatst alle kleuren


  • Een zwart voorwerp absorbeert alle kleuren.

Slide 15 - Tekstslide

IR + UV
Infrarood licht en ultraviolet licht kunnen wij niet zien:
onzichtbaar licht

Slide 16 - Tekstslide

Beschermen tegen straling
De cellen van je lichaam moeten beschermd worden tegen straling, je lichaam maakt pigment. 

Voor UV straling kun je zonnebrand gebruiken, maar sterkere straling heeft een betere bescherming nodig. Met factor 10 kun je 10x langer dan normaal in de zon liggen bv 50 ipv 5 min.
  

Slide 17 - Tekstslide

Aan de slag
Maak de opdrachten van paragraaf 5.2 in je werkboek

Klaar? Laat controleren en kijk de opdrachten na.

Slide 18 - Tekstslide

Wat gaan we deze les doen?
Terugblik
Doelen H5 paragraaf 3
- Aan het einde van de les kun je uitleggen hoe een positieve en een negatieve lens werkt
Uitleg
Aan de slag

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

Hoe werkt een lens?
Lens verbuigt lichtstralen
Lenzen hebben altijd een brandpunt F
creert een beeld B van een voorwerp V
bolle lens=positieve lens, convergeren
holle lens=negatieve lensen, divergeren



Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

Stappen constructiestralen :
1. Teken lens met hoofdas en brandpunt (F)
2. Voorwerp en pijl V1 V2 juiste afstand.
3. Twee constructiestralen, B1 waar stralen samen komen.
4. Beeld B1 B2
Beeld ondersteboven.

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Aan de slag
Maak de opdrachten van paragraaf 3 in je werkboek

Klaar? Laat controleren en kijk de opdrachten na

Slide 25 - Tekstslide

Wat gaan we deze les doen?
Terugblik
Doelen
-Aan het einde van de les kun je uitleggen hoe het oog werkt en hoe je een beeld scherp stelt op je netvlies
Uitleg
Opdrachten maken

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Video

Het oog

Slide 28 - Tekstslide

0

Slide 29 - Video

Werking oog

Slide 30 - Tekstslide

bijziend of verziend

Slide 31 - Tekstslide

Aan de slag
Maak de opdrachten van paragraaf 5.4 in je werkboek

Klaar? Laat controleren en kijk de opdrachten na.

Slide 32 - Tekstslide

Wat gaan we deze les doen?
Buffer les. Maak de opdrachten van paragraaf 1 tm 4 af en kijk de opdrachten na. Klaar? Neem het hoofdstuk door en kijk of je nog vragen hebt.

Slide 33 - Tekstslide

Wat gaan we deze les doen?
Maak de test jezelf. Dit kan zelfstandig, samen of klassikaal.

Slide 34 - Tekstslide

Wat gaan we deze les doen?
-Samenvatten hoofdstuk
(schrijf de begrippen met betekenis op)
-Waar heb je nog moeite mee? Filmpjes nogmaals bekijken of samen de tekst/paragraaf lezen.
-Galgje spelen met de begrippen uit het hoofdstuk
-Mede leerlingen overhoren
Volgende les: toets

Slide 35 - Tekstslide