Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Zelfstandig oefenen met signaalwoorden 1
Woordquiz
1 / 44
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Engels
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
In deze les zitten
44 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
30 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Woordquiz
Slide 1 - Tekstslide
also
Slide 2 - Open vraag
furthermore
Slide 3 - Open vraag
although
Slide 4 - Open vraag
in spite of
Slide 5 - Open vraag
still
Slide 6 - Open vraag
unless
Slide 7 - Open vraag
To summarize
Slide 8 - Open vraag
BUT
The building is big but also very ugly.
A
wanneer
B
als
C
maar
D
dan
Slide 9 - Quizvraag
OR
Is this a square or a circle?
A
of
B
als
C
maar
D
wanneer
Slide 10 - Quizvraag
AND
It's hot, warm and nice today.
A
als
B
maar
C
en
D
of
Slide 11 - Quizvraag
FOR
He is not healthy, for he has been smoking too long.
A
omdat
B
als
C
of
D
en
Slide 12 - Quizvraag
NOR
They do not drink, nor do they smoke.
A
noch
B
en
C
of
D
want
Slide 13 - Quizvraag
YET
They drink, yet they don't smoke.
A
als
B
maar
C
of
D
en
Slide 14 - Quizvraag
SO
He had a good grade, so he celebrated that.
A
dus
B
of
C
als
D
zo
Slide 15 - Quizvraag
increase
A
vergroten
B
afname
C
oplossing
D
toename
Slide 16 - Quizvraag
De volgende woorden staan niet in je reader.
Ze komen vaak voor in eindexamens.
Dus handig om te onthouden!
Slide 17 - Tekstslide
purpose
A
opzettelijk
B
doel
C
misschien
D
alhoewel
Slide 18 - Quizvraag
achieve
A
werken
B
instemmen met
C
bereiken
D
het is maar goed dat
Slide 19 - Quizvraag
develop
A
ontwikkelen
B
aantrekken
C
duidelijk
D
opvoeding
Slide 20 - Quizvraag
violence
A
vriendelijk
B
onderzoek
C
geweld
D
in elkaar slaan
Slide 21 - Quizvraag
average
A
op leeftijd
B
oudere
C
bos
D
gemiddelde
Slide 22 - Quizvraag
common
A
computerprogramma
B
website
C
forens
D
gewoon
Slide 23 - Quizvraag
PRACTISE
QUIZ
Kies welk voegwoord het beste in de zin past
Slide 24 - Tekstslide
I like sugar in my tea, _________ I don't like milk in it.
A
and
B
but
C
or
D
so
Slide 25 - Quizvraag
Listen to the story __________ answer the questions in complete sentences.
A
and
B
because
C
but
D
or
Slide 26 - Quizvraag
Is it Thursday _________ Friday today?
A
and
B
but
C
or
D
then
Slide 27 - Quizvraag
He was late __________ the bus didn't come.
A
although
B
because
C
but
D
or
Slide 28 - Quizvraag
We were very tired __________ happy after our flight to Sydney.
A
and
B
but
C
or
D
so
Slide 29 - Quizvraag
They climbed the mountain __________ it was very windy.
A
although
B
nor
C
or
D
so
Slide 30 - Quizvraag
_____________ Lenny was watching the planes his wife was reading in the car.
A
Similarly
B
But
C
So
D
While
Slide 31 - Quizvraag
I'll text you _________ I have arrived in Toronto.
A
after
B
or
C
so
D
then
Slide 32 - Quizvraag
Neither my brother __________ my sister own a car.
A
and
B
but
C
nor
D
so
Slide 33 - Quizvraag
The sun was warm, __________ the wind was a bit too cool.
A
after
B
nor
C
so
D
yet
Slide 34 - Quizvraag
tegenstelling
oorzaak
voorwaarde
tijd
after
although
as
because
before
even if
even though
if
if only
however
today
though
unless
until
whether
whereas
Slide 35 - Sleepvraag
Welke woord maakt een antwoord vaak fout? (in 95% procent van de gevallen!)
A
How should I know
B
Explain why
C
Better safe than sorry
D
It's cold outside
Slide 36 - Quizvraag
Welke woord maakt een antwoord vaak fout? (in 95% procent van de gevallen!)
A
always
B
sometimes
Slide 37 - Quizvraag
Welke woord maakt een antwoord vaak fout? (in 95% procent van de gevallen!)
A
more
B
average
C
incredible
D
wrong
Slide 38 - Quizvraag
Cito wil dat je voorbeelden kunt herkennen. Ze vragen dan naar functie van een stukje tekst. In het antwoord staat dan:
A
it illustrates
B
it shows
C
it gives examples
D
it makes clear
Slide 39 - Quizvraag
Vertaling voor "bijvoorbeeld":
A
For instance
B
while
C
however
D
yet
Slide 40 - Quizvraag
Voorbeelden zijn: namen, data, getallen, percentages en ...
A
groepen
B
vragen
C
planten
D
plaatsen
Slide 41 - Quizvraag
.
Slide 42 - Tekstslide
Bij juist/onjuist vragen moet je altijd goed controleren...
A
of er een voorbeeld instaat.
B
of ALLE elementen van de bewering kloppen.
C
door wie het geschreven is.
D
of er een koppelwerkwoord instaat.
Slide 43 - Quizvraag
Slim gokken doe je door te kijken of er woorden staan die het antwoord fout maken EN door te kijken naar:
A
past het in de grote lijn (positief/negatief)
B
is het een voorbeeld? (plaats/getal)
C
de plaatjes.
Slide 44 - Quizvraag
Meer lessen zoals deze
oefenen met signaalwoorden 1
Maart 2021
- Les met
35 slides
Engels
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
Zelfstandig oefenen met signaalwoorden 1
Maart 2021
- Les met
30 slides
Engels
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
Conjunctions
November 2021
- Les met
22 slides
Engels
MBO
Studiejaar 4
grammar music- Conjunctions voegwoorden
September 2022
- Les met
17 slides
Engels
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
GW Examentraining Leesteksten Engels
Mei 2022
- Les met
35 slides
Engels
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
2GAC Les 17 Conjunctions
Oktober 2023
- Les met
28 slides
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Voegwoorden
Oktober 2022
- Les met
15 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
June 3 signaalwoorden & lezen
Juni 2024
- Les met
17 slides
Engels
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3