H 5.2 Plein M lj 1 Monniken en Ridders
1 / 13
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
De tijd van monniken en ridders was van... tot ....
A
100 v.C.-500 (n.C.)
B
1000-1500
C
500-1000
D
1500-1600
Slide 2 - Quizvraag
Karel de Grote
Slide 3 - Woordweb
Hier staan landen van Europa. Horen ze wel of niet bij het rijk van Karel de Grote?
Sleep ze naar de juiste plek.
Nederland
België
Frankrijk
Italië
Duitsland
Engeland
Niet
Wel
Slide 4 - Sleepvraag
Waarom kon Karel de Grote niet in zijn eentje het Frankische Rijk besturen?
Slide 5 - Open vraag
Welke taken hadden de graven?
A
Besturen, recht spreken, belastingen innen
B
Vooral communicatie verzorgen tussen graafschap en hof
C
Enkel de belastingen innen
D
De Kerk leiden in hun graafschap
Slide 6 - Quizvraag
Wat moesten de horigen niet doen voor de graaf?
A
Een deel van hun oogst geven
B
Voor de graaf vechten.
C
Klusjes voor de graaf doen.
D
het land beschermen
Slide 7 - Quizvraag
Boeren en horigen
Edelen
Geestelijken
Slide 8 - Sleepvraag
Geestelijken
Edelen
Priester
Hertog
Graaf
Monniken
Nonnen
Keizer
Slide 9 - Sleepvraag
1.
2.
3.
4.
Willibrord bouwt een kerk in Utrecht en begint met het bekeren van de bewoners van Nederland.
Willibrord krijgt de opdracht van de paus om het christendom te verspreiden.
Engelse geestelijke onder leiding van Willibrord komen aan in Nederland.
De Franken bekeren zich tot het christendom.
Slide 10 - Sleepvraag
Maak de juiste combinaties
Dat gaf mensen moed en vertrouwen.
Mensen gingen snel dood aan verschillende ziektes.
De arme mensen konden hier terecht voor hulp.
Monniken konden schrijven.
In een klooster wordt hard gewerkt.
Gewone mensen konden niet lezen en schrijven.
Monniken vertelden over het christendom.
In de middeleeuwen was veel honger.
Slide 11 - Sleepvraag
Hoe vond je dit?
😒🙁😐🙂😃
Slide 12 - Poll
Waarom?
