1v - Grammatica zd - opdracht 2 bwb en alles

Grammatica zinsdelen
Opdracht 2 - bijwoordelijke bepaling
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Grammatica zinsdelen
Opdracht 2 - bijwoordelijke bepaling

Slide 1 - Tekstslide

De bijwoordelijke bepaling bestaat uit één woord of een woordgroepje. Deze bepaling geeft extra informatie over het gezegde. Het zinsdeel vertelt bijvoorbeeld wanneer iets gebeurt, waarom iets zo is, hoe laat iets gebeurt, waardoor iets gebeurt, hoe iets gebeurt, etc. Iedere bijwoordelijke bepaling is een apart zinsdeel.

Deze opdracht bestaat uit verschillende zinnen waarin allerlei zinsdelen kunnen voorkomen.

Slide 2 - Tekstslide

1.a. Wat is het onderwerp in deze zin?
Over de mysterieuze Britse kunstenaar Banksy / horen / we / regelmatig / nieuws.
A
de mysterieuze Britse kunstenaar Banksy
B
nieuws
C
we
D
Banksy

Slide 3 - Quizvraag

1.b. Wat is het lijdend voorwerp in deze zin?
Over de mysterieuze Britse kunstenaar Banksy / horen / we / regelmatig / nieuws.
A
de mysterieuze Britse kunstenaar Banksy
B
nieuws
C
we
D
Banksy

Slide 4 - Quizvraag

2.a. Wat is het onderwerp in deze zin?
Van die kunstenaar / kent / niemand / tot op de dag van vandaag / de ware identiteit.
A
die kunstenaar
B
niemand
C
de ware identiteit
D
kunstenaar

Slide 5 - Quizvraag

2.b. Wat is het het lijdend voorwerp in deze zin?
Van die kunstenaar / kent / niemand / tot op de dag van vandaag / de ware identiteit.
A
die kunstenaar
B
niemand
C
de ware identiteit
D
kunstenaar

Slide 6 - Quizvraag

3. Sleep de kaartjes met zinsdelen naar het juiste zinsdeel.
Vorig jaar is een ingelijste afdruk van Banksy’s Meisje met ballon geveild.
Vorig jaar
is
een ingelijste afdruk van Banksy's Meisje met ballon
geveild.
Dit zinsdeel zit niet in deze zin.
o
pv/wg
wg
lv
mv
bwb
Wanneer?
bwb
Waarmee?
bwb
Waar?

Slide 7 - Sleepvraag

4. Sleep de kaartjes met zinsdelen naar het juiste zinsdeel.
Een anonieme koper heeft toen 1,18 miljoen euro betaald aan de kunstenaar.
Een anonieme koper
heeft
toen
1,18 miljoen euro
Dit zinsdeel zit niet in deze zin.
betaald
aan de kunstenaar.
o
pv/wg
wg
lv
mv
bwb
Wanneer?
bwb
Waarmee?
bwb
Waar?

Slide 8 - Sleepvraag

5. Sleep de kaartjes met zinsdelen naar het juiste zinsdeel.
Banksy toont graag maatschappelijke problemen in zijn kunstwerken.
Banksy
toont
graag
maatschappelijke problemen
Dit zinsdeel zit niet in deze zin.
in zijn kunstwerken.
o
pv/wg
wg
lv
mv
bwb
Wanneer?
bwb
Hoe?
bwb
Waarin?

Slide 9 - Sleepvraag

6. Sleep de kaartjes met zinsdelen naar het juiste zinsdeel.
Op zijn schilderij Monkey Business staan ministers afgebeeld als chimpansees.
Op zijn schilderij Monkey Business
staan
ministers
afgebeeld
Dit zinsdeel zit niet in deze zin.
als chimpansees.
o
pv/wg
wg
lv
mv
bwb
Waar?
bwb
Hoe?
bwb
Waarin?

Slide 10 - Sleepvraag

7. Welk zinsdeel is het onderstreepte zinsdeel?
Begin december / maakte / Banksy / een arreslee / van een simpel tuinbankje.

A
onderwerp (o)
B
persoonsvorm/werkw. gezegde (pv/wg)
C
lijdend voorwerp (lv)
D
bijwoordelijke bepaling (bwb)

Slide 11 - Quizvraag

8. Welk zinsdeel is het onderstreepte zinsdeel?
Banksy/ is / altijd / een bijzondere kunstenaar / geweest.

A
onderwerp (o)
B
persoonsvorm/werk-woordelijk deel (pv/wd)
C
lijdend voorwerp (lv)
D
naamwoordelijk deel (nd)

Slide 12 - Quizvraag

9. Welk zinsdeel is het onderstreepte zinsdeel?
Banksy/ is / altijd / een bijzondere kunstenaar / geweest.

A
onderwerp (o)
B
persoonsvorm/werk-woordelijk deel (pv/wd)
C
lijdend voorwerp (lv)
D
naamwoordelijk deel (nd)

Slide 13 - Quizvraag

10. Welk zinsdeel is het onderstreepte zinsdeel?
Begin december / maakte / Banksy / een arreslee / van een simpel tuinbankje.

A
onderwerp (o)
B
persoonsvorm/werkw. gezegde (pv/wg)
C
lijdend voorwerp (lv)
D
bijwoordelijke bepaling (bwb)

Slide 14 - Quizvraag

11. Welk zinsdeel is het onderstreepte zinsdeel?
In 2019 / heeft / Banksy / in Italië / een muurschildering / gemaakt / van een vluchtelinge.

A
onderwerp (o)
B
persoonsvorm/werkw. gezegde (pv/wg)
C
lijdend voorwerp (lv)
D
bijwoordelijke bepaling (bwb)

Slide 15 - Quizvraag

12. Wat vormen de onderstreepte zinsdelen?
In 2019 / heeft / Banksy / in Italië / een muurschildering / gemaakt / van een vluchtelinge.

A
onderwerp (o)
B
werkwoordelijk gezegde (wg)
C
lijdend voorwerp (lv)
D
bijwoordelijke bepaling (bwb)

Slide 16 - Quizvraag

13. Welk zinsdeel is het onderstreepte zinsdeel?
In 2019 / heeft / Banksy / in Italië / een muurschildering / gemaakt / van een vluchtelinge.

A
werkwoordelijk gezegde (wg)
B
meewerkend voorwerp (mv)
C
lijdend voorwerp (lv)
D
bijwoordelijke bepaling (bwb)

Slide 17 - Quizvraag

14. Welk zinsdeel is het onderstreepte zinsdeel?
In 2019 / heeft / Banksy / in Italië / een muurschildering / gemaakt / van een vluchtelinge.

A
werkwoordelijk gezegde (wg)
B
meewerkend voorwerp (mv)
C
lijdend voorwerp (lv)
D
bijwoordelijke bepaling (bwb)

Slide 18 - Quizvraag

16. Welk zinsdeel is het onderstreepte zinsdeel?
In 2019 / heeft / Banksy / in Italië / een muurschildering / gemaakt / van een vluchtelinge.

A
werkwoordelijk gezegde (wg)
B
meewerkend voorwerp (mv)
C
lijdend voorwerp (lv)
D
bijwoordelijke bepaling (bwb)

Slide 19 - Quizvraag